17 april 2025
In 1980 komen de eerste Intercityrijtuigen bij NS in dienst. De rijtuigen rijden in eerste instantie door het hele land, maar ook naar België, Duitsland en Luxemburg. In 2013 zijn alle rijtuigen nodig voor de treindiensten op de HSL. De laatste tien jaar zijn de rijtuigen dan ook alleen nog ingeklemd tussen Traxx-locomotieven op de HSL en aansluitende trajecten te zien. Nadat begin april 2025 al een eind komt aan de inzet naar België, rijden de laatste rijtuigen in afwachting van voldoende ICNG-treisntellen nog enkele maanden tussen Den Haag en Eindhoven. Intussen heeft NS al ruim 70 exemplaren verkocht en heeft het Spoorwegmuseum drie rijtuigen in de collectie opgenomen.
Ter vervanging van de rijtuigen van de types Plan E, K en N en voor de uitbreiding van het materieelpark bestelt NS eind jaren 1970 nieuwe intercityrijtuigen. Voor de ontwikkeling van de rijtuigen houdt NS onder andere proefritten met Duitse couperijtuigen van het type Büm en Franse Corail rijtuigen. Het ontwerp van de nieuwe rijtuigen is uiteindelijk grotendeels gebaseerd op de middenbak van de ICM-treinstellen. Tussen juni 1980 en juni 1981 bouwt Talbot in Aachen 31 eerste klasse en 60 tweede klasse rijtuigen voor het buurlandverkeer. Hierna volgen 43 BKD-rijtuigen. In december 1981 start de levering van 32 eerste klasse en 60 tweede klasse rijtuigen voor het binnenlands verkeer.
In 1986 en 1987 levert Talbot serie ICR-3 voor de Beneluxdienst. De fabrikant bouwt tien eerste klasse rijtuigen, 26 tweede klasse rijtuigen en tien rijtuigen met zowel eerste als tweede klasse. Ook zijn tien rijtuigen met keuken- en bagageafdeling en elf stuurstandrijtuigen gebouwd. In 1988 is als laatste de kleine serie ICR-4 gebouwd. De serie bestaat uit negen eerste klasse rijtuigen, vijf rijtuigen tweede klasse en acht BKD-rijtuigen, allemaal geschikt voor het buurlandverkeer. Ook worden nog acht tweede klasse Beneluxrijtuigen geleverd. Terwijl de normale rijtuigen een geel-blauwe kleurstelling krijgen, zijn de Benelux-rijtuigen geel-rood.
Inzet in binnen- en buitenland
De eerste rijtuigen vervangen eind 1980 de sterk verwaarloosde Plan K en Plan N rijtuigen in de buurlandtreinen tussen Den Haag en Keulen. Nadat deze treinen geheel uit IC-rijtuigen bestaan, verschijnen ze geleidelijk in de intercity’s tussen Zandvoort en Zuid-Limburg. Omdat de oude Plan E-rijtuigen hier één voor één worden vervangen en ook nog Plan W-rijtuigen meerijden, leidt de komst van de nieuwe rijtuigen tot bonte treinsamenstellingen op de verbinding.
In de loop van de jaren 1980 verschijnen de nieuwe rijtuigen ook in de getrokken treinen vanuit Amsterdam naar Enschede, Nijmegen en Vlissingen. Ook de ‘ambtenarentreinen’ vanuit Groningen en Nijmegen naar Den Haag bestaan uit Intercityrijtuigen. In de loop van 1986 en 1987 worden de oude Beneluxtreinen vervangen door de nieuwe trek-duwtreinen met Intercityrijtuigen. Terwijl de Beneluxrijtuigen nooit in Luxemburg rijden, worden reguliere rijtuigen sinds 1987 elke zaterdag in het zomerseizoen ingezet in de doorgaande trein tussen Zandvoort en Luxemburg. Vanaf 1998 krijgt de trein de naam ‘Ardennen Expres’ en rijdt deze ook op zondag. In oktober 2002 rijdt deze enige echte Benelux-trein voor het laatst.
