Om het snel groeiende aantal reizigers op te vangen, besluit NS eind jaren ’80 nieuw dubbeldeksmaterieel en nieuwe locomotieven te bestellen. Het materieel is gebaseerd op bestaande ontwerpen en kan zo snel worden gebouwd. In 1990 bestelt NS 81 locomotieven van de nieuwe serie 1700. In december 1991 komt het eerste exemplaar in Nederland aan. Dat jaar start tevens de ontwikkeling van speciale motorwagens voor de dubbeldeksstammen. Eind jaren ’90 vervangen de motorrijtuigen 50 locomotieven. Vrijgekomen locs vervangen de serie 1600 in de reizigersdienst. Deze schuiven door naar de diensten van de laatste locs uit de jaren ’50. De serie 1700 rijdt alleen reizigerstreinen. Door het teruglopend aantal getrokken treinen gaan rond 2010 de eerste locs terzijde. In 2015 verdwijnen de laatste ‘normale’ Intercityrijtuigen uit de normale treindiensten en rijden de resterende locs alleen nog met gereactiveerde dubbeldeksrijtuigen en enkele internationale treinen. Eind 2023 gaan de laatste exemplaren bij NS terzijde. Diverse locomotieven belanden bij andere bedrijven.
Met het oog op het toenemend aantal reizigers door de invoering van de OV-jaarkaarten voor militairen en studenten en de fileproblematiek in de Randstad ontstaan in 1988 plannen om 45 tot 85 extra locomotieven van de serie 1600 te bestellen en deze samen met een groot aantal nieuwe dubbeldeksrijtuigen in te zetten. Beide materieelsoorten zijn vervolgseries van bestaand materieel en kunnen dus snel geleverd en ingezet worden. Diezelfde periode wordt gesproken over een geheel nieuwe serie locomotieven die als serie 1700 halverwege de jaren ’90 de oudste locomotieven uit de jaren ’50 moet vervangen. Uiteindelijk bestelt NS in januari 1990 38 locomotieven die uiterlijk vrijwel gelijk zijn aan de locomotieven van de serie 1600. Technisch wijken de locs op een aantal punten af. Zo krijgen ze een automatische koppeling en andere toepassingen zodat de dubbeldeks-trek/duweenheden als treinstellen behandeld kunnen worden. NS plaatst elf maanden later al een vervolgorder voor nog eens 43 locomotieven. De locs krijgen de nummers 1701-1781. In navolging van de locomotieven van de series 1300 en 1600 krijgt een deel van de locs een plaatsnaam met gemeentewapen.
De 81 locomotieven van de serie 1700 zijn bij indienststelling voornamelijk gebruikt voor het trekken en duwen van Dubbeldeksstammen. Om eenvoudig te kunnen koppelen met andere DD-AR-treinstammen zijn deze locomotieven aan één zijde voorzien van een automatische koppeling. Alleen de 1735-1741 rijden na hun indienststelling ruim een jaar als normale locomotief. Hierbij rijden ze naast reizigerstreinen ook goederentreinen. Wanneer voldoende DD-AR materieel beschikbaar is, zijn ook deze locomotieven bij dubbeldeksstammen gevoegd. In de zomer van 1994 zijn in totaal 81 locomotieven en 79 dubbeldeksstammen beschikbaar.
Eind jaren ’90 vervangen 50 speciaal voor de dubbeldeksstammen ontwikkelde motorrijtuigen evenzoveel locomotieven. Hoewel het dan nog de bedoeling is dat 21 exemplaren door NS Cargo worden overgenomen, vervangen de vrijgekomen exemplaren een aantal locs uit de serie 1600 in de reizigersdienst. Deze vervangen op hun beurt de laatste elektrische locomotieven van de series 1100, 1200 en 1300 in de goederendienst. In januari 1998 komen eerste locomotieven beschikbaar voor de getrokken reizigersdienst. De volgende jaren volgen bijna 50 exemplaren. De 1701-1728 blijven in combinatie met de DD-AR-stammen zonder motorrijtuig rijden. De 1729-1732 kunnen naar behoefte worden aangepast voor DD-AR-dienst of overige diensten.
In februari 2000 raakt de 1735 bij een brand in Venlo ernstig beschadigd en gaat als eerste loc uit de serie buiten dienst. De loc is in oktober 2002 gesloopt. Door het dalende aantal getrokken reizigerstreinen en de inzet van intercityrijtuigen op de hogesnelheidslijn ontstaat bij NS Reizigers een overschot aan elektrische locomotieven. Nadat de meeste locs uit de serie 1800 buiten dienst zijn gesteld, volgen eind 2009 de eerste locomotieven uit de serie 1700.
