Van 1905 tot 1908 legt de Zuid-Hollandsche Electrische Spoorweg-Maatschappij de eerste geëlektrificeerde spoorlijn van Nederland aan. De lijn loopt van het nieuwe Rotterdamse station Hofplein via Den Haag naar Scheveningen. Het volledige tracé is dubbelsporig uitgevoerd. Naar aanleiding van de ervaringen op de Hofpleinlijn begint ruim tien jaar de elektrificatie van de belangrijkste lijnen van het Nederlandse spoorwegnet. NS sluit in 1953 de verbinding naar Scheveningen. In 1975 wordt de treindienst verlegd naar het nieuwe Haagse Centraal Station. Twee jaar later wordt bij Noordorp de nieuwe Zoetermeer Stadslijn op de Hofpleinlijn aangesloten. Beide lijnen zijn op 3 juni 2006 gesloten voor het treinverkeer en in het kader van het project RandstadRail omgebouwd voor de exploitatie met sneltrams. Drie maanden later rijden de trams van de HTM naar Zoetermeer en de metro’s van de RET naar Rotterdam.

Met de komst van de RandstadRail worden tussen de aansluiting met de Zoetermeerse Stadslijn en de Hofpleinlijn en het voormalige station Leidschendam-Voorburg twee nieuwe haltes geopend.Op 26 mei 2014 zijn twee Rotterdamse metrostellen bij de halte Leidscheveen onderweg van Den Haag naar Rotterdam. Links liggen de sporen naar het Onderhoudsbedrijf Leidschendam.De ZHESM is in 1900 opgericht met als doel de aanleg van een geëlektrificeerde lokaalspoorweg tussen Rotterdam Hofplein en Scheveningen. In eerste instantie gaat de spoorwegmaatschappij uit van een bovenleiding met 800 Volt gelijkspanning waarbij motorrijtuigen met maximaal 55 kilometer per uur zouden kunnen rijden. Hierbij wordt bovendien uit gegaan van een samenwerking met de Staatsspoorwegen en een aansluiting op het Haagse Staatsspoorstation. Uiteindelijk gaat de HSM met de ZHESM samenwerken en besluiten de spoorwegmaatschappijen de verbinding als hoofdspoorweg aan te leggen. De maximale snelheid kan hiermee tot 90 km/u worden verhoogd. De bovenleidingspanning wordt vastgesteld op 10 kV éénfase wisselstroom. Omdat dit systeem niet met voldoende vermogen van het bestaande elektriciteitsnet kan worden gehaald, bouwt de ZHESM in Leidschendam een eigen elektriciteitscentrale. De spoorwegmaatschappij bouwt tevens een eigen werkplaats en rijtuigremise in het dorp.

In mei 1907 neemt de ZHESM het traject Den Haag HS – Scheveningen Kurhaus in gebruik. Omdat het nieuwe materieel en de elektriciteitscentrale nog niet gereed zijn, rijdt de HSM met stoomtractie. In oktober 1908 is de gehele Hofpleinlijn gereed. Het twee kilometer lange viaduct naar het eindstation Hofplein is tot dan toe wereldwijd één van de grootste gewapend betonnen bouwwerken. De ZHESM legt tussen het nieuwe traject Den Haag HS – Rotterdam Hofplein en het bestaande traject naar Scheveningen een verbindingsboog aan. Zo ontstaat ter hoogte van de Haagse Loolaan een sporendriehoek met drie aansluitingen, bediend door één seinhuis. Alle trajecten zijn dan inmiddels geëlektrificeerd en dubbelsporig uitgevoerd. Enkele maanden later wordt in Rotterdam de verbindingsboog naar het station Delftse Poort geopend. Deze boog is vooralsnog niet geëlektrificeerd.

Hoewel de Hofpleinlijn vanaf eind jaren '90 alleen door CityPendels bereden hoort te worden, vertrekt op 24 juli 1998 driewagenstel 2882 als stoptrein van Den Haag Centraal naar Rotterdam Hofplein uit Pijnacker. Links is het inmiddels gesloopte stationsgebouw te zien.De HSM is grootaandeelhouder van de ZHESM en vermijdt zo de concurrentie met de bestaande Oude Lijn tussen Den Haag en Rotterdam via Delft. In 1923 neemt de HSM de ZHESM volledig over. De naam ZHESM blijft bestaan tot de nieuwe NV Nederlandse Spoorwegen de exploitatie van de Hofpleinlijn in 1938 officieel overneemt. Na tien jaar succesvolle exploitatie op de Hofpleinlijn wordt de balans opgemaakt en besloten een studie te doen naar de elektrificatie van delen van het bestaande Nederlandse spoorwegnet. Halverwege de jaren ’20 wordt daadwerkelijk begonnen met elektrificatie van de drukst bereden lijnen. Hierbij kiest men voor 1500V gelijkstroom. In 1926 worden ook de Hofpleinlijn en het rollend materieel omgebouwd. Een jaar later is de verbindingsboog tussen Rotterdam Kleiweg en DP elektrisch berijdbaar. De elektriciteitscentrale in Leidschendam is hierna gesloten en gesloopt.