Halverwege de jaren 1990 stopt de inzet naar Enschede, Nijmegen en Vlissingen. Diezelfde periode wijzigt NS de treindienst Den Haag – Keulen in Den Haag – Heerlen. Tussen Eindhoven en Keulen rijden aparte intercity’s met vier Intercityrijtuigen. Bij het ingaan van de dienstregeling 1999/2000 staakt NS de treindienst tussen beide steden en eindigt de inzet van de rijtuigen in Duitsland. Vrijgekomen rijtuigen gaan tussen Zwolle en Roosendaal rijden.
Eerste modernisering
Van 2000 tot 2006 zijn de intercityrijtuigen, met uitzondering van het koninklijk rijtuig en de Benelux-stuurstandrijtuigen, geheel gemoderniseerd. De ruim 300 rijtuigen krijgen onder andere een geheel nieuw interieur en airconditioning. 32 Rijtuigen zijn omgebouwd tot stuurstandrijtuig om zo in combinatie met locomotieven uit de serie 1700 trek-duwtreinen te rijden.
De Beneluxrijtuigen krijgen in 2007, met uitzondering van de stuurstandrijtuigen, de wit-roze kleurstelling van NS Hispeed. Daarnaast krijgen ze een gesloten toiletsysteem en opnieuw een nieuw interieur. In afwachting van nieuw materieel voor de diensten op de HSL-Zuid gaan enkele jaren later nog eens 60 rijtuigen naar NS Hispeed. De rijtuigen krijgen dezelfde kleurstelling en het hetzelfde interieur als de rijtuigen in de Beneluxdienst.
Vertrek uit Zuid-Limburg en eerste inzet op de HSL
Eind 2006 komt na ruim 40 jaar een eind aan de getrokken treinen tussen Haarlem (tot 1995 Zandvoort aan Zee) en Zuid-Limburg. Vrijgekomen Intercityrijtuigen verhuizen naar de IJssel-Brabantroute en Den Haag – Venlo. Ook gaan de rijtuigen tussen Schiphol en Eindhoven rijden.
In september 2009 start NS Hispeed met een uurdienst tussen Amsterdam en Rotterdam. De treinen bestaan uit Intercityrijtuigen, getrokken door TRAXX-locomotieven. Een jaar later verdubbelt het aantal treinen en in april 2011 verlengt de vervoerder de treindienst naar Breda.
In december 2012 verdwijnen de rijtuigen tussen Schiphol en Eindhoven. Ook wordt de klassieke Beneluxtrein na jaren uitstel vervangen door een nieuwe treindienst over de HSL met de nieuwe V250-treinstellen.
Eind 2010 gaan de laatste stuurstandrijtuigen voor de Beneluxtreinen buiten dienst. Rijtuig 50 84 28-70 101-7 gaat hierna over naar het Spoorwegmuseum. Met het rijtuig verwerft het museum het laatste rijtuig met het originele intercity-interieur uit de jaren 1980.
Tweede modernisering en volledige inzet op de HSL
De V250-treinstellen kampen met zoveel problemen dat NS Hispeed alle treinstellen halverwege januari 2013 uit dienst haalt. Door het debacle is NS genoodzaakt om zo snel mogelijk vervangend materieel te vinden. De vervoerder besluit hiervoor alle Intercityrijtuigen opnieuw te reviseren en extra TRAXX-locomotieven te bestellen. Het is de bedoeling alle stuurstandrijtuigen om te bouwen zodat ze gecombineerd met de Traxx-locomotieven als trek-duwtrein kunnen rijden. Na proefritten besluit NS dit plan niet verder uit te voeren en nog meer locomotieven te bestellen. De meeste treinen met IC-rijtuigen rijden voortaan met locomotief voor en achter.
in de periode 2014-2016 zijn de 301 beschikbare rijtuigen bij NedTrain in Haarlem geschikt gemaakt voor de inzet op de HSL. Hierbij krijgen de rijtuigen opnieuw een nieuw interieur. Alle rijtuigen krijgen de geel-blauwe intercitykleurstelling, waarmee de laatste kenmerken van de besmette namen NS Hispeed en Fyra weer van het spoorwegnet verdwijnen.
