Eind jaren ’60, begin jaren ’70 zijn de Amsterdamse- en Rotterdamse metro volop in ontwikkeling en ontstaan diverse plannen voor nieuwe railverbindingen en voorstadshaltes. In deze periode ontwikkelt NS speciaal voor het groeiende voorstadsvervoer het Stadsgewestelijk Materieel. In 1975 komen vijftien treinstellen van de proefserie in dienst. Tussen 1978 en 1980 volgt de seriebouw met 60 stellen. Begin jaren ’80 zijn 45 tweewagenstellen verlengd met een tussenrijtuig en bestelt NS 15 extra driewagenstellen. De tweewagenstellen rijden voornamelijk op de Zoetermeerse Stadslijn en de Hofpleinlijn. De driewagenstellen rijden stoptreindiensten in en om de Randstad. Van 2003 tot 2009 zijn alle SGM-stellen gemoderniseerd. Zowel de twee- als de driewagenstellen rijden hierna verspreid over een groot deel van het land. In december 2021 gaan de laatste stellen terzijde.

SMG-treinstellen 2969 en 2936 rijden op 28 juni 2014 als sprinter van Hilversum naar Utrecht Centraal Hollandsche Rading binnen.
Huidig materieelbestand SGM:
in dienst bij NS:
terzijde: 2995
gesloopt: 2111-2125, 2131, 2132, 2135-2145, 2936-2983, 2985-2994
behouden: 2133, 2134

SGM treinstel 2846 staat op 2 mei 1995 in de oorspronkelijke kleurstelling in Baarn gereed voor vertrek naar Utrecht.Eind 1972 bestelt NS de vijftien treinstellen van de proefserie SGM-0 bij Talbot in Aachen. De stellen krijgen de nummers 2001-2015 en komen in 1975 in dienst. Ze zijn bestemd voor de nieuw te openen Zoetermeerlijn en de lijn tussen Utrecht en Nieuwegein die op dat moment in ontwikkeling is. Twee trajecten met veel haltes en snelle rijtijden. Met het oog op de korte afstanden die de reizigers afleggen, krijgen de treinen geen toilet en geen overgang tussen beide rijtuigbakken. De vervolgserie SGM-1 krijgt deze voorzieningen wel. Ook krijgen de treinstellen schuifdeuren tussen de compartimenten. Van de serie zijn tussen 1978 en 1980 60 treinstellen gebouwd. Ze krijgen de nummers 2021-2080. De stellen 2021-2030 zijn bij aflevering geschikt gemaakt voor de eenmansbediening op de Zoetermeerse Stadslijn en krijgen, net als de proefserie, onder andere spiegels bij de cabines. Later volgen ook de stellen 2031-2035. Inmiddels is besloten de lijn Utrecht – Nieuwegein uit te voeren als sneltramlijn. De bestemming Nieuwegein op de koersrollen van de vijftien proefstellen herinnert nog lange tijd aan de plannen voor de inzet van het materieel op deze verbinding.

Door toename van het reizigersvervoer en de afvoer van oud materieel, besluit NS begin jaren ’80 45 treinstellen te verlengen en 15 nieuwe driewagenstellen te laten bouwen. De 2036-2080 zijn in 1983 en 1984 voorzien van een motorloze middenbak en krijgen de treinstelnummers 2836-2880. De nieuwe driewagenstellen zijn in 1984 geleverd en krijgen de nummers 2881-2895.

Op 17 november 2018 zijn Sprinterstellen 2939 en 2141 even ten zuiden van Delft onderweg van Den Haag Centraal naar Dordrecht.In 1993 zijn de eerste klasse afdelingen bij alle tweewagenstellen door middel van stickers gedeklasseerd, het interieur blijft vooralsnog behouden. In de daaropvolgende jaren zijn de stellen voor verschillende concepten gebruikt. In 1994 zijn treinstellen 2027 en 2029 omgebouwd tot zogenaamde SpitsPendels. Hierbij verdwijnen onder andere de meeste tussenwanden en een groot aantal vaste banken. Hiervoor in de plaats komen extra stangen en klapzittingen. Zo ontstaat meer ruimte voor staplaatsen en dus de gewenste extra capaciteit. Van buiten zijn de stellen geheel geel. NS zet ze in de extra spitsdienst tussen Rotterdam Centraal en Vlaardingen Centrum in. De 2027 rijdt enige tijd met totaalreclame voor het Algemeen Dagblad.

