Ter vervanging van de laatste diesellocomotieven van de serie 2400 bestelt NS in 1985 60 dieselelektrische locomotieven van de serie 6400. De locs zijn afgeleid van het type DE 1002 van Machinefabrik Kiel. De serie 6400 krijgt echter een groter vermogen, een ruimere cabine en meer lengte. De 6401 wordt in april 1988 als eerste exemplaar afgeleverd. Een jaar later plaatst NS een vervolgorder voor nogmaals 60 exemplaren. Hiermee worden ook de locomotieven uit de serie 2200 vervangen. Verschillende locs krijgen in de loop van de jaren ’90 buitenlandse beveiligingssystemen zodat ze ook in België en Duitsland ingezet kunnen worden. Later is een aantal locomotieven geschikt gemaakt voor dienst op de Betuweroute.
Ter vervanging van de laatste diesellocomotieven van de serie 2400 bestelt NS in 1985 60 dieselelektrische locomotieven van de serie 6400. De locs zijn afgeleid van het type DE 1002 van Machinefabrik Kiel. De serie 6400 krijgt echter een groter vermogen, een ruimere cabine en meer lengte. De 6401 wordt in april 1988 als eerste exemplaar afgeleverd. Een jaar later plaatst NS een vervolgorder voor nogmaals 60 exemplaren. Hiermee worden ook de locomotieven uit de serie 2200 vervangen. Verschillende locs krijgen in de loop van de jaren ’90 buitenlandse beveiligingssystemen zodat ze ook in België en Duitsland ingezet kunnen worden. Later is een aantal locomotieven geschikt gemaakt voor dienst op de Betuweroute.
Om het locomotiefpark te vernieuwen en de oude diesellocomotieven uit de jaren ’50 te vervangen, wil NS begin jaren ’80 twee series nieuwe diesellocs bestellen. Met het oog op het teruglopende goederenvervoer kijkt de vervoerder naar bestaande ontwerpen. De keuze valt op een aangepast ontwerp van de DE 1002 van Machinefabrik Kiel (MaK). In november 1985 bestelt NS zestig locs van de serie 6400. Het plan is om hierna een lichte variant te bouwen als serie 6200. Omdat door het teruglopende goederenvervoer geen locs met een geringer vermogen nodig zijn, bestelt NS in 1989 nog zestig locs uit de serie 6400.
Alle locomotieven volgen vrijwel hetzelfde proefprogramma met ritten door Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. Speciaal voor de proefritten met de nieuwe locs zijn een voormalige Benelux-stuurstand en een Plan E-rijtuig aangepast en geel geschilderd. De 6520 is in juni 1994 als laatste exemplaar afgeleverd. De eerste 110 locs zijn in NS huisstijl geel-grijs geschilderd, de laatste tien exemplaren krijgen de rode huisstijl van NS Cargo. Een groot deel van de locomotieven krijgt in de beginjaren de voornaam van iemand met bijzondere verdiensten voor of bij NS.
De 6461-6475 zijn uitgevoerd als zogenaamde energielocomotieven en zo geschikt voor het verwarmen van reizigerstreinen. Hoewel er eind jaren ’80 plannen zijn om opnieuw getrokken treinen met dieseltractie te gaan rijden, komt de inzet van een 6400 in de reizigersdienst slechts incidenteel voor. Hierbij gaat het voornamelijk om speciaal vervoer en vervangende treinen tijdens werkzaamheden.
Serie 6400 in Noorwegen
Ook de Noorse spoorwegmaatschappij, Norges Statsbaner (NSB) oriënteert zich eind jaren ’80 op een opvolger voor hun oude diesellocomotieven. Nog voor de aflevering aan NS stelt fabrikant ABB/MaK de 6443 beschikbaar aan de NSB. In augustus en september 1990 wordt de locomotief in de reguliere goederendienst ingezet. Na de goede ervaringen met de 6443 huurt de NSB vanaf augustus 1993 zes locomotieven uit de serie 6400. In 1994 volgen nog drie exemplaren. Door vertraagde aflevering van nieuwe diesellocomotieven aan de Noorse spoorwegen rijden de locs tot eind 1996 in Noorwegen. Zo’n twintig jaar later gaan opnieuw enkele locomotieven uit de serie 6400 naar Noorwegen. De locs komen ditmaal in dienst van commerciële vervoerders.
