De Noord-Friesche Locaalspoorweg-Maatschappij opent in 1901 de spoorlijn Leeuwarden – Metslawier. Twaalf jaar later verlengt de NFLS de lijn met bijna vijf kilometer tot Anjum. De spoorlijn en trein krijgen in de volksmond de bijnaam It Dockumer Lokaeltsje. De lokaallijn van 47 kilometer kent bijna twintig stations en haltes. Ondanks dat het reizigersvervoer in 1936 is opgeheven, blijven diverse stations- en haltegebouwen bewaard. Ook het oude spoorwegtracé dat eind jaren ’70 grotendeels is opgebroken, is vooral bij de woonkernen op diverse plekken in het landschap te herkennen.

Terwijl de ligging van de spoorlijn in veel dorpen nog wel is te achterhalen, is het tracé van de voormalige NFLS-lijn door ruilverkaveling verder vrijwel geheel uitgevaagd. Uitzondering is het traject Leeuwarden – Stiens dat pas in 1997 is gesloten en pas in 2011 grotendeels is opgebroken en inmiddels grotendeels als fiets- of wandelpad in gebruik is.

Terwijl in de jaren na de eeuwwisseling de laatste delen van het netwerk van de NFLS verdwijnen, ontstaan verschillende initiatieven om de herinneringen aan de, in de regio legendarische, spoorlijn levend te houden. Zo zijn er plannen om delen van de verbinding te herleggen voor toeristische exploitatie. Daarnaast blijft om deze reden in Leeuwarden al anderhalve kilometer spoor blijven liggen. Ook verschijnen op verschillende plekken monumenten voor It Dockumer Lokaeltsje. Rondom het gerestaureerde stationsgebouw van Marrum-Westernijkerk komt zelfs een klein emplacement met spoorwegmaterieel. Naast het station in Marrum blijven ook veel andere stationsgebouwen bewaard

De foto’s op deze pagina zijn gemaakt op 7 juni 2014, tenzij anders vermeld.

Leeuwarden – Stiens

Het baanvak Leeuwarden – Stiens is pas in 2011 grotendeels opgebroken en hierdoor enkele jaren later uiteraard nog goed te herkennen in het landschap. De boog van het stationsemplacement van Leeuwarden naar de brug over de Harlingervaart is echter grotendeels uitgewist door de herinrichting van het bedrijventerrein. De brug over de Harlingervaart is direct na de definitieve sluiting van de spoorlijn verwijderd. Ter herinnering is het middendeel met draaischijf op de noordelijke oever neergezet. Terwijl de gemeente plannen heeft om het brugdeel een monumentale status te geven, is het door miscommunicatie in 2019 verwijderd en gesloopt.

In Leeuwarden blijft tussen de Harlingerstraatweg en de Sem Dresdenstraat ruim anderhalve kilometer rails van de voormalige NFLS-lijn liggen. Begin 2014 is tussen de rails, bovenop de spoorbielzen een wandelpad aangelegd. Voorbij de Sem Dresdenstraat loopt de rails nog enkele honderden meters door richting de vliegbasis van de Friese hoofdstad. Van het emplacement Leeuwarden Halte is niets meer terug te vinden. Het bijbehorende stationsgebouw is in 1970 gesloopt.

Tussen de vliegbasis Leeuwarden en Stiens is het voormalig spoorwegtracé nog duidelijk herkenbaar in het landschap. Tussen de basis en de Brédyk is het tracé echter particulier eigendom en niet toegankelijk. Vanaf de Brédyk is het complete tracé tot in Stiens sinds 2017 in gebruik als geasfalteerd fietspad. Hierbij is de resterende rails uit de vroegere spoorwegovergangen tussen Jelsum en Cornjum verwijderd en vervangen door een bestratingspatroon dat herinnert aan het spoorse verleden.

Bij het begin van het fietspad staat tot 1944 het stationsgebouw van Jelsum. Het gebouw raakt dat jaar bij een bombardement zo zwaar beschadigd dat het vrijwel direct is gesloopt. De fundamenten van het gebouw blijven echter bewaard en zijn nog altijd zichtbaar. In 2022 is op de plek van het vroegere perron een replica van het toiletgebouwtje neergezet. Het is de bedoeling dat ook het stationsgebouw wordt gereconstrueerd. Voor het zo ver is, wordt een rijtuig van de NFLS herbouwd en in 2024 bij het voormalige station neergezet.