Het allereerste SGM-treinstel, de 2001, in CityPendel-uitvoering staat op 18 augustus 2007 in Haarlem gereed voor vertrek naar Zandvoort aan Zee.Een jaar later zijn de 2026 en 2028 omgebouwd tot StrandSprinter. De stellen vervangen de intercity’s van en naar Limburg tussen Haarlem en Zandvoort aan Zee. Ook nu maakt een aantal banken plaats voor klapzittingen. Aan de buitenzijde zijn de stellen voorzien een bestickering met strandballen. De vrolijke bestickering wordt in 1996 vervangen door stickers met de tekst Strandsprinter.

Vervolgens is het de bedoeling om vijf treinstellen uit de serie SGM-0 te verbouwen om een rendabele treindienst tussen Den Haag CS en Rotterdam Hofplein mogelijk te maken. Omdat de stellen ook buiten de spits worden ingezet, blijven meer vaste banken gehandhaafd dan bij de SpitsPendels. Bij de balkons is wel meer ruimte gecreëerd. Het interieur krijgt tevens een nieuwe kleurstelling. Van buiten zijn de stellen geheel geel. De naam Sprinter is op de zijwanden vervangen door CityPendel. NS zet de eerste stellen vanaf eind augustus 1996 in tussen Hofstad en Hofplein. Niet veel later besluit de vervoerder alle sprintertweetjes, inclusief de stellen 2026-2029, volgens dit concept te verbouwen. Tussen 1996 en 1999 zijn alle tweedelige treinstellen tot CityPendel verbouwd.

Op 16 augustus 2014 rijdt treinstel 2135 als sprinter van Driebergen-Zeist naar Arnhem Maarn binnen. Op 6 december 2014 is SGM-treinstel 2976 bij Helmond Brandevoort onderweg van Deurne naar Nijmegen. Sprintertweetjes 2125 en 2139 zijn op 27 september 2014 bij Ellecom onderweg van Zutphen naar Nijmegen. Op 9 februari 2015 rijden de Zutphense versterkingsstellen 2140 en 2143 vanwege een vertraagde intercity een slag Zutphen - Zwolle. De stellen rijden hier op de terugweg bij Diepenveen.

MODERNISERING

E-loc 1613 brengt de Sprintertweetjes 2024 en 2026 voor renovatie van Leidschendam naar Bad Bentheim. Colmschate, 04 april 2008.Tussen 2003 en 2009 zijn alle treinstellen in Denemarken gereviseerd. Eerst de driewagenstellen, gevolgd door de tweewagenstellen. Zowel het interieur als het exterieur is flink aangepakt. De stellen krijgen van binnen onder andere nieuwe vloeren, plafonds en banken. De tussenwanden zijn in glas uitgevoerd. Andere toepassingen zijn lichtkranten en een automatische halteafroep. In de middenbakken van de driewagenstellen is aan beide zijden een extra buitendeur geplaatst. Daarnaast sluiten de buitendeuren na enige tijd automatisch. De buitenzijde is voorzien van een nieuwe kleurstelling waar, naast het bekende NS-geel, vooral plaats is voor grijs en blauw. Op elke rijtuigbak verschijnt in grote letters de naam Sprinter. Hiermee wordt direct het nieuwe stoptreinconcept van NS weergegeven. Omdat ook technisch het één en ander wijzigt, zijn de gemoderniseerde stellen vernummerd. De driewagenstellen komen tussen 2003 en 2006 in dienst en zijn genummerd in de nieuwe serie 2900.

