In de jaren ’50 besluiten NS en PTT om het postvervoer grotendeels onafhankelijk van het reizigersvervoer uit te voeren. In eerste instantie zijn 25 Blokkendoosrijtuigen omgebouwd tot motorpostrijtuigen. In 1963 bestellen NS en PTT een geheel nieuwe serie motorpostrijtuigen. Tussen 1965 en 1966 bouwt Werkspoor een reeks van 35 motorposten. Dertig jaar later staakt de PTT het postvervoer per spoor. Een aantal overbodige motorposten rijdt enige tijd voor NS Cargo. Enkele rijtuigen zijn omgebouwd tot meetrijtuig. Één exemplaar is opgenomen in de collectie van het Spoorwegmuseum.

Postvervoer per spoor vindt al sinds het ontstaan van de spoorwegen plaats. In getrokken treinen rijden speciale postrijtuigen mee en er rijden aparte nachtposttreinen. Speciaal voor de dienst met het nieuwe elektrische en dieselelektrische treinstellen zijn eind jaren ’30 stroomlijnpostrijtuigen met automatische koppelingen ontwikkeld. Omdat het groeiende postvervoer in reizigerstreinen voor steeds meer vertraging zorgt, wordt in de jaren ’50 besloten het postvervoer deels onafhankelijk van het reizigersvervoer uit te voeren. Als tijdelijke oplossing zijn tussen 1956 en 1960 25 Blokkendoosrijtuigen omgebouwd tot motorpostrijtuigen. Hierna ontwikkelen NS en PTT geheel nieuwe motorpostrijtuigen. In eerste instantie bestellen NS en PTT in 1963 tien motorpostrijtuigen ter vervanging van het Materieel ’24. Uiteindelijk bouwt Werkspoor tussen 1965 en 1966 in totaal 35 motorpostrijtuigen van de serie mP 3001-3035.

De nieuwe motorposten krijgen vrijwel dezelfde kop als het Materieel ’64. De ramen zijn gelijk, maar de neus is platter zodat er ruimte is voor een bufferbalk. Ook voor de aandrijving wordt gebruik gemaakt van dezelfde techniek als bij de Plan T-treinstellen. De rijtuigen krijgen normale schroefkoppelingen en buffers. Zo kunnen ze goederenwagens en postrijtuigen uit de series Plan C en Plan L meevoeren. Ze krijgen dezelfde bruine kleurstelling als de oude blokkendoos-motorposten. De PTT is eigenaar van de motorpostrijtuigen. Naast de cabinedeuren is het logo van het bedrijf aangebracht. NS onderhoudt en exploiteert de rijtuigen.

In 1979 zijn de diverse postrijtuigen en aangepaste goederenwagens vervangen door 62 speciaal gebouwde postwagens van het type Hbbkkss.

In 1976 krijgen de 3016 en 3017 NS-gele koppen en PTT-rode zijwanden. Op de zijwand is driemaal de tekst ‘ptt post’ aangebracht. Voor een betere zichtbaarheid krijgen de overige motorposten tussen 1975 en 1978 gele vlakken op de neuzen. Pas tussen 1981 en 1985 krijgen de resterende motorpostrijtuigen de nieuwe geel-rode huisstijl aangemeten. Naar aanleiding van de privatisering van de PTT krijgt de 3026 in 1989 een nieuwe bestickering. De tekst ‘ptt post’ wordt een flink aantal keer in grotere letters diagonaal over het rijtuig gestickerd. De overige rijtuigen krijgen tussen 1989 en 1990 een nieuwe, minder drukke bestickering. Ook de 3026 is hierbij in deze uitvoering bestickerd.

Vier motorposten gaan door brand vroegtijdig buiten dienst. In 1970 branden de 3010 en 3021 uit. Beide motorposten zijn in 1974 gesloopt. In 1990 brandt de 3035 uit, vijf jaar later gevolgd door de 3008. Ook deze twee rijtuigen worden niet hersteld.

In de loop van de jaren ’90 neemt het postvervoer per spoor steeds verder af. Onder andere doordat steeds meer werkzaamheden aan het spoor in de nacht plaatsvinden, zijn de ritten steeds lastiger te plannen. Tegelijkertijd neemt het vervoer per vrachtwagen snel toe. In de laatste jaren van het postvervoer per spoor verkoopt de PTT al verschillende motorposten aan NS.

In 1992 is de 3032 aan NS verkocht en verbouwd tot ATB-meetrijtuig. Het rijtuig komt in juni dat jaar in dienst in een geel-grijze uitvoering met bijpassende bestickering. Het rijtuig vervangt het oude blokkendoos-meetrijtuig Jules. Later krijgt de voormalige motorpost het nummer BRT-91 en de naam mP Jules. Ook krijgt het motorrijtuig de nieuwe gele kleurstelling van Eurailscout. In 1995 neemt NS opnieuw een aantal motorpostrijtuigen over. De rijtuigen verzorgen voornamelijk het vervoer van onderdelen tussen de verschillende werkplaatsen.