Om voldoende rijtuigen voor de Beneluxdienst en de diensten op de HSL vrij te maken, verdwijnen in juni 2014 de getrokken treinen tussen Den Haag en Venlo. Bijna een jaar later komt ook een eind aan de laatste trek-duwstammen tussen Zwolle en Roosendaal. Hierna zijn de Intercityrijtuigen alleen nog in combinatie met TRAXX-locomotieven te zien.
In het voorjaar van 2017 gaat ook de nieuwe intercity tussen Den Haag en Eindhoven via de HSL rijden. De treinen bestaan uit negen Intercityrijtuigen en een TRAXX-loc aan beide zijden van de trein.
Verkoop
In de zomer van 2022 biedt NS het complete park Intercityrijtuigen aan voor de verkoop. De rijtuigen komen beschikbaar na de instroom van de nieuwe ICNG-treinstellen. Anderhalf jaar later wordt bekend dat Train Charter Services een eerste set van ruim 70 overbodige rijtuigen overneemt. De rijtuigen lijken dan nog bestemd voor de nieuwe treindiensten van Flywise-dochter GoVolta. Nadat duidelijk is dat de partijen niet gaan samenwerken, weet TCS de rijtuigen door te verkopen aan leasemaatschappij Leo Mobility.
Laatste jaren bij NS
Met de bestelling van de nieuwe ICNG-treinstellen heeft NS zo’n tien jaar na het Fyra-debacle nieuw materieel voor de inzet op de HSL. Met het oog op de instroom van de nieuwe treinstellen gaan eind december 2022 de eerste treinstammen met IC-rijtuigen officieel buiten dienst. Omdat de rijtuigen te koop staan, worden de overbodige rijtuigen op het Arnhemse goederenemplacement gestald.
Bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling 2025 rijden nog zo’n tien treinstammen met Intercityrijtuigen. De rijtuigen zijn planmatig alleen nog tussen Den Haag en Eindhoven te zien. Daarnaast rijden ze vanwege een tekort aan ICNG-treinstellen tot 7 april 2025 tijdelijk nog een aantal treinen tussen Lelystad, Amsterdam en Brussel Zuid.
NS is van plan de laatste treinstammen nog tot het najaar van 2025 tussen Den Haag en Eindhoven te laten rijden. Hiermee eindigen de rijtuigen op min of meer hetzelfde traject als waar het 45 jaar eerder allemaal begint. Naar verluid komt er nog een afscheidsrit die mogelijk over de landsgrenzen gaat.
Ter vervanging van de oude koninklijke rijtuigen verbouwt Talbot in 1992 een eerste klasse Intercityrijtuig tot koninklijk rijtuig. Het rijtuig krijgt een geheel nieuwe inrichting, airco en een dieselaggregaat. Het rijtuig is grotendeels blauw geschilderd. Alleen boven en onder de ramen is een gele band aangebracht. Door de onderste gele band loopt een blauwe streep, halverwege onderbroken door een kroontje. In tegenstelling tot eerdere koninklijke treinen, krijgt de SR10 geen vast begeleidingsrijtuig. Doorgaans wordt gebruik gemaakt van twee eerste klasse Intercityrijtuigen. Eind 2012 zijn alsnog twee eerste klasse Intercityrijtuigen omgebouwd tot begeleidingsrijtuig. De SR11 en SR12 krijgen dezelfde kleurstelling als het koninklijk rijtuig. Het drietal gaat in 2023 buiten dienst. De SR10 en SR12 zijn hierna in de collectie van het Spoorwegmuseum opgenomen. Terwijl de SR10 als koninklijk rijtuig bewaard blijft, wordt de SR12 teruggebouwd tot regulier eerste klasse rijtuig.
Meer over de laatste ritten van de Intercityrijtuigen op het Nederlandse spoor op mobilithib.com
Op de foto boven dit artikel: De intercityrijtuigen slijten hun laatste maanden bij NS gesandwitched tussen twee TRAXX-locomotieven tussen Den Haag en Eindhoven. Op 19 september 2020 zijn E-locs 186 013 en 186 219 met een stam IC-rijtuigen bij Tongeren onderweg van Eindhoven naar Den Haag Centraal.