Op 7 mei 2018 rijden SGM-treinstellen 2140 en 2134 als sprinter van Zutphen naar Wijchen even ten noorden van Elst.Het is de bedoeling de tweewagenstellen na de renovatie van de driewagenstellen en het beëindigen van het treinverkeer op beide stamlijnen van de stellen uit dienst te halen. Door een dreigend materieeltekort en de behoefte aan meer materieel door een nieuwe opzet van de dienstregeling per 2007 leidt er echter toe dat NS ook alle tweewagenstellen laat renoveren. De dertig stellen zijn tussen 2007 en 2009 verbouwd. De vijftien stellen van de proefserie SGM-0 krijgen hierbij voor het eerst een bakovergang. Ook krijgen alle treinstellen weer een eerste klasse afdeling. De verbouwde stellen zijn ondergebracht in de nieuwe serie 2100. Omdat de treinstellen van het SM’90 eerder de nummers 2101-2109 dragen, is het nummer van gemoderniseerde Sprintertweetjes met 110 in plaats van 100 verhoogd. Hierdoor ontstaan de nummerreeksen 2111-2125, 2131-2145.

SGM-treinstel 2133 staat op 20 juni 2021 alweer bijna een jaar op dezelfde plek in het Spoorwegmuseum.In 2016 en begin 2017 raakt een aantal SGM-treinstellen beschadigd door brandstichting. Terwijl enkele treinstellen worden hersteld, gaan ook voor het eerst drie treinstellen van het type terzijde. Vanaf de tweede helft van 2017 krijgt een deel van de driewagenstellen een levensduurverlengende opknapbeurt. Hiermee moeten de stellen samen met de later gereviseerde tweewagenstellen nog tot eind 2021 in dienst blijven. Door de instroom van de nieuwe SNG-treinstellen gaat een groot aantal SGM-treinstellen tussen eind 2019 en het voorjaar van 2020 terzijde. In februari 2021 volgt opnieuw een groot aantal treinstellen, waaronder de laatste treinstellen van de serie SGM 0. De resterende negen tweewagenstellen en achttien driewagenstellen blijven nog tot in december 2021 in de reizigersdienst actief. Zo kunnen ze in het najaar nog eenmaal de sandite-ritten te rijden.

Treinstel 2133 is intussen toegewezen aan het Spoorwegmuseum en is vanaf eind augustus 2020 voor het eerst in het museum te zien. De 2134 gaat begin 2021 over naar ProRail Incidentenbestrijding en krijgt in april dat jaar een bijpassende huisstijl. Hierbij maakt het geel van NS plaats voor het rood van ProRail. De spoorwegbeheerder gebruikt het niet-rijvaardige stel voor verschillende oefeningen.

Begin mei 2021 start de afvoer van de voor sloop bestemde treinstellen. Tien maanden later zijn alle stellen, met uitzondering van de 2133, 2134 en 2995, gesloopt. Laatstgenoemd stel is achter de hand gehouden voor een eventuele afscheidsrit.

Op 6 mei 2010 steken SGM-treinstellen 2937 en 2111, onderweg van Rotterdam Centraal naar Uitgeest, bij Krommenie-Assendelft de Nauernasche Vaart over. Sprinterstellen 2134 en 2137 rijden op 5 juni 2010 als sprinter van Rotterdam Centraal naar Hoek van Holland Strand, Hoek van Holland Haven binnen. Sprinterstellen 2946 en 2967 staan op 15 maart 2009 op Rotterdam Centraal gereed voor vertrek naar Hoek van Holland Strand. Sprinter 2968 komt op 5 juni 2010 als pendel van Den Haag Centraal naar Delft, laatstgenoemde stad binnenrijden over het bekende viaduct.