In november 2011 nemen de 1769, 1770, 1772-1781 de tractie van de oude Dubbeldeksrijtuigen over van de terzijde gestelde locs uit de serie 1800. De locomotieven zijn op enkele punten aangepast en hierdoor niet langer geschikt voor het rijden van trek-duwtreinen met Intercityrijtuigen. Om genoeg locs voor de overige diensten beschikbaar te hebben, komen enkele eerder terzijde gestelde exemplaren opnieuw in dienst. In de zomer van 2012 gaan zowel de oude dubbeldeksrijtuigen als de twaalf locomotieven terzijde. In de daaropvolgende herfstperiode zijn de 1770, 1774, 1777 en 1778 in zogenaamde Sandite-campagne ingezet. De locs rijden in duo’s met in het midden een container over verschillende baanvakken om de sporen van de speciale gel te voorzien. De vier gaan na afloop van de campagne opnieuw terzijde. In februari 2013 gaan de 1774 en 1777 over naar het toenmalige NS Hispeed. In de maanden daarna komen ook de 1770, 1778-1780 weer in dienst. NS Hispeed gebruikt de locomotieven in eerste instantie voor de verwarming van de rijtuigen voor de Beneluxtrein op de Haagse Binckhorst en het onderhoudstransport van de rijtuigen tussen de hofstad en Maastricht. Later rijden de locs ook andere materieeltransport en getrokken treinen. Uiteraard met uitzondering van de trek-duwstammen met ICR.
De ombouw van het DD-AR-materieel tot intercitymaterieel zorgt ervoor dat de 28 locomotieven die met dubbeldeksstammen rijden, eind 2012, begin 2013 geleidelijk terzijde gaan. De verbouwde dubbeldeksrijtuigen vormen alleen nog treinstammen in combinatie met motorrijtuigen. Twintig treinstammen zijn bovendien met behulp van vrijgekomen dubbeldeksrijtuigen verlengd tot zeswagenstam. De overige rijtuigen, waaronder enkele tientallen stuurstandrijtuigen, gaan net als de locomotieven, terzijde. Op 30 mei 2013 rijdt de laatste combinatie van een locomotief uit de serie 1700 met dubbeldeksrijtuigen.
Een half jaar later wordt bekend dat NS met resterende rijtuigen alsnog 18 driewagenstammen voor de sprinterdiensten gaat formeren. Voor de tractie van de treinstammen zijn vanaf augustus 2014 21 locomotieven uit de rijdende vloot aangepast en voorzien van automatische koppeling. De locs komen vrij doordat NS na het debacle met de V250-treinstellen alle Intercityrijtuigen nodig heeft om de dienstregeling op de Hogenselheidslijn uit te voeren. Wanneer de inzet met ICR op het conventionele spoorwegnet in de loop van 2015 stopt, verdeelt NS de resterende rijdende locomotieven uit de serie 1700 in een groep voor NS International (1738, 1739, 1744-1746, 1750, 1752, 1753, 1761 en 1765) en een groep die met het oude Dubbeldeksmaterieel, dat weer opnieuw in dienst komt, gaat rijden (1731, 1751, 1755, 1758, 1760, 1768, 1770, 1774, 1777-1780). Laatstgenoemde groep locomotieven staat grotendeels terzijde totdat de Dubbeldeksrijtuigen in dienst komen. Enkele exemplaren versterken tijdelijk het park van NS International.
Door verschuivingen en een tekorten in het materieelpark, laat NS een deel van de eerder terzijde gestelde Dubbeldeksrijtuigen opknappen. De eerste gereactiveerde DDM-1 rijtuigen komen in de loop van 2016 op de baan waarna een uitgebreid proefprogramma begint. In juni dat jaar verschijnen de eerste stammen in combinatie met de daarvoor bestemde 1700-en in de reizigersdienst. Vanaf september 2016 worden locs en rijtuigen weer planmatig ingezet. In de loop van 2017 gaan acht locomotieven door kleine defecten en gebrek aan reserveonderdelen voorlopig terzijde. Door een materieeloverschot heeft NS geen haast de locomotieven op te knappen en komen slechts enkele exemplaren, vaak na lange tijd, weer op de baan. De bijbehorende dubbeldeksstammen staan eveneens terzijde tot de locomotief eventueel is opgeknapt.
