De serie 1200 bestaat uit 25 locomotieven die tussen 1952 en 1998 worden ingezet door de Nederlandse Spoorwegen. Tussen 1978 en 1983 zijn alle exemplaren gerenoveerd. Na een jarenlange inzet in zowel reizers- als goederendienst, gaan de locomotieven vanaf 1970 vrijwel alle intercity’s tussen Zandvoort en Zuid-Limburg rijden. Begin jaren ’80 zijn ze hier vervangen door de locomotieven van de serie 1600. De locomotieven schuiven door naar andere getrokken reizigerstreinen. Bij de splitsing van het reizigers- en goederenvervoer van NS in 1995 keren de locs grotendeels terug in de goederendienst. Na hun inzet bij NS rijden meerdere exemplaren voor diverse particuliere vervoerders. Terwijl Het Spoorwegmuseum de 1202 rijvaardig bewaart, zijn enkele exemplaren ondergebracht bij de stichting KLOK.

De 25 locomotieven van de serie 1200 zijn tussen 1951 en 1953 gebouwd naar Amerikaans ontwerp. In tegenstelling tot de locomotieven van de series 1100 en 1300 zijn de locs in Nederland door Heemaf en Werkspoor gebouwd. Hoewel het in eerste instantie de bedoeling is 75 exemplaren te bouwen, blijft het bij een bestelling van 25 stuks. In plaats daarvan bestelt NS in Frankrijk 50 locomotieven van de serie 1100. Deze constructie levert compensatieorders voor de wederopbouw van de Nederlandse industrie en economie. De eerste 14 exemplaren van de serie 1200 krijgen, net als de andere nieuwe locomotieven uit deze periode, een turkooize kleurstelling. De 1215-1225 verschijnen in een roodbruine kleurstelling op de baan. Dit is dezelfde kleur die de meeste nieuwe diesellocomotieven uit de jaren vijftig krijgen. De elf locomotieven zijn dan ook in eerste instantie bedoeld voor de goederendienst. Vanaf 1954 zijn alle 25 locs net als de andere elektrische locomotieven van NS Berlijns blauw geschilderd. Vanaf begin jaren ’70 krijgen ze geleidelijk de nieuwe NS-huisstijlkleuren geel-grijs. De 1208 is in februari 1971 als eerste locomotief van de serie in deze kleur afgeleverd.

Door de intensieve inzet in de reizigersdienst rijden de locomotieven veel meer kilometers dan de locs uit de andere series. In de tweede helft van de jaren ’70 moet NS dan ook beslissen om de locomotieven te vervangen of ze grondig te renoveren. De vervoerder kiest voor het laatste en laat alle locomotieven tussen 1978 en 1983 renoveren. Uiterlijk veranderen de locs onder andere door nieuwe frontseinen en cabinedeuren. Ook zijn de arbeidsomstandigheden van het rijdend personeel verbeterd. Tijdens de renovatie zijn de laatste blauwe exemplaren geel-grijs geschilderd.

24 Van de 25 locomotieven bereiken een respectabele leeftijd van veertig jaar. Alleen de 1223 is hiervoor acht maanden te vroeg uit dienst gehaald. In 1997 schuift een deel van de locomotieven van de serie 1600 door naar de goederendienst en gaat een groot deel van de locs van de serie 1200 terzijde. In 1998 volgen de laatste exemplaren. Op 28 maart dat jaar rijden de laatste dienstvaardige locs, de 1201, 1210, 1211, 1214, 1221, 1224 en 1225, diverse afscheidsritten door het land, gevolgd door een line up in Geldermalsen. Vanwege een locomotieventekort blijven de meeste locs nog enige tijd in dienst. Ook de 1203 is in april 1998 weer bedrijfsklaar gemaakt. Op 13 juni 1998 is de loc uiteidelijk als laatste 1200 bij NS buiten dienst gesteld.

Na hun buitendienststelling gaan twee exemplaren naar het Spoorwegmuseum en twee naar de Stichting KLOK. NS wil de resterende locomotieven zo snel mogelijk slopen. Door tussenkomst van de rechter belanden zes exemplaren echter bij ACTS. De goederenvervoerder brengt uiteindelijk vijf exemplaren met een nieuw nummer in de reeks 1251-1255 terug op de baan.

