Na de bevrijding blijft een groot aantal locomotieven van de geallieerde troepen op het Europese vasteland achter. Zo staan de WD 70029, 70033, 70040, 70041 en 70045 in Nederland. In 1946 rijden de locomotieven op de tramlijnen van de NTM en een jaar later gaan ze samen met de tramlijnen over naar NS. Hierbij krijgt het vijftal de groene NS-kleurstelling en de nummers 161-165. In 1957 gaan de laatste drie exemplaren terzijde. Voor het behoud van de 162 is in 2009 een aparte stichting opgericht. Een exemplaar uit Engeland wordt in Noordwolde opgeknapt tot statisch object.

Omdat verwacht wordt dat de terugtrekkende Duitsers bij de invasie van Normandië een spoor van vernieling achterlaten, worden na de invasie maar liefst 1.500 locomotieven en 20.000 goederenwagens naar het Europese vasteland verscheept. Eén van de locomtiefseries die het Britse Ministerie van Oorlog voor de invasie laat bouwen, bestaat uit lichte diesellocomotieven op basis van een bestaand ontwerp uit de jaren ’30. De locomotieven zijn voornamelijk voor de rangeerdiensten bestemd en krijgen de nummers WD 70029-70048. De WD-locs zijn in 1941 gereed. Voor de reguliere Britse markt zijn tot in 1952 in totaal zo’n 130 exemplaren gebouwd.

Na de bevrijding blijven WD 70029, 70033, 70040, 70041 en 70045 in Nijmegen achter. In eerste instantie toont de Westlandsche Stoomtramweg Maatschappij interesse in het vijftal. Door de lage topsnelheid van 28 km/u gaat de overname niet door. De Nederlandsche Tramweg Maatschappij kan de locomotieven wel gebruiken en neemt ze in de loop van 1946 op huurbasis in gebruik. Een jaar later gaat het tramnet van de NTM samen met het materieel over naar NS. Hierbij neemt NS ook de vijf locomotieven van het Britse War Department over. Het vijftal is hierbij vernummerd in de aansluitende reeks 161-165. Ook krijgen de vijf locomotieven de groene NS-kleurstelling.

NS laat de locomotieven alleen vanuit Steenwijk naar Gorredijk en Hijkersmilde rijden en heeft hierdoor dagelijks slechts twee exemplaren nodig. De defecte 163 komt daardoor nooit in dienst. In 1951 gaat ook de 161 terzijde. Beide locomotieven zijn hierna al snel gesloopt. De laatste drie exemplaren zijn per 1 februari 1957 vervangen door de speciaal voor de tramdiensten gebouwde serie 450.

De 165 gaat over naar Pakhuismeesteren in Pernis en is in 1962 alsnog gesloopt. De andere twee locs gaan naar de particuliere steenkoolmijn Willem-Sophia in Spekholzerheide waar ze aanzienlijk verbouwd zijn. Na de sluiting van de mijn in 1970 gaat het duo naar een Belgische vuilverwerker. Hier dient de 164 als onderdelenleverancier en wordt al snel gesloopt. Vijf jaar na aankomst gaat ook de 162 buiten dienst. De loc is hierna te koop gezet maar in twintig jaar nooit verkocht. In 1996 ontdekt Stibans de voormalige NS 162 en haalt de loc terug naar Nederland.

Inzet

De locs rijden in 1946 voor de NTM vanuit de depots Drachten en Oosterwolde op de tramlijnen naar Groningen, Veenwouden, Gorredijk, Steenwijk en Hijkersmilde. Een jaar later gaan de locs net als de lijnen van de NTM over naar NS die de locs voortaan vanuit depot Steenwijk inzet. In eerste instantie rijden twee locs in voorspan tussen Steenwijk en Makkinga waarna één loc met de nodige wagons doorrijdt naar Gorredijk en één naar Hijkersmilde. Door de slechte toestand van de baan rijden beide treinen al snel apart van elkaar.

Museummaterieel

In 1996 belandt de 162 dankzij Stibans weer in Nederland. De daaropvolgende jaren begint met behulp van verschillende bedrijven en enkele Nederlandse en Britse museumorganisaties het herstel van de loc. Hierbij dienen onder andere twee in Engeland verblijvende soortgenoten als onderdelenleverancier. Bij het samengaan van Stibans en het Spoorwegmuseum in september 2009 dreigt de 162 niet in de collectie opgenomen te worden en is de aparte Stichting 162 opgericht. In het voorjaar van 2012 gaat de locomotief naar het depot van de SHM in Hoorn om verder gerestaureerd te worden. In februari 2014 is de restauratie van de locomotief afgerond en rijdt de loc op de verschillende museumlijnen. In september 2015 is de locomotief in de werkplaats van de STAR in de groene NS-kleur geschilderd en weer van het NS-nummer 162 voorzien. Vanaf september 2018 staat de loc drie jaar bij de MBS. In 2000 is de loc weer omgeschilderd in WD 70033. Eind september 2021 verhuist de loc naar het Nederlands Transportmuseum in Nieuw-Vennep.

Voor de restauratie van de 162 zijn onderdelen uit twee Britse exemplaren van het locomotieftype gebruikt. Eén van de pluklocs is de voormalige WD 70031. De locomotief belandt na het uitnemen van de bruikbare onderdelen bij het Oorlogsmuseum in Overloon. Hoewel het museum de locomotief als statisch object wil herstellen, gebeurt dit uiteindelijk niet. In april 2019 verhuist het casco naar Noordwolde. De daaropvolgende jaren is de locomotief aldaar en bij de STAR in Stadskanaal optisch mogelijk in historische staat hersteld. Hierbij is de loc bovendien weer rijvaardig gemaakt. Eind mei 2024 is de locomotief als NS 164 als statisch object bij het voormalige tramstation van de NTM in Noordwolde geplaatst.

Op de foto boven dit artikel de voormalige WD 70031 als NS 164 in Noordwolde op 28 juli 2024.