In mei 1997 komt na 154 jaar een einde aan het postvervoer per spoor. Alle overgebleven motorposten gaan het jaar daarvoor al officieel over naar NS Cargo. De vervoerder heeft onder andere plannen om voormalige motorposten in te zetten in het vervoer van bloemen tussen Hoofddorp en Groningen. Met het beëindigen van het postvervoer worden de meeste motorposten echter direct terzijde gesteld. De zeven overgebleven exemplaren rijden voornamelijk materiaaltransporten tussen de werkplaatsen en wegleerritten. NS Cargo verwijdert bij deze rijtuigen de PTT-stickers.

Op 30 mei 1999 is het sternet tussen de werkplaatsen gewijzigd in twee rondritten. Hiervan wordt slechts één rit met een voormalige motorpost gereden. Behalve de 3027 en 3030 gaan de overgebleven motorposten van NS Cargo die dag terzijde. De 3030 krijgt in oktober dat jaar de rode kleurstelling van de goederenvervoerder. In 2001 en 2002 is het grootste deel van de overbodige motorposten gesloopt.

De 3024, 3029, 3033 en 3034 zijn intussen in de loop van het jaar 2000 omgebouwd tot meetrijtuig voor ETCS/ERTMS. De eerste twee motorposten rijden met een installatie van Bombardier testritten tussen Zwolle, Groningen en Leeuwarden. De andere twee rijden in Zuid-Nederland met een installatie van Alsthom. De vier voormalige motorposten zijn net als de 3030 volledig rood geschilderd. Op 1 oktober 2008 gaat het viertal terzijde. De 3024 en 3029 gaan hierna over naar Eurailscout. Hier wordt de 3024 omgebouwd tot meetrijtuig BRT-08. Het rijtuig krijgt dezelfde gele kleurstelling als de BRT-91. De voormalige motorpost krijgt de naam mP Jim, als verwijzing naar het gelijknamige blokkendoos-meetrijtuig. De 3029 dient als onderdelenleverancier en wordt in Zutphen en later in Amersfoort gestald.

Ondertussen gaat de 3027 in december 2007 buiten dienst. In juni 2008 volgt de 3030. In juni 2009 zijn beide voormalige motorposten samen met de 3033 en 3034 gesloopt. Op 1 januari 2019 is BRT-08 terzijde gesteld.

Inzet

De 35 motorpostrijtuigen bedienen vanaf najaar 1966 de 35 poststations met aparte posttreinen. De treinen rijden zo’n twee à driemaal per avond. In 1979 wordt het binnenlandse postvervoer per spoor compleet gereorganiseerd. De stroomlijnrijtuigen en andere getrokken rijtuigen verdwijnen uit de postdienst. Voor de dienst met de motorposten bouwt Talbot in Aken 62 speciale postwagons. De resterende 33 motorposten rijden dagelijks vijf slagen tussen de 17 expeditieknooppunten en het postoverslagbedrijf in Utrecht als centrum van het zogenaamde sternet. In de loop van de jaren ’80 brengt de PTT het aantal knooppunten terug naar tien. In Deventer en Eindhoven zijn kleine expeditieknooppunten die niet dagelijks worden bediend.

Begin jaren ’90 neemt het aantal diensten van de motorposten geleidelijk af. In mei 1997 rijden de laatste posttreinen. NS Cargo zet vanaf 1995 al enkele motorpostrijuigen voor het vervoer van onderdelen tussen werkplaatsen in. Ook voor dit vervoer is een speciaal sternet ontwikkeld. In 1999 is het sternet gewijzigd in twee rondritten langs de verschillende werkplaatsen. Alleen de rit tussen Tilburg en Maastricht wordt nog met een motorpost uitgevoerd. De motorrijtuigen zijn de laatste jaren slechts incidenteel ingezet. Zo rijden ze een aantal jaar in de herfst met Sandite-installaties op verschillende baanvakken. Ook gebruikt Railion ze voor overbrengingsritten. De laatste motorpost rijdt nog tot de zomer van 2008 voor de goederenvervoerder.

Museummaterieel

Motorpost 3031 is in 1997 samen met één van de postrijtuigen uit 1979 opgenomen in de collectie van het Spoorwegmuseum. Het rijvaardige motorrijtuig is in 2005 en 2006 gereviseerd en teruggebracht in de oorspronkelijke bruine kleurstelling. Het Spoorwegmuseum gebruikt de motorpost regelmatig voor het overbrengen van materieel. Ook verzorgt de motorpost een enkele keer de tractie van een gezelschapsrit en is het enige tijd ingericht als expositieruimte.

Eind 2019 gaat voormalig onderdelenleverancier 3029 van Eurailscout over naar de Stichting 2454 Crew. In februari 2021 komt de 3029 in PTT Post-bestickering uit de jaren ’90 weer rijvaardig op de baan. Zowel het Spoorwegmuseum als de 2454 Crew hebben een bijpassende postwagen van het type Hbbkkss. De andere 60 exemplaren zijn inmiddels gesloopt.

Op de foto boven dit artikel: Op 30 mei 2021 maken de Motorposten 3029 van de Stichting 2454 Crew en de 3031 het Spoorwegmuseum een gezamenlijke rit van het Maliebaanstation naar de loods van het museum in Blerick. Op de foto rijdt het duo door de bossen bij Epse.