Op 20 september 1839 rijdt de eerste trein in Nederland tussen Amsterdam en Haarlem. Vijf jaar later is in Haarlem de eerste werkplaats voor spoorwegmaterieel in gebruik genomen. Tijdens het 175-jarig jubileum van het spoor in Nederland opent de huidige werkplaats van NedTrain in Haarlem de deuren. Tijdens de open dag van de Refurbishment & Overhaul Haarlem, zoals de locatie officiëel heet, krijgen de bezoekers een kijkje achter de schermen van de diverse productieafdelingen. Door de verschillende hallen is een wandelroute uitgezet die een uitgebreide kijk op de werkzaamheden van NedTrain laat zien. Buiten het reguliere werk is ook een groot aantal lopende revisieprojecten te zien. Ook is historisch materieel in de werkplaats opgesteld.

Als voorbeeld voor het schadeherstelbedrijf staat onder andere de ABk van Plan V 954 opgesteld. Blauwe Engel 41 is één van de aanwezige museumrijtuigen. In de werkplaats staat een groot aantal IC-rijtuigen die worden opgeknapt voor de inzet op de HSL. De rijtuigen worden onder andere opnieuw geschilderd. In de hal worden diverse behandelmethoden voor wielen gedemonstreerd.
In de werkplaats worden diverse draai- en wielstellen en apparatuur om ze te reviseren gedemonstreerd. SLT-treinstel 2601 staat in de Revisiehal als eerste treinstel van het type dat de eerste revisie krijgt. Ook de Motorpost van het Spoorwegmuseum is in de werkplaats opgesteld. Met motorrijtuig Jaap wordt gedemonstreerd hoe rijtuigen doormiddel van luchtkussentransport in de productiehal kunnen worden verplaatst.

Impressie van de grote opkomst in de schadeherstel-hal. Bij de aanleg van de eerste Nederlandse spoorlijn tussen Amsterdam en Haarlem, zijn beide stations voorzien van enkele werkplaatsvoorzieningen zoals een magazijn, een wagenmakerij en een smederij. Na enkele jaren spoorvervoer ontstaat bij de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij de behoefte aan een centrale werkplaats waar alle werkzaamheden aan de locomotieven en rijtuigen verricht kunnen worden. In 1844 neemt de HIJSM in Haarlem dan ook de Centrale Werkplaats in gebruik. Hiervoor zijn zelfs enkele houten werkplaatsgebouwen uit Amsterdam overgebracht. In de daaropvolgende jaren bouwen de diverse spoorwegmaatschappijen diverse werkplaatsen aan hun spoorlijnen. Hierbij is onder andere de basis gelegd voor de werkplaatsen van Zwolle, Utrecht, Tilburg en Maastricht. Met de komst van de eerste elektrische trein krijgt ook Leidschendam een werkplaats. In 1924 krijgt ook Amsterdam weer een werkplaats, nu aan de Zaanstraat.

Met het samenvoegen van de verschillende spoorwegmaatschappijen tot de Nederlandse Spoorwegen krijgt de Haarlemse werkplaats de titel Hoofdwerkplaats. Later wordt dit Revisiebedrijf Haarlem. Vanaf 1999 valt de werkplaats onder NedTrain en wordt de officiële naam Nedtrain Refurbishment & Overhaul Haarlem. De werkplaats groeit uit tot één van de modernste revisiebedrijven van Europa en haalt via aanbestedingsprocedures zelfs buitenlandse opdrachten binnen.

Begin mei 2014 wordt bekend dat de Noorse Spoorwegen NedTrain in Haarlem de opdracht hebben gegeven twintig Noorse treinstellen van het type BM 73 te reviseren. De werkplaats verkrijgt deze eerste grote buitenlandse opdracht na een Europese aanbestedingsprocedure. In de revisiehal is één van de rijtuigen te bezichtigen. De wandelroute leidt ook langs het buitenterrein waar een groot aantal wielen is opgesteld. Ook het resterende DD-AR-materieel wordt in Haarlem opgeknapt om opnieuw in dienst genomen te worden. In de schadeherstel-hal is ook de kopbak van SLT-treinstel 2648 aanwezig. Het treinstel botst in april 2012 in Amsterdam frontaal op DD-IRM 8711.