INZET

NS zet de locomotieven in de eerste veertig jaar van hun loopbaan zowel in de reizigers- als in de goederendienst in. Het zwaartepunt van de inzet ligt in eerste instantie in de goederendienst. De sterke locomotieven rijden in hun beginperiode vooral zware kolentreinen maar ook diverse spits- en exprestreinen, zoals tussen Amsterdam en Maastricht. In 1965 verlengt NS laatstgenoemde dienst tot de sneltreindienst Zandvoort aan Zee – Maastricht. Bij het invoeren van Spoorslag ’70 wordt dit de intercitydienst Zandvoort aan Zee – Maatricht/Heerlen. De locomotieven van de serie 1200 gaan vrijwel alle treinen op deze verbinding rijden en verdwijnen hiermee na bijna twintig jaar vrijwel geheel uit de goederendienst. Belangrijkste reden voor de inzet in de intercitydienst is de betrouwbaarheid van de locomotieven. Ze rijden in deze periode dan ook fors meer kilometers per loc dan de locomotieven uit de andere series.

In 1981 komen de eerste locomotieven van de serie 1600 in dienst. Datzelfde jaar vervangen ze de locs van de serie 1200 in de intercitydienst tussen Zandvoort en Limburg. Deze schuiven door naar de goederendienst en getrokken reizigerstreinen op de trajecten Amsterdam – Enschede/Bad Bentheim, Den Haag – Venlo, Amsterdam – Emmerich en de IJssellijn. Op de twee laatstegenoemde verbindingen wordt hun aandeel begin jaren ’90 snel minder. Daarnaast verdwijnen in 1994 de getrokken treinen van de trajecten Amsterdam – Enschede en Amsterdam – Vlissingen. De locomotieven van de serie 1200 keren deze periode voor een deel terug voor de treinen naar Zuid-Limburg. Op 1 januari 1995 wordt NS Cargo een zelfstandig bedrijfsonderdeel van NS. Alle elektrische locomotieven uit de jaren ’50 gaan voor de goederenvervoerder rijden. Dit betekent dat ook de locomotieven van de serie 1200 vrijwel volledig in de goederendienst terechtkomen. Ze rijden echter ook enkele Interregiotreinen tussen Hoofddorp en Bad Bentheim en enkele andere internationale treinen. Ook vallen ze diverse keren in voor andere getrokken reizigerstreinen. Met goederentreinen zijn de laatste locomotieven vrijwel in het hele land te zien.

Op 28 maart 1998 neemt NS afscheid van de locomotieven van de serie 1200. Een deel van de zeven dienstvaardige locomotieven rijdt die ochtend nog eenmaal tussen Haarlem en Eindhoven. Ook andere treinen worden nog eenmaal door de karakteristieke locomotieven gereden. Die middag vindt in Geldermalsen een line up plaats. Vanwege het locomotieventekort blijft een aantal locomotieven langer in dienst. Hierbij rijden ze diverse goederentreinen en zelfs weer intercitydiensten tussen de Randstad en Limburg. Op 13 juni 1998 stopt de inzet van de serie 1200 bij NS definitef.

MUSEUMLOCOMOTIEVEN

Nadat de 25 locomotieven van de serie 1200 bij NS uit dienst gaan, blijft een groot aantal exemplaren bewaard. Naast de locomotieven die naar ACTS gaan, ontfermen Het Spoorwegmuseum en de Stichting Klassieke Locomotieven (KLOK) zich over verschillende exemplaren. In de loop der jaren zijn diverse locomotieven uitgewisseld en belandt de 1201 van de stichting KLOK juist in het Spoorwegmuseum en de 1211 vindt onderdak in Duitsland.

De 1202 gaat in 1996 terzijde en is in 1998 voor het Spoorwegmuseum opgeknapt en teruggebracht in de Berlijns Blauwe kleurstelling. De loc krijgt onder andere de frontdeuren van de 1216. Deze zijn bij de renovatie van de locomotief in 1978 niet vervangen en beschikken nog over de oorspronkelijke roosters en fabrieksplaten. Naast de 1216 dient de 1201 als voornaamste onderdelenleverancier. De 1202 is sinds 1998 weer dienstvaardig en is nog regelmatig op het Nederlandse spoorwegnet terug te vinden.

De 1211 en 1221 gaan in juni 1998 naar de KLOK. Hoewel het de bedoeling is de 1211 dienstvaardig te behouden, blijkt de 1221 in betere conditie en wordt besloten deze loc rijvaardig te houden en de 1211 als onderdelenleverancier te gebruiken. In maart 2000 ruilt KLOK de 1221 voor plukloc 1208 van ACTS. De 1221 komt na een opknapbeurt in mei dat jaar als 1255 bij de goederenvervoerder in dienst. Een jaar later gaat de 1211 naar het Spoorwegmuseum om onderdelen af te staan aan museumloc 1202. Ter compensatie krijgt KLOK voormalige onderdelenleverancier 1201.