In maart 2018 gaan de 1772, 1775 en 1781 als eerste exemplaren over naar een andere vervoerder. Railpromo neemt het drietal die maand over van NS. De locomotieven staan tot de overname zo’n zes jaar opgeborgen in Amersfoort. In de zomer van 2019 start de sloop van de eerste reeks terzijde gestelde locomotieven. Ook gaan de locomotieven die tot dan met dubbeldeksmaterieel rijden geleidelijk buiten dienst. In december dat jaar staakt NS de inzet van de gele stoptreindubbeldekkers. De bijbehorende locomotieven gaan hierbij eveneens terzijde. Hierna resteren alleen nog de exemplaren die met de IC Berlijn rijden. In de loop van 2020 weet NS nog verschillende exemplaren te verkopen. De meeste resterende terzijde gestelde locs zijn niet veel later voor de sloop aangeboden en in Eindhoven van de bruikbare onderdelen ontdaan. Begin 2021 start de sloop van de niet verkochte locomotieven.
In 2023 bereiken NS en DB een overeenkomst over het versnellen van de IC Berlijn. Hierbij komt niet alleen een aantal stops te vervallen, maar komt door de inzet van multicourante Vectron-locomotieven ook een eind aan de tijdrovende locomotiefwissel in Bad Bentheim. De laatste locomotieven uit de serie 1700 zijn bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling 2024 overbodig. Nadat al op 19 november 2023 het officiële afscheid van de locomotieven plaatsvindt, gaan de laatste locomotieven die NS zelf laat bouwen op 10 december dat jaar officieel buiten dienst.
Inzet
De eerste locomotieven van de serie 1700 gaan in de zomer van 1992 met DD-AR-materieel rijden op de trajecten van Amsterdam naar Den Helder, Enkhuizen en Lelystad. Door terugkerende problemen met de koppelingen wordt besloten dat per 1 november 1992 alleen nog bij Lijnwerkplaats Leidschendam gekoppeld en ontkoppeld mag worden. Hiervoor is een speciale noodomloop opgesteld. De treinstammen rijden dan inmiddels ook vrijwel alle stoptreinen tussen Amsterdam en Alkmaar en een groot deel van de sneltreinen tussen Amsterdam en Dordrecht/Breda. In de zomer van 1993 zijn de koppelingen verbeterd en mag op steeds meer plekken gecombineerd en gesplitst worden. Inmiddels zijn de 1735-1741 in januari 1993 ontdaan van hun automatische koppelingen en in de reguliere treindienst ingezet. De locomotieven rijden voornamelijk reizigerstreinen tussen Den Haag en Venlo en proef- en wegleerritten in de Rotterdamse Spoortunnel. Vanaf de zomerdienst van 1993 rijden de locs ook goederentreinen. Hierbij blijft de inzet voornamelijk beperkt tot het traject Kijfhoek – Venlo. Bij het ingaan van diezelfde zomerdienst gaan de locs met de DD-AR-treinstammen ook een groot deel van de intercity’s op de nieuwe doorgaande verbinding tussen Den Helder en Nijmegen rijden. Wanneer in 1994 voldoende DD-AR-materieel beschikbaar is, gaan ook de 1735-1741 met dubbeldeksstammen rijden.
Eind 1997 worden de eerste locomotieven vervangen door de nieuwe motorrijtuigen. De locs worden ontdaan van de automatische koppeling en voor getrokken treinen in de reguliere reizigersdienst ingezet. De eerste vijf locomotieven gaan vanaf januari 1998 een aantal getrokken intercity’s tussen Den Haag en Heerlen rijden. Enkele maanden later zijn de locs ook tussen Den Haag en Venlo en tussen Haarlem en Eindhoven/Maastricht aan te treffen. Vanaf de zomer van 1999 laat NS opnieuw getrokken treinen tussen Zwolle en Roosendaal rijden. Ook hier worden de locs uit de serie 1700 ingezet. Om rangeerwerk aan de begin- en eindpunten te beperken, krijgen de treinen aan beide zijden een locomotief. Een jaar later verdwijnt het materieel weer van de verbinding. De locomotieven nemen ondertussen samen met locomotieven uit de serie 1800 de laatste diensten van de locomotieven uit de jaren ’50 over. Deze rijden tot eind jaren ’90 vrijwel alleen nog enkele internationale treinen tussen Schiphol en Bad Bentheim.
Begin 2002 formeert NS drie trek-/duwcombinaties, bestaande uit een loc uit de serie 1700, vier intercityrijtuigen en een dubbeldeksstuurstandrijtuig. De treinen rijden tussen Utrecht en Geldermalsen/Eindhoven. Vanaf april dat jaar rijden de locs weer op de IJssellijn. De treinen hebben opnieuw aan beide zijden een locomotief.