INZET

Op 7 juni 2015 wordt treinstel 2134 in Almelo voorgereden om de volgende sprinter naar Apeldoorn te rijden. Ruim vijf jaar later gaat het stel over naar de Incidentenbestrijding van ProRail.Vanaf 1 september 1975 zet NS de eerste stellen SGM-0 op de Hoekse Lijn in de reizigersdienst in. Met het gereedkomen van het eerste deel de Zoetermeerse Stadslijn verhuist in 1977 een deel van de stellen naar deze verbinding. Een jaar later komen de stellen van de vervolgserie hier ook te rijden. NS laat het materieel tevens op de Hofpleinlijn rijden. Later volgen de stoptreindiensten tussen Den Haag en Rotterdam en tussen Haarlem en IJmuiden/Uitgeest. De driedelige stellen vervangen de tweedelige stellen begin jaren ’80 op alle verbindingen met uitzondering van de Zoetermeerlijn. De stellen gaan ook in andere stoptreindiensten op de Oude Lijn en in Noord-Holland rijden. Later volgen stoptreindiensten in Zuid-Holland en op de Flevolijn.

Op 10 juli 2015 is treinstel 2995 bij De Steeg onderweg van Nijmegen naar Zutphen.Met de komst van het nieuwe dubbeldeksmaterieel in de drukkere stoptreinverbindingen in de Randstad en Flevoland, verschuift de inzet van het SGM voor een deel naar Noord-Brabant, de Zeeuwse Lijn, de stoptreindiensten rond Utrecht en het in 1992 geëlektrificeerde traject Dordrecht – Geldermalsen. In de zomer van 1995 verdwijnen de stellen bijna volledig uit de stoptreindiensten rond Utrecht. Vrijgekomen stellen gaan tussen Tilburg West en Eindhoven (later Deurne) rijden, bestaande diensten versterken en deels op reserve. Dat jaar gaan ook de zogenaamde StrandPendels tussen Haarlem en Zandvoort rijden. Ze vervangen daar de doorgaande getrokken treinen die tientallen jaren tussen de badplaats en Zuid-Limburg rijden. Vanaf augustus 1996 wordt de treindienst op de Hofpleinlijn gereden door de treinstellen die tot CityPendels zijn omgebouwd. De treindienst die het jaar daarvoor is teruggebracht tot uurdienst wordt opnieuw een halfuurdienst, aangevuld met enkele sneltreinen in de spits.

Treinstel 2953 rijdt op 6 juli 2013 als sprinter van Amersfoort naar Amsterdam Centraal Diemen binnen.In 2001 neemt het materieel de stoptreindienst tussen Amsterdam en Rotterdam via Gouda over. Datzelfde jaar verdwijnen de stellen tussen Utrecht en Rhenen, tussen Dordrecht en Geldermalsen en uit de stoptreindienst tussen Amsterdam en Lelystad.

Op 20 september 2015 vertrekt SGM-treinstel 2940 als sprinter van 's-Hertogenbosch naar Eindhoven uit Eindhoven Beukenlaan.De eerste gemoderniseerde Sprinters worden in 2003 ingezet tussen Amsterdam, Haarlem en Uitgeest. Op de stations langs de route verschijnt voor het eerst de naam Sprinter in plaats van stoptrein op de Centrale Treinaanwijzers. Naarmate meer gemoderniseerde stellen gereedkomen, worden ze ook ingezet in Sprinterverbindingen rond Utrecht en op de Hoekse Lijn.

In juni 2006 staakt NS het treinverkeer op de Zoetermeerse Stadslijn en Hofpleinlijn. Terwijl beide lijnen worden verbouwd tot RandstadRail gaan de vrijgekomen tweedelige stellen voornamelijk spitsdiensten rijden. Ook versterken ze de gemoderniseerde driewagenstellen. Met de komst van het nieuwe SLT-materieel verschuift het Stadsgewestelijk Materieel van de Randstad naar Sprinterdiensten in het oosten en zuiden van het land. Als voorbode hierop verschijnen de Sprinters in 2008 in de stoptreindienst tussen Zutphen en Nijmegen. Ook laat NS de stellen tussen Arnhem en Ede-Wageningen rijden. In april 2009 volgt de stoptreinverbinding tussen Apeldoorn en Enschede.