Vanaf maart 2005 beschikt die stichting ook over de 1218. Deze loc rijdt van 1999 tot 2004 onder nummer 1253 bij ACTS. Terwijl de 1201 geleidelijk zoveel mogelijk in originele toestand wordt teruggebracht, fungeert nu de 1218 als plukloc. De kaalgeplukte 1208 is intussen in 2005 gesloopt.

In 2011 keert de 1255 terug in de collectie van KLOK. Datzelfde jaar verschijnt de 1201 in de turkooize afleveringstoestand bij het 60-jarig jubileum van de locomotieven in Amersfoort. Hierbij ontbreekt, net als in 1951, de blauwe sierstrip. De loc is alleen cosmetisch opgeknapt en mist nog diverse onderdelen. De 1218 is die dag in de roodbruine kleurstelling te zien waarin de loc bijna 60 jaar eerder is afgeleverd. De 1255 is voor het jubileum voorzien van de oude ACTS-stickers. Ook onderdelenleverancier 1211 van het Spoorwegmuseum verschijnt in Amersfoort. De loc is cosmetisch opgeknapt in de geel-grijze NS-kleurstelling.

De 1211 vertrekt een maand na het jubileum naar Duitsland. Het Spoorwegmuseum heeft de loc in langdurige bruikleen gegeven aan het spoorwegmuseum Bahnpark Augsburg. De 1211 staat hier als “De locomotief van Hare Majesteit Koningin Beatrix” met bijna 30 andere locomotieven in het zogenaamde ‘Rundhaus Europa’. De 1218 is na het jubileum verder opgeknapt en van juli 2013 tot eind 2014 ingezet als energieleverancier voor rijtuigen van EETC op de Watergraafsmeer. Na jarenlange opslag in Blerick is de 1218 in de zomer van 2022 aan de collectie van de SGB toegevoegd. Hier is de loc onderdeel van een tentoonstelling over de wederopbouwperiode.

Tijdens het 175-jarig jubileum van de spoorwegen in Nederland in oktober 2014 is de 1201 wederom in Amersfoort te zien. De locomotief is inmiddels geheel opgeknapt en nu ook voorzien van blauwe sierstrip. Na anderhalf jaar in Blerick te hebben gestaan, vindt de 1201 in april 2016 onderdak in het Spoorwegmuseum. De locomotief staat hier na de verbouwing van de grote hal als één van de iconen van de Nederlandse spoorweggeschiedenis. Voor de loc staat een replica van de ereboog die in 1951 bij de presentatie van de loc bij Heemaf in Hengelo te zien is. De locomotief is niet rijvaardig. T60 Jaar serie 1200

Huidig materieelbestand serie 1200:
terzijde: 1251 (ex 1215), 1252 (ex 1225), 1254 (ex 1214)
gesloopt: 1203-1210, 1212, 1213, 1216, 1217, 1219, 1220, 1222-1224
behouden: 1201, 1202, 1211, 1218, 1221
E-loc 1218 staat op 25 juli 1997 met een Autoslaaptrein in 's-Hertogenbosch. Nog geen twee jaar later gaat de loc over naar ACTS en krijgt hier het nummer 1253. Inmiddels is de loc eigendom van de Stichting Klassieke Lokomotieven.

Terwijl NS de bui al ziet hangen en de laatste rijvaardige locomotieven uit de serie 1200 zo snel mogelijk laat ontmantelen en slopen, beslist de rechter in juli 1998 dat, naast de sloper, ook andere partijen de locomotieven mogen opkopen. Uiteindelijk brengt ACTS vijf exemplaren terug op de baan. Vier van de locs gaan later over naar EETC. Een aantal blijft zo nog bijna twintig jaar na hun terzijdestelling bij NS actief voor commerciële vervoerders.

Lees hier meer over de locs van de serie 1200 bij andere vervoerders.

Op 12 november 2011 zijn de acht bewaarde exemplaren tijdens een excursie van de NVBS nog eenmaal samengebracht. Ter gelegenheid van het 80-jarig bestaan van de NVBS en het 60-jarig bestaan van de locomotieven worden 1201, 1202, 1211, 1218, 1251, 1252, 1254 en 1255 in verschillende kleurstellingen in Amersfoort aan het publiek getoond. Voor de gelegenheid zijn de 1201 en 1218 teruggebracht in de afleveringstoestand. Ook de 1211 heeft een schilderbeurt gehad en toont de kleurstelling waarin de locs hun laatste dienstjaren bij NS rijden. Op deze pagina enkele foto’s van het jubileum.

Op de foto boven dit artikel: Tijdens het Rail & Road Event 2019 in Blerick is een groot deel van de bewaarde locomotieven uit de serie 1200 aanwezig. Op het terrein voor de voormalige wagenwerkplaats staan de 1218, 1252, 1254, 1255 en 1251 opgesteld. Blerick, 25 mei 2019.