In Stiens opent de NFLS in 1901 het enige stationsgebouw van het type eerste klasse. Na het beëindigen van de stationsfuncties blijft het gebouw als woonhuis bewaard. Vlakbij het stationsgebouw staat de voormalige locomotiefloods annex werkplaats van de spoorwegmaatschappij. Het grote gebouw is slechts tot 1928 in gebruik bij de NFLS en heeft daarna diverse andere functies. Het uitgebreide emplacement is de eerste decennia nadat de rails zijn verdwenen niet bebouwd maar veranderd in open gebied in het dorp. In 2020 zijn bijna 60 woningen op het terrein neergezet. De vormgeving van de woningen verwijst naar de goederentreinen op it Dockumer Lokaeltsje. Datzelfde jaar is de restauratie van de locomotiefloods gereed.

Op de onderstaande kaarten is de veranderende situatie in en om Stiens te zien rond 1935 en 2020. In het midden het voormalige station en de locomotiefloods. Linksboven buigt de lijn naar Harlingen naar het westen af.

Stiens – Holwerd

Buiten Stiens zijn kleine gedeeltes van de voormalige spoorlijn onder andere door de ligging van sloten en paden in het landschap te herkennen. Door ruilverkaveling zijn echter ook grote gedeeltes onherkenbaar verdwenen. Vanaf Finkum is ongeveer 300 meter van de voormalige spoorlijn via een fietspad te volgen. Het haltegebouw van het dorp is echter gesloopt. Ter herinnering aan de halte is een opvallend monument neergezet. De voormalige spoorhaven aan de Finkumer Vaart is bewaard gebleven als kleine jachthaven ’t Spoardok. Over de vaart ligt een fietsbrug die rust op de landhoofden van de voormalige spoorlijn. In Hijum is het haltegebouw bewaard gebleven. De nabijgelegen voormalige overweg is voorzien van vastgemetselde slagbomen en een bijpassend tegelpatroon in de bestrating. Vanaf hier is het tracé opnieuw enkele honderden meters als fietspad te volgen. Het pad loopt dood op het bewaarde landhoofd aan de zuidzijde van de Hijumer Vaart. In Hallum is het stationsgebouw gesloopt. Op de plek van het voormalige station staat inmiddels een garagebedrijf. Met een beetje fantasie is in het bijzondere gebouw van het bedrijf een locomotief met korte goederentrein te herkennen.

Het stationsgebouw van Marrum-Westernijkerk, drie kilometer verder, is in 2004 aan de buitenzijde geheel in oude staat gerestaureerd. Langs het perron voor het stationsgebouw liggen enkele meters rails waarop in maart 2013 Locomotor 320 en ruim een jaar later een stoomlocomotief zijn geplaatst. In juli 2015 zijn twee gerestaureerde coupérijtuigen achter de stoomloc neergezet. Hierna is de locomotief in historische NFLS-kleurstelling geschilderd. Vanaf oktober 2015 is het geheel in gebruik als pannenkoekenrestaurant. In de daaropvolgende jaren is het emplacement en het materieelpark van de zogenaamde Marrumer IJzeren Spoorweg Maatschappij verder uitgebreid. Zo komt ook achter de sik een rijtuig te staan en komt aan de straatzijde van het stationsgebouw een gerestaureerde goederenwagon met daarin toiletten. In mei 2022 zijn vier slaaprijtuigen aan de collectie toegevoegd en is het ook mogelijk om bij het station te overnachten.

