Nadat in het voorjaar van 2020 de historische kappen van het hoofdstation zijn verwijderd, is het monumentale gebouw voor het eerst in ruim 120 jaar ook vanaf de perronzijde in z'n geheel te zien. De drie kopsporen op de foto worden na de verbouwing de drie doorgaande sporen van het station. Groningen, 8 augustus 2020.
Station Groningen
Gn
Opening: 1 juni 1866
Spoorlijn(en): Harlingen – Nieuweschans km 80.4
Meppel – Groningen km 76,9
Groningen – Delfzijl km 0,0
Groningen – Weiwerd km 0,0
Links: Sporenplan
NS Stationsinfo

Bij de aanleg van de eerste reeks staatsspoorlijnen krijgen de verschillende stations naar aanleiding van de grootte van de plaats doorgaans één van de vijf standaardontwerpen van stationsgebouwen. Een aantal stations valt echter onder de Vestingwet en krijgt een laag, vaak langgerekt gebouw dat bestaat uit houten stijl- en regelwerk opgevuld met steen en cement. Alle zogenaamde vestingstations zijn verschillend. In juni 1866 nemen de Staatsspoorwegen aan het station van Groningen als voorlopig eindpunt van de lijn van Harlingen naar Duitsland in gebruik. Twee jaar later is de lijn doorgetrokken naar Winschoten en in 1870 is Groningen ook vanuit Zwolle bereikbaar. Groningen krijgt een langgerekt stationsgebouw dat over de gehele lengte slechts uit één bouwlaag bestaat. Het symmetrische gebouw heeft in het midden een bescheiden puntgevel.

Nadat in 1874 de Vestingwet is aangenomen, verliezen de steden hun militaire betekenis en zijn de houten stationsgebouwen geleidelijk vervangen. Groningen is als één van de eerste steden aan de beurt. Het nieuwe stationsgebouw is in 1896 gereed. Het nagenoeg symmetrische gebouw is ruim 120 meter breed en kent qua opzet, net als de meeste stationsgebouwen in de voorgaande decennia, een hoog middendeel en twee lange zijvleugels. Beide zijvleugels krijgen een hoog eindgebouw. Het rechter eindgebouw heeft bovendien een torentje. Het linker eindgebouw krijgt een uitbouw met trapgevel. Het gebouw is, net als andere stations van rond de eeuwwisseling, uitgebreid gedecoreerd. Zo is het hele gebouw versierd met ornamenten. Voor de zijvleugels komt een galerij met opvallende driedelige bogen. Ook de vensters zijn rijkversierd. Voor de entree komt een grote luifel. Door het gebruik van dieprode baksteen is het gebouw bovendien typisch Gronings.

Tijdens de verbouwing van het stationscomplex is de voetgangersbrug met seinhuis uit de jaren '30 weer duidelijk zichtbaar. Groningen, 27 april 2021.Het meest opvallende van het gebouw is de monumentale stationshal. De fraai versierde hal bevindt zich vrijwel in het gehele middendeel, met uitzondering van de zolder. De 14 meter hoge hal is vrijwel geheel uit imitatiematerialen samengesteld. Zo bestaan de marmeren zuilen uit geverfd blik, ijzer en gips. Het gedecoreerde plafond bestaat eveneens uit gips, papier maché en linnen. Het gebruik van deze materialen heeft er, mede door lekkages in het dak, voor gezorgd dat het plafond al snel in slechte staat raakt.

Eind jaren ’20, begin jaren ’30 is het station uitgebreid met een extra, grotendeels overdekt, eilandperron. Het perron is te bereiken via een nieuwe stalen voetgangersbrug waarboven tevens een seinhuis is geïntegreerd.

In de loop der jaren verdwijnen steeds meer decoraties van de monumentale stationshal, al dan niet achter betimmeringen. Bij de modernisering van het gebouw eind jaren ’60 wordt het plafond verstopt achter het nieuwe plafond van de extra verdieping boven de hal. In de hal komen verschillende winkels. Diezelfde periode zijn er plannen om aan de zuidzijde van het station een nieuwe entree te maken. Rondom deze entree moeten een nieuw busstation en kantoren komen. Uiteindelijk is eind jaren ’70 alleen een expeditiecentrum van de PTT gerealiseerd. In 1985 volgt nog een voetgangersbrug tussen de noord- en zuidzijde van het station.

Eind jaren ’90 is het monumentale stationsgebouw compleet gerestaureerd. Hierbij is ook het verlaagde plafond van de hal verwijderd en is de stationshal, inclusief het oorspronkelijke plafond weer in historische staat teruggebracht. Ook andere karakteristieke elementen zijn na de restauratie weer zichtbaar voor het publiek. Zo is de eerste klasse wachtkamer met historische elementen in gebruik als horecagelegenheid en is in de supermarkt in de voormalige wachtkamer derde klasse het originele tegeltableau van ruim 3 bij 3 meter met de spoorwegkaart van Nederland te zien. Het tableau verbeeldt de situatie van het Nederlandse spoorwegnet aan het eind van de negentiende eeuw in 440 tegels van 15×15.

In het jaar 2000 zijn de kopsporen ingekort om ruimte te maken voor een binnenplein met winkelruimtes. 2007 is voor het gebouw het Stadsbalkon aangelegd. Onder het golvende plein komt een fietsenstalling. Het stationsgebouw verdwijnt gedeeltelijk achter de hogere delen van het plein. Ruim 10 jaar later start de verbouwing van het complete stationsgebied. Hierbij verdwijnt het grootste deel van het emplacement aan de achterzijde van het station en worden de kopsporen doorgetrokken. Onder de resterende sporen en perrons komt een brede tunnel naar de andere zijde van het station. Om ruimte te maken voor de verbouwing zijn de originele perronkappen grotendeels tijdelijk verwijderd. Deze worden tijdens de verbouwing gerestaureerd. In 2022 is ook het seinhuis tijdelijk op een andere plekt gezet. Ook dit gebouw wordt als onderdeel van het stationscomplex compleet gerestaureerd.