Aangepaste locomotieven uit de serie 6400
Voor het heuvelbedrijf op de Kijfhoek zijn de 6411-6414 in 1995 voorzien van de zogenaamde Wabco-installaties uit de heuvellocomotieven 2351-2354. Later nemen de 6476-6479 de heuveldiensten over.
De 6515-6520 zijn in 1997 aangepast om ook in België te kunnen rijden. De locomotieven krijgen de officieuze bijnaam Vlaamse Reuzen. Voor de dienst naar Duitsland zijn twee jaar later de 6495-6499 aangepast. De zogenaamde Duitse Herders zijn bovendien rood geschilderd. Later versterken ook de 6505-6414 de Vlaamse Reuzen. De 6486-6494 en 6500-6503 worden geschikt gemaakt voor de treindienst in Duitsland. In 2006 en 2007 krijgen vrijwel alle locomotieven uit de tweede serie het Duitse beveiligingssysteem Indusi. Bedoeling is de locs in te zetten in Duitse goederendiensten. Een klein deel belandt daadwerkelijk in Duitsland. Daarnaast is een aantal locomotieven uit de eerste serie aangepast zodat ze in combinatie met de Duitse Herders in Duitsland kunnen rijden. Voor de inzet op onder andere de noordelijke diesellijnen en de spoorlijn Nijmegen – Roermond zijn de 6411-6418 voorzien van ATB NG. De 6421-6442 zijn voor de inzet op de Betuweroute voorzien van het Europese beveiligingssysteem ETCS. Eind 2017 zijn ook de 6454 en 6455 van ATB NG voorzien. Als gevolg van de toenemende activiteiten van DB Cargo rond Antwerpen en Gent zijn zes eerder terzijde gestelde locs in 2018 geschikt gemaakt voor de inzet in België.
Bij de opsplitsing van NS in Reizigers en Cargo op 1 januari 1994 gaan alle locomotieven formeel naar NS Cargo. In 1999 is de verdeling van het locomotievenpark definitief. Een jaar later gaat NS Cargo verder als Railion Benelux. De DB is grootaandeelhouder van de goederenvervoerder. De 6471 is in maart 2002 de eerste locomotief die wordt voorzien van het logo van Railion. Vanaf 2003 rijden de locs onder de vlag van Railion Nederland. Hoewel de huisstijl van de goederenvervoerder rood is, blijven de locomotieven grotendeels in de geel-grijze NS-huisstijl rijden. In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld bij herstel na schade, is een enkel exemplaar rood geschilderd. Later krijgen de geel-grijze locomotieven wel rode stickers met de naam van de vervoerder en het locomotiefnummer op de cabine. De 6401-6403 en de 6504 rijden intussen van 2006 tot september 2009 in de grijs-blauwe kleurstelling van Railpro. De locomotieven rijden in eerste instantie een jaar lang werktreinen met bouwmaterialen tussen Amsterdam Westhaven en Almelo. Vanaf eind 2007 verschijnen ze weer in het reguliere goederenvervoer.
In 2007 krijgen de eerste locomotieven logo’s van Railion DB Logistics op de cabine. De officiële naam van de vervoerder wijzigt in 2009 in DB Schenker Rail en later in DB Cargo. De goederenvervoerder rijdt dan al in een groot deel van West-Europa. Naast het aanbrengen van DB-logo’s voorziet de vervoerder de daaropvolgende jaren vrijwel alle dienstdoende locomotieven geleidelijk van de verkeersrode kleurstelling. Vanaf 2018 rijdt alleen de 6461 nog in NS-kleuren rond.
