In aansluiting op het GOLS-net legt de Ahaus – Enscheder Eisenbahn-Gesellschaft AG aan het begin van de twintigste eeuw een lokaallijn tussen Enschede en Ahaus aan. Net als de meeste grensoverschreidende spoorwegverbindingen in de regio is de lijn hoofdzakelijk bedoeld voor de aanvoer van steenkool voor de Twentse textielindustrie. De lijn is officieel op 18 februari 1903 geopend. Door de slechte toestand van het baanvak duurt het echter nog ruim twee maanden voordat de exploitatie van start gaat. De treindienst wordt, net op als de andere lokaallijnen van de GOLS, uitgevoerd door de HSM. Terwijl de lokaaltreinen naar Haaksbergen en Oldenzaal gebruikmaken van het station Enschede Noord, rijden de reizigerstreinen op de nieuwe verbinding van en naar het nieuwe station Enschede Zuid. Voor het goederenvervoer is een verbinding naar de lijn Boekelo – Enschede aangelegd.

De nieuwe lokaallijn is bedoeld als snellere verbinding tussen het Ruhrgebied en de Twentse industrie. De nieuwe aanvoerroute van steenkool is dan ook 17 kilometer korter dan de bestaande verbinding via Gronau. Het Nederlandse station Broekheurne en het Duitse Alstätte fungeren als grensstations en krijgen douanefaciliteiten verspreid over verschillende gebouwen. Net als aan de lijn naar Oldenzaal aan de noodzijde van van de stad krijgt ook de AE-lijn aan de zuidzijde van Enschede een groot aantal fabrieksaansluitingen. Enschede Zuid groeit in de loop der jaren dan ook uit tot een omvangrijk goederenstation. In 1932 neemt de Bentheimer Eisenbahn de exploitatie van de spoorlijn over van NS en Deutsche Reichsbahn.

In april 1945 worden de brug over het emplacement van Enschede Zuid en de brug over de Aa bij Alstätte vernield en is het treinverkeer op de verbinding gestaakt. In 1946 rijden weer reizigers- en goederentreinen tussen Ahaus en Alstätte. Het goederenvervoer naar Enschede Zuid is in oktober 1948 hervat. Het reizigersvervoer op het Nederlandse deel van de lijn keert niet meer terug. De laatste reizigerstrein tussen Ahaus en Alstätte rijdt op 24 september 1964. 2,5 Jaar later rijdt de BE de laatste grensoverschrijdende goederentrein.

Tussen Enschede en Broekheurne rijden nog tot juli 1970 goederentreinen. Een jaar eerder maakt de enkele jaren daarvoor opgerichte MBS met twee Duitse motorwagens de eerste museale ritten over het traject. Deze periode rijdt nog slechts één goederentrein per week over het traject en is er dus alle ruimte voor de gewenste Twentse museumspoorlijn. Door de sluiting van het traject en de uitbreidingsplannen van de gemeente Enschede verhuist de MBS naar de spoorlijn Enschede – Haaksbergen en laat NS het baanvak Enschede Zuid – Broekheurne opbreken.

In de loop van de jaren ’60 verdwijnt de Twentse textielindustrie en vervalt ook het laatste kolenvervoer. In mei 1972 heft NS ook het laatste vervoer naar het goederenstation Enschede Zuid op. Het inmiddels sterk uitgebreide emplacement is in 1974 en 1975 opgebroken. Het baanvak Ahaus – Alstätte gaat eind jaren ’80 over naar de Bentheimer Eisenbahn en is nog tot 2004 in gebruik voor het goederenvervoer. Tot december 2006 is de verbinding in gebruik als museumlijn. In september 2007 is het laatste deel van de voormalige AE-lijn opgebroken.

Dienstregeling

Vanaf 25 april 1903 laat de HSM dagelijks vijf reizigerstreinen tussen Enschede Zuid en Ahaus rijden. Wanneer ruim elf jaar later de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, wordt de treindienst gestaakt. Vanaf maart 1915 rijden dagelijks weer drie reizigerstreinen tussen Enschede Zuid en Alstätte. Ook het goederenvervoer is deze periode hervat. Doordat het kolenvervoer tussen het Ruhrgebied en Twente een jaar later wordt gestaakt, neemt het goederenvervoer op de verbinding snel af. Eind 1924 keert het kolenvervoer terug op de verbinding. Het aantal reizigerstreinen is inmiddels gestegen naar vier per dag. Tijdens de Tweede Wereldoorlog rijden dagelijks nog twee reizigerstreinen over de verbinding. In april 1945 worden zowel het reizigers- als het goederenvervoer gestaakt. Eind 1948 rijden weer kolen- en andere goederentreinen tussen Ahaus en Enschede Zuid. Het internationale reizigersvervoer is niet hervat.

Materieelinzet

In eerste instantie voert de HSM de treindienst met stoomtractie uit. Ook na de overname door de Bentheimer Eisenbahn blijven stoomtreinen over de verbinding rijden. Voor het reizigersvervoer bestelt de BE bij de Duitse wagonfabriek Wismar drie kleine motorwagens. Eén hiervan is bestemd voor de treindienst tussen Enschede en Ahaus. Na het staken van de grensoverschrijdende reizigersdienst blijft de railbus nog tot 1968 tussen Ahaus en Alstätte rijden.

Hoewel de MBS nog plannen heeft om de spoorlijn tussen Enschede en Broekheurne als museumlijn te gebruiken, is het traject en het grote emplacement van Enschede Zuid halverwege de jaren ’70 opgebroken om ruimte te maken voor de uitbreidingsplannen van de gemeente Enschede. Terwijl de ruimte die het emplacement achterlaat nog altijd niet helemaal is opgevuld, is voormalige tracé is in Enschede volledig uitgewist. Buiten de stad duikt de spoordijk weer op enkele plekken op. Daarnaast blijven vrijwel alle gebouwen van het grensstation Broekheurne bewaard.

Op deze pagina een impressie van de restanten van de internationale lokaallijn.