Bij de brug over de Finkumer Vaart staat nog een authentieke hectometerpaal. De landhoofden van de voormalige spoorbrug over de Finkumer vaart worden verbonden door een fietsbrug. Ten noorden van Finkum volgt een fietspad enkele honderden meters het voormalige spoorwegtracé. Waar het fietspad een knik naar rechts maakt, ging de spoorlijn echter rechtdoor. Hoewel het spoorwegtracé tussen Finkum en Hijum grondig is uitgevaagd, is het haltegebouw van Hijum bewaard gebleven.
Het pad op het voormalige spoorwegtracé bij Hijum. Het noordelijke landhoofd van de voormalige brug over de Hijumer Vaart. Het gerestaureerde stationsgebouw Marrum-Westernijkerk. In de jaren na deze foto is het emplacement uitgebreid tot vier sporen en is ook het materieelpark van de MIJSM ten behoeve van restaurant de Pannenkoekentrein verder uitgebreid. Bij Blija is de voormalige spoorlijn over een lengte van een kilometer via een pad te volgen.

Vanaf station Marrum-Westernijkerk is de voormalige spoorlijn weer enkele honderden meters over een onverhard pad te volgen. In Ferwerd is het stationsgebouw verdwenen, maar is de oude NFLS-lijn vanaf de bewaarde spoorbrug over de Burmania Vaart ruim een kilometer lang over verschillende wegen en paden te volgen. Tussen het dorp en Blija en een deel van het voormalige tracé te herkennen als kaarsrechte strook tussen de landbouwgronden. Vanaf de Vogelzangsterweg is 750 meter van het baanvak via een pad te volgen. Langs het pad ligt het bewaarde haltegebouw van Blija. Ook in Holwerd is het voormalige stationsgebouw bewaard gebleven. Het gebouw is echter met diverse bijgebouwen uitgebreid en vrijwel onherkenbaar verbouwd. De voormalige spoorlijn is aan de rand van het dorp zo’n anderhalve kilometer te volgen via verschillende paden en wegen.

Het voormalige stationsgebouw van Blija op 7 juni 2014. Ook bij Holwerd is de voormalige spoorlijn ruim een kilometer te volgen. Van de voormalige spoorbrug over de Holwerder Vaart zijn niet alleen de landhoofden maar ook de originele liggers bewaard gebleven. Het voormalige stationsgebouw van Holwerd is door verschillende aanbouwen vrijwel onherkenbaar. Op de voorgrond ligt de voormalige losweg.
Holwerd – Dokkum – Anjum

Het voormalige stationsgebouw van Ternaard is eveneens bewaard gebleven. Het is sinds de sloop van stationsgebouwen aan de spoorlijn Sauwerd – Roodeschool in de jaren ’70 het meest noordelijk gelegen stationsgebouw van Nederland. Bij het dorp is de grote boog van 90 graden die de voormalige NFLS-lijn maakt, duidelijk te herkennen in het slotenpatroon. Het haltegebouw van de stopplaats Hantum en het stationsgebouw Dokkum-Aalsum zijn verdwenen. Ten noorden van Dokkum is de spoorlijn echter wel weer bijna een kilometer te volgen over de weg met bijpassende naam ‘Spoarbaan’. Ook de Rondweg Noord volgt een deel van het traject.

Tussen Dokkum en Metslawier zijn grote delen van de voormalige spoordijk blijven liggen. De dijk is echter niet overal toegankelijk. In Metslawier is het stationsgebouw bewaard gebleven. Het gebouw is echter wel grondig verbouwd. Het haltegebouw van Morra-Lioessens is geheel gerenoveerd. Van het voormalige eindpunt Anjum zijn het stationsgebouw en de kleine locloods, voorheen geschikt voor één locomotief en inmiddels een dubbel woonhuis, bewaard gebleven. Beide zijn verbonden via een onverhard pad, de Skânserwei.

Begin 2011 is de Stichting Noord-Friesche Locaalspoorweg-Maatschappij opgericht. De stichting wil delen van It Dockumer Lokaeltsje herleggen om het toerisme in de regio te bevorderen, bijvoorbeeld door spoorfietsen mogelijk te maken. Bovendien wil de stichting de spoorlijn na Anjum verlengen naar een vakantiepark aan het Lauwersmeer. Vooralsnog verschijnen alleen enkele andreaskruisen bij voormalige overwegen.

Op de foto boven dit artikel de voormalige locomotiefloods en werkplaats van de NFLS in Stiens, 7 juni 2014. Zes jaar later is het monumentale gebouw gerenoveerd en zijn rond de loods bijna 60 woningen in de vorm van goederentreinen neergezet.