In verband met de Van Dam tot Dam-loop rijden op 18 september 2016 extra lange treinen rond Amsterdam. Die dag staan SGM-stellen 2980, 2982 en 2136 in Amersfoort gereed als sprinter naar Hoofddorp. In de zomer van 2010 verdwijnen de stellen na bijna 35 jaar van hun eerste stamlijn, de Hoekse Lijn. Vrijgekomen stellen schuiven door naar de Sprinterdiensten van Utrecht naar Breda en Tiel. Het materieel maakt hier aan het eind van dat jaar alweer plaats voor het nieuwe SLT-materieel. In het voorjaar van 2011 neemt het Stadsgewestelijk Materieel opnieuw een aantal diensten van Plan V-treinstellen over. Het materieel gaat onder andere de sprinterdiensten tussen Nijmegen, ’s-Hertogenbosch, Eindhoven en Deurne verzorgen. Vanaf september dat jaar rijden de stellen voor het eerst enkele stoptreindiensten in Zuid-Limburg. Daarnaast rijdt het materieel korte tijd planmatig enkele treinen tussen Tilburg Universiteit en Weert en tussen Utrecht en Zwolle. Het aantal diensten in Noord-Holland en Flevoland neemt steeds verder af. In 2012 keert het materieel geleidelijk terug in een aantal ritten op de Hoekse Lijn. Vanaf december dat jaar rijdt het materieel opnieuw alle diensten op de verbinding. Ook rijdt het SGM sindsdien alle sprinters tussen Roermond en Maastricht. Enkele maanden later volgt ook het grootste deel van de sprinters tussen Sittard en Heerlen. Het materieel verwijnt uit de sprinterdiensten tussen Arnhem en Ede-Wageningen en uit nagenoeg alle treinen tussen Nijmegen en Deurne.

Op 7 april 2018 rijden treinstellen 2936 en 2132 als sprinter van Hoorn naar Haarlem en Amsterdam door Uitgeest.In september 2013 verdwijnen de stellen weer uit Zuid-Limburg en voor een groot deel tussen Apeldoorn en Enschede. De treinen worden net als de meeste sprinters tussen Zutphen en Nijmegen overgenomen door het Materieel ’64. Op het laatstgenoemde traject keert het SGM bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling 2014 weer terug. Tegelijkertijd verschijnen de stellen weer in de sprinterdiensten van Den Haag naar Dordrecht, Roosendaal en Breda. In december 2014 versnelt NS de dienstregeling op het laatstgenoemde trajecten en vervangt de oude Sprinters door SLT-materieel. Vrijgekomen SGM-treinstellen schuiven door naar sprinterdiensten tussen Rotterdam, Amsterdam en Uitgeest en tussen Breukelen en Rhenen. Ook gaan ze de spitstreinen tussen Nijmegen en Wijchen rijden. Vanaf september 2015 hebben de stellen ook weer alleenheerschappij in de sprinterdienst tussen Apeldoorn en Enschede. Tegelijkertijd verdwijnen ze tussen Gouda en Alphen aan den Rijn.

Op 26 maart 2017 neemt NS met historisch materieel afscheid van de Hoekse Lijn. Tussen de speciale treinen rijdt NS de reguliere halfuursdienst met SGM-treinstellen. Zo nadert treinstel 2981 onderweg naar Hoek van Holland station Vlaardingen Centrum.Bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling 2016 krijgt een groot deel van het SGM een nieuw inzetgebied. Zo keren de Sprinterstellen terug in de Zuid-Limburgse sprinterdiensten en tussen Arnhem en Ede-Wageningen. Daarnaast rijdt NS de nieuwe sprinterdienst Amsterdam – Haarlem – Hoorn met SGM. De stellen komen vrij door de inzet van DD-AR tussen Apeldoorn en Enschede en tussen Zutphen en Nijmegen. In het najaar van 2016 verdwijnen de stellen weer tussen Arnhem en Ede-Wageningen.