Vanaf eind jaren ’90 neemt de concurrentie in het goederenvervoer in een snel tempo toe. Binnen tien jaar rijden alleen al in Nederland ruim tien vervoerders met goederentreinen. Railion verliest verschillende klanten en beëindigt het relatief dure vervoer naar diverse losplaatsen. Met de sluiting van de losplaatsen, de elektrificatie van de Havenlijn en de komst van meerspanningslocomotieven van de serie BR189 neemt de behoefte aan diesellocomotieven nog verder af. In 2009 gaan ruim 40 locomotieven van de serie 6400 terzijde. In 2010 volgen zo’n twintig exemplaren. Dat jaar zijn de 6415 en 6514 als eerste locomotieven uit de serie gesloopt. Beide locs raken zwaar beschadigd bij een treinbotsing bij Barendrecht.
Na twee winters met relatief veel overlast voor het spoorvervoer huurt ProRail voor de periode november 2011 – maart 2012 drie locs uit de serie 6400. De locs komen uit de groep terzijde gestelde locomotieven en zijn opnieuw rijvaardig gemaakt. Ze krijgen op de cabine stickers met daarop de tekst ProRail Winterwegsleepdienst. De 6451, 6455 en 6458 zijn voorzien van een automatische koppeling en worden bij verwachte sneeuwval op strategische plaatsen in het land neergezet. In oktober 2012 worden de drie locs opnieuw verdeeld over het land neergezet. Ook de 6417 en 6430 worden dan officieel ‘wegsleeploc’. De locs staan voortaan ook bij andere extreme weersomstandigheden paraat voor het wegslepen van defect materieel. In 2014 raakt DE-loc 6417 in Onnen bij een aanrijding beschadigd en neemt de 6414 de koppelingen van de loc over. In 2017 gaat de wegsleepdienst over naar een andere vervoerder.
Een groot aantal terzijde gestelde locs is in de periode 2015-2019 opgeknapt en verkocht aan andere vervoerders. Hierbij verhuizen bijna 40 locomotieven naar DB Cargo Polska.
Omdat de behoefte aan diesellocomotieven door verschillende omstandigheden sterk afneemt, gaat in de jaren 2009 en 2010 ongeveer de helft van de vloot 6400-en terzijde. Vijf jaar later gaat een groot deel over naar andere vervoerders. Terwijl de meeste locomotieven naar het buitenland verdwijnen, is ook een aantal exemplaren in Nederland actief.
Lees hier meer over de locs van de serie 6400 bij andere vervoerders.
Een ongeschreven regel is dat van alle grote lijndiesels één exemplaar in de originele kleurstelling blijft rijden. Na de 2501 uit de serie 2400 en de 2275 uit de serie 2200 die tot hun buitendienststelling in de bruine kleurstelling blijven rond rijden, is het bij de serie 6400 de 6461 die originele geel-grijze NS-kleurstelling behoudt. Bij de overname door DB Cargo maken de stickers van Railion plaats voor het originele nummer en een bescheiden zwart DB-logo op de plek van het oude NS-logo.
Inzet
De locomotieven uit de serie 6400 nemen in de eerste helft van de jaren ’90 vrijwel alle goederendiensten van de oude diesellocomotieven over. NS zet de locs vanaf mei 1989 vanuit Zwolle in de noordelijke provincies in. Begin 1990 volgen de goederentreinen rond Utrecht en een half jaar later volgt een groot deel van de goederendiensten in de regio Rotterdam. Hierna volgen de regio’s Arnhem en Noord-Brabant. In de zomer van 1991 verschijnen de locs ook planmatig in Noord-Holland en Limburg. Alleen in op de goederenlijnen in Zeeuws-Vlaanderen zet NS de locs vooralsnog niet in.
Met de komst van nieuwe goederenvervoerders op het Nederlandse spoorwegnet verdwijnen de locomotieven weer van diverse verbindingen.
In 2009 krijgen enkele locs een nieuw werkgebied. Dat jaar vervangt DB Schenker de Duitse locs die in Zeeuws-Vlaanderen zijn gestationeerd door vijf locomotieven uit de serie 6400.
Enkele jaren later krijgt DB Cargo Nederland volledige toelating op het Belgische spoorwegnet en vestigt de vervoerder zich ook in Antwerpen. Naast het grensoverschrijdende goederenvervoer zijn de locomotieven ook steeds vaker actief in de Antwerpse haven en rond Gent.
Op de foto boven dit artikel staat DE-loc 6413 op 19 april 2014 in Almelo te wachten op de volgende inzet.