Bij het bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940 is ook het Hofpleinstation volledig verwoest. In april 1943 wordt het traject tussen de halte Renbaan-Achterweg en Scheveningen opgebroken om plaats te maken voor de Atlantikwall. Tot september 1944 rijdt NS nog een beperkte treindienst op het bruikbare deel van het traject. Hierna wordt een groot deel van het materieel gevorderd en verwoesten Engelse bombardementen een groot deel van het tracé. In augustus 1945 rijdt de eerste trein weer op de Hofpleinlijn. Het duurt nog tot oktober 1947 voordat de eerste trein tot het Hofpleinstation rijdt. Diezelfde maand is ook het traject Renbaan-Achterweg – Scheveningen gereed. De lijn is enkelsporig herlegd en voorzien van nieuwe betonnen bovenleidingsportalen. In 1950 is het baanvak weer dubbelsporig berijdbaar. Een jaar later is in Rotterdam de enkelsporige en elektrisch berijdbare verbindingsbaan tussen Hillegersberg en Rotterdam Kleiweg Aansluiting aangelegd.

Door sterk teruggelopen reizigersaantallen, onder andere veroorzaakt door de opkomst van de personenauto en interlokale trams en de uitbreidingsplannen van de gemeenten Den Haag en Voorburg, wordt besloten de spoorlijn naar Scheveningen, ondanks de heropening in 1947, alsnog te sluiten. De laatste treinen rijden in oktober 1953. Hierna zijn de baanvakken Den Haag – Scheveningen en de verbindingsboog met de lijn naar Rotterdam direct opgebroken. Veel vrijgekomen materialen komen deze tijd van wederopbouw elders in het land terecht. Klik hier voor de laatste restanten van de lijn naar Scheveningen.

Een RandstadRail-treinstel van de RET is op 9 april 2011 even ten noorden van Pijnacker over de voormalige Hofpleinlijn onderweg naar Rotterdam.Ook aan de andere zijde van de Hofpleinlijn lopen de reizigersaantallen terug. Als bezuinigingsmaatregel is vanaf begin jaren ’70 is tussen Rotterdam Kleiweg en Rotterdam Hofplein alleen nog het oostelijke spoor in gebruik. Ook sluit NS de eerste loketten aan de lijn. In september 1975 opent NS de verbindingsboog tussen Den Haag Laan van Nieuw Oost-Indië en het nieuwe Haagse Centraal Station. Voortaan rijden de treinen van de Hofpleinlijn naar het Centraal Station. De voormalige perrons van de ZHESM bij station Hollands Spoor worden gesloopt. In mei 1977 is bij Nootdorp de nieuwe Zoetermeer Stadslijn op de Hofpleinlijn aangesloten.

In de jaren ’80 worden zowel in Den Haag als Rotterdam plannen gemaakt om de Hofpleinlijn aan respectievelijk het tramnet en het metronet toe te voegen. In de plannen van de gemeente Rotterdam wordt hierbij al de naam RandstadRail genoemd. Aansluitend richten de regionale overheden, NS, RET, HTM en busvervoerder ZWN in 1992 de stichting RandstadRail op. Naast de Hofpleinlijn zijn ook de Zoetermeer Stadslijn en de Hoekse Lijn in de plannen om spoorwegverbindingen om te bouwen tot metro- of tramlijnen opgenomen.

In 2000 bereiken de stadsregio’s een akkoord over de ombouw van de Hofpleinlijn tot metrolijn met aansluiting op het Rotterdamse metronet van de RET. Tegelijkertijd is besloten de aansluitende stadslijn naar Zoetermeer om te bouwen tot sneltramlijn in aansluiting op het tramnet van de HTM. Twee jaar later beginnen de voorbereidende werkzaamheden aan de infrastructuur. Op 3 juni 2006 zijn de Hofpleinlijn en de Zoetermeer Stadslijn definitief gesloten voor het treinverkeer zodat de definitieve ombouw kan plaatsvinden. In september 2006 is de verbouwing gereed en zijn het Rotterdamse metronet en het Haagse tramnet via de voormalige Hofpleinlijn met elkaar verbonden. Na twee maanden van proefritten is de voormalige spoorlijn officieel heropend. Na enkele ongevallen en diverse kinderziektes wordt het tracé tussen Nootdorp Oost en Den Haag al na twee weken gesloten. In september 2007 is de dienst hervat. In augustus 2010 wordt de tunnel tussen Rotterdam Kleiweg en Rotterdam Centraal in gebruik genomen en wordt het baanvak tussen Kleiweg en Hofplein definitief gesloten. Met uitzondering van het viaduct over de A20, blijft het betonnen Hofpleinviaduct dat sinds 2002 de status van Rijksmonument heeft, bewaard. Het Onderhoudsbedrijf Leidschendam blijft via de nieuwe Nootdorpboog verbonden met de spoorlijn Den Haag – Gouda en de rest van het Nederlandse spoorwegnet.