Op 13 maart 2016 zijn de sprintertweetjes 2121 en 2125 bij Soest onderweg van Hoofddorp naar Amersfoort.Bij het ingaan van de dienstregeling 2017 verhuist een groot deel van het SGM opnieuw naar een ander inzetgebied. Zo nemen de stellen de sprinterdiensten tussen Haarlem en Den Haag, tussen Rotterdam en Gouda Goverwelle, tussen Den Haag en Dordrecht en tussen Dordrecht en Roosendaal over van het SLT-materieel. De SLT-treinstellen nemen op hun beurt de complete sprinterdienst tussen Amersfoort Vathorst, Amsterdam Centraal en Hoofddorp over van het SGM. Ook keren de stellen terug tussen Zutphen, Nijmegen en Wijchen. Door de overname van de exploitatie door Arriva verdwijnt het SGM weer uit Zuid-Limburg. Vrijgekomen stellen gaan tussen Amsterdam en Zandvoort rijden. Andere stellen worden als reserve achter de hand gehouden voor de inzet op trajecten waar in de loop van 2016-2017 de nieuwe FLIRT-treinstellen komen te rijden. De nieuwe stellen nemen onder andere de sprinterdienst tussen Dordrecht en Roosendaal en een deel van de treinen tussen Zutphen en Wijchen over van het SGM. Op 1 april 2017 staakt NS de treindienst op de lijn waar het eerste SGM in 1975 komt te rijden, de Hoekse Lijn. De vrijkomende treinstellen zijn aan de reservevloot toegevoegd. Van het voorjaar tot en met het najaar van 2018 rijden de stellen een aantal sprinters tussen Utrecht en Zwolle. Met de komst van de nieuwe SNG-treinstellen verdwijnen de stellen een maand later ook tussen Haarlem en Den Haag

Treinstel 2138 behoort tot de laatste twintig stellen die NS vanaf februari 2021 nog inzet. Naast de vaste inzet tussen Den Haag en Dordrecht is een deel van de stellen beschikbaar als reserve. Zo rijdt het treinstel op 11 februari 2021 weer in de vertrouwde omgeving van Holten als spinter van Almelo naar Apeldoorn.In hun nadagen verschijnt het Stadsgewestelijke materieel voor het eerst in de noordelijke sprinterdiensten, waarmee ze dus uiteindelijk op het complete NS-net zijn ingezet. Vanaf september 2019 rijden enkele stellen planmatig tussen Zwolle en Groningen en tussen Meppel en Leeuwarden. Een maand later komen de Sandite-stellen in deze diensten te rijden. In voorgaande jaren rijden de stellen hier ook al met de gladheidsbestrijdende gel, maar dan zonder reizigers. Begin 2020 verdwijnen de stellen weer uit het noorden. In april dat jaar verdwijnen ze ook uit de sprinterdiensten naar Veenendaal en Rhenen.

Bij het ingaan van de dienstregeling 2021 rijden de laatste stellen planmatig alleen nog een deel van de sprinterdienst tussen Amsterdam, Haarlem en Zandvoort/Hoorn, tussen Apeldoorn en Twente en tussen Den Haag en Dordrecht. Vanaf februari 2021 zijn de laatste stellen planmatig alleen nog in laatstgenoemde sprinterdienst te zien. Een deel van de stellen staat op reserve en kan zo dus ook op andere baanvakken worden ingezet. Naast verschillende trajecten waar het materieel korte tijd te zien is, rijden de stellen vrijwel de hele zomer van 2021 opnieuw een deel van de sprinterdienst tussen Amsterdam, Haarlem en Zandvoort/Hoorn.

Op de foto boven dit artikel rijdt SGM-treinstel 2943 op 5 mei 2020 bij Leuvenheim als sprinter van Zutphen naar Wijchen. De oude sprinterstellen zijn nog tot december 2020 in de sprinterdienst op de IJssellijn te zien.