In oktober 2003 komen de eerste ICR-stuurstandrijtuigen in dienst. Deze vervangen de tweede loc op de verbinding Zwolle – Roosendaal. Later verschijnen deze combinaties ook tussen Schiphol en Eindhoven, tussen Den Haag en Venlo en tussen Haarlem en Zuid-Limburg. Omdat de locomotieven uit de serie 1800 niet geschikt zijn voor de trekduwdienst met de stuurstandrijtuigen, rijden deze treinen uitsluitend met de locomotieven uit de serie 1700.
In december 2006 komt een einde aan de getrokken treindienst tussen Haarlem en Limburg. De locomotieven rijden hierna in combinatie met de geleasde ICL-rijtuigen in de nieuwe intercitydienst Amsterdam – Amersfoort (- Deventer). De treinen met ICL-rijtuigen rijden doorgaans met twee locomotieven als trek-trektreinen. In juni 2009 eindigt de inzet tussen Amsterdam en Deventer. Tot september rijden de locs en rijtuigen enkele spitsslagen tussen Schiphol en Lelystad. Van januari tot eind maart 2010 rijden ze enkele weken in een spitsslag tussen Schiphol en Maastricht en in enkele reguliere treinen tussen Den Haag en Venlo. Hierna gaan de ICL-rijtuigen terzijde.
Begin 2014 verdwijnen de meeste trek-duwtreinen tussen Den Haag en Venlo. Vanaf juni dat jaar rijden de locs alleen nog tussen Zwolle en Roosendaal met IC-rijtuigen. Ook rijdt NS nog altijd de getrokken internationale reizigerstreinen tussen Amsterdam en de grensstations Emmerich en Bad Bentheim met de locomotieven uit de serie 1700. Door het wijzigen van de bovenleidingsspanning en beveiliging eindigt de inzet van de locs tussen Amsterdam en Emmerich in augustus 2014. In december 2014 is het aantal diensten met IC-rijtuigen teruggebracht tot zes. Tegelijkertijd komen de eerste gereactiveerde dubbeldeksstammen terug in dienst. De stammen rijden de eerste maanden vooral in de sprinter- en intercitydiensten in Noord-Holland. In de loop van 2015 is de inzet vooral voorzien in de sprinterdiensten tussen Utrecht en Zwolle en tussen Nijmegen en Deurne. Stammen uit de sprinterdienst Utrecht – Zwolle verhuizen eind 2015 naar de sprinterdiensten Apeldoorn – Enschede en Zutphen – Nijmegen. Van laatstgenoemde verbinding verdwijnen ze in april 2016 alweer grotendeels. Vrijgekomen stammen gaan tussen Nijmegen en Deurne rijden. Hoewel dubbeldeksmaterieel op deze relatief rustige verbindingen verre van noodzakelijk is, verschijnen de gele treinstammen na de zomer ook tussen Arnhem en Ede-Wageningen en tussen Nijmegen en Wijchen. Bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling 2017 is het DD-AR alleen nog tussen Apeldoorn en Enschede en tussen Utrecht en Baarn te zien. Een jaar later vervalt laatstgenoemde verbinding en gaan de stammen weer tussen Utrecht en Zwolle rijden.
Vanaf december 2019 zijn de resterende locomotieven alleen nog voor de IC Berlijn tussen Amsterdam en Bad Bentheim te zien. Vier jaar later gaan de laatste locomotieven bij NS buiten dienst en komt ook een eind aan de locomotiefwissel in Bad Bentheim. Vanaf december 2023 rijden de geleasete Vectrons van NS de complete treindienst tussen Amsterdam en Berlijn.
Hoewel NS de meeste terzijde gestelde locomotieven uit de serie 1700 al snel aan de sloper aanbiedt, neemt Railpromo begin 2018 drie locomotieven over voor het rijden van de Dinner Train. De daaropvolgende jaren nemen ook andere vervoerders en spoorbouwers overbodige locomotieven over van NS.
Lees hier meer over de locs van de serie 1700 bij andere vervoerders.
Museumlocomotief
Begin 2020 is E-loc 1768 officieel aan het Spoorwegmuseum overgedragen. De locomotief uit 1993 rijdt de laatste jaren met DDM 1-stam 7208. De combinatie rijdt bovendien de afscheidsrit van het Dubbeldeksmaterieel. Museumrijtuig Bvk 50 84 26-37 108-6 fungeert deze tijd als koprijtuig. In maart 2020 zijn beiden herenigd in het Spoorwegmuseum. Hierna is de bedrijfsvaardig gebleven 1768 regelmatig voor overbrengingen van ander museummaterieel ingezet. Tussentijds staat de relatief jonge locomotief doorgaans al in het museum.
Op de foto boven dit artikel rijdt E-loc 1739 op 28 juli 2019 bij Olst met een omgeleide IC Berlijn naar de Duitse hoofdstad.