DIENSTREGELING

De ZHESM hanteert in tegenstelling tot de andere spoorwegmaatschappijen direct een starre dienstregeling. Vanaf de zomer van 1909 rijdt per richting elk half uur een sneltrein. Elke twee uur rijdt een stoptrein over de Hofpleinlijn. Het grootste deel van de treinen maakt kop op station Den Haag HS. Een aantal treinen rijdt rechtstreeks tussen Rotterdam en Scheveningen. Een reis van slechts dertig minuten. In de beginjaren is de Hofpleinlijn de drukstbereden spoorlijn van Nederland. Op werkdagen rijden ruim 140 reizigerstreinen. Ook rijden diverse goederentreinen, onder andere ten behoeve van de tuinbouw in Pijnacker en Berkel. De HSM laat bovendien in de zomermaanden vanuit Scheveningen rechtstreekse rijtuigen naar Amsterdam, Hamburg en Berlijn rijden. In de jaren ’20 rijden enige tijd rechtstreekse stoomtreinen vanuit Amsterdam en elektrische treinen vanuit Leiden naar Rotterdam Hofplein. Deze treinen maken kop in Den Haag HS.

Na de sluiting van de lijn naar Scheveningen rijden alleen nog treinen tussen Rotterdam Hofplein en Den Haag HS. De treindienst wordt aangevuld met treinen die vanuit Rotterdam Centraal over de Hofpleinlijn rijden. Eind jaren ’60 rijden elk uur twee stoptreinen Rotterdam Hofplein – Den Haag HS en één stoptrein Rotterdam Centraal – Den Haag HS. In de spits rijden enkele aanvullende stop- en sneltreinen. Deze treindienst blijft ook na de invoering van de nieuwe dienstregeling bij Spoorslag ’70 van kracht. Wel rijdt NS voortaan in een consequente 20-minutendienst. Na het verplaatsen van de treindienst naar Den Haag Centraal rijden de treinen alleen nog van en naar Rotterdam Hofplein. De treinen rijden buiten de spits een halfuursdienst en tijdens de spits in een kwartierdienst. Vanaf eind augustus 1994 stopt een aantal spitstreinen alleen nog in Pijnacker en Berkel en Rodenrijs. Vanaf juni 1996 rijden de treinen na 22:00u van en naar Rotterdam Centraal. In december 2002 rijden deze treinen weer van en naar Rotterdam Hofplein. In april 2005 zijn de spitsdiensten ingekort tot een non-stop verbinding tussen Den Haag Centraal en Pijnacker. Ruim een jaar later beëindigt NS de treindienst.

MATERIEELINZET

De ZHESM bestelt voor de treindienst op de Hofpleinlijn bij Beijnes in Haarlem 19 motorrijtuigen en negen versterkingsrijtuigen naar Amerikaans voorbeeld. De rijtuigen zijn zeer modern en luxe uitgevoerd. Omdat het materieel en de elektrificatie niet op tijd gereed zijn, rijden de eerste treinen tussen Den Haag HS en Scheveningen Kurhaus met stoomtractie. Later wordt ook de rechtstreekse treindienst tussen Rotterdam Hofplein en Scheveningen net als de goederendienst met stoomtractie uitgevoerd. Ook in de zomerperiode worden diverse treinen door tekort aan materieel met stoomtractie gereden. In 1911 bouwt Beijnes twee extra motorrijtuigen. Daarnaast worden HSM-rijtuigen als versterking ingezet. In 1914 volgen nog twee motorrijtuigen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt de gehele treindienst met elektrisch materieel gereden. In 1919 keert de stoomtractie tussen Rotterdam en Scheveningen terug. In 1926 en 1927 wordt het ZHESM-materieel geschik gemaakt voor 1500 V gelijkspanning. Ter vervanging rijdt het nieuwe Materieel ’24 op de Hofpleinlijn.

Na de Tweede Wereldoorlog is vrijwel al het voormalige ZHESM-materieel naar Duitsland en Polen afgevoerd en wordt de treindienst hervat met Materieel ’24. Hoewel in de daaropvolgende jaren nog diverse voormalige ZHESM-rijtuigen in Nederland terugkeren, zet NS ze niet meer in de reizigersdienst in. De Blokkendozen worden in 1949 vervangen door het Materieel ’36 en de prototypen uit 1935, de zogenaamde ‘Hoek van Hollanders’. In de loop van de jaren ’50 gaan ook de tien tweewagenstellen Materieel ’40 op de Hofpleinlijn rijden. Eind jaren ’60 neemt de eerste serie Plan V-treinstellen de treindiensten op de verbinding over van het vooroorlogse stroomlijnmaterieel. Tien jaar later wordt de treindienst overgenomen door het nieuwe Stadsgewestelijk Materieel. De Sprinters hebben tot de sluiting van de spoorlijn vrijwel alleenheerschappij op het traject.