13 mei 2025
Het Nederlands Transport Museum opent in april 2018 als pop-up museum in de voormalige Bolsfabriek in Nieuw-Vennep. In augustus 2021 is de collectie aangevuld met vijf bewaarde TEE-rijtuigen. In maart 2023 moet het museum de deuren sluiten om ruimte te maken voor nieuwbouwplannen op het voormalige fabrieksterrein. Bijna twee jaar later blijft de zoektocht naar een nieuwe locatie vruchteloos en wordt de eigen collectie gedeeltelijk geveild. De TEE-rijtuigen zijn in mei 2025 ondergebracht bij de nieuwe Stichting Trans Europ Express. De stichting wil de rijtuigen op een nieuwe locatie verder opknappen en ze, net als de vorige eigenaren, in rijvaardige staat herstellen.
In 1957 start de Trans Europ Express en gaan in heel West-Europa snelle moderne treinen rijden. Verschillende spoorwegmaatschappijen bouwen nieuw materieel voor de internationale verbindingen. NS en SBB ontwikkelen samen een reeks vierdelige dieseltreinstellen. Het luxe materieel rijdt onder andere vanuit Amsterdam naar Parijs en Zürich. In 1974 gaan de stellen alweer buiten dienst. Drie jaar later zijn vier treinstellen naar Canada verscheept waar ze tot 1992 dienst doen bij de Ontario Northland Railroad. Rond 1980 zijn de motorrijtuigen vervangen door diesellocs.
TEE terug naar Europa
Na hun terzijdestelling schaft de Duitse vereniging TEE Classics maar liefst zeven voormalige TEE-rijtuigen aan. In 1998 haalt de vereniging twee stuurstandrijtuigen, twee zitrijtuigen en een restauratierijtuig terug naar Europa. Het plan is de rijtuigen na een opknapbeurt in het toeristenverkeer in te zetten. In 2006 neemt de Stichting TEE Nederland de vijf rijtuigen van TEE Classics over en haalt ze naar Nederland. Hoewel ook de stichting plannen heeft de rijtuigen op te knappen en een replica van een motorrijtuig te bouwen, blijven ze vrijwel onaangeroerd.
Begin januari 2021 neemt het Nederlands Transportmuseum het ‘treinstel’ over. De vijf rijtuigen zijn in augustus 2021 naar het tijdelijke terrein van het museum in Nieuw-Vennep verplaatst. De daaropvolgende periode beginnen de conserveringswerkzaamheden en worden de rijtuigen optisch opgeknapt. Omdat de meeste rijtuigen van treinstel 1003 zijn, krijgt het ‘treinstel’ dat nummer.
De zwanenzang van het transportmuseum
Het Nederlands Transportmuseum opent in april 2018 na een aanloop van enkele jaren als pop-up museum in de voormalige Bolsfabriek in Nieuw-Vennep. Het museum is een samenwerkingsverband van verschillende verenigingen die actief zijn binnen de sector mobiel erfgoed. Naast een collectie van verschillende kleine voertuigen, zijn in het museum ook vliegtuigen, trams en een Amsterdams metrostel te zien.
In de jaren na de opening worden de plannen voor de nieuwe invulling van het fabrieksterrein steeds concreter. Na enkele keren uitstel, sluit het museum in maart 2023 definitief de deuren om ruimte te maken voor onder andere woningbouw. Terwijl de zoektocht naar een nieuwe locatie verder gaat, kan de collectie nog enige tijd in Nieuw-Vennep blijven staan. Zo wordt ook na de sluiting van het museum nog hard gewerkt aan de restauratie van de TEE-rijtuigen.
Op 20 februari 2025 wordt bekend dat het museum de zoektocht naar een nieuwe locatie definitief staakt. Alle collectiestukken die in bruikleen zijn, gaan terug naar de eigenaren. In april vindt een veiling van een deel van de eigen collectie plaats. Intussen zoekt het museum onder andere voor de TEE-rijtuigen nog een werkruimte van 200 tot 400 vierkante meter.
Nieuwe eigenaar TEE-rijtuigen
Op 13 mei 2025 wordt bekend dat de Stichting Trans Europ Express de vijf TEE-rijtuigen van het NTM overneemt. De stichting is een verzelfstandiging van het TEE-team van het NTM. De stichting brengt de rijtuigen binnenkort over naar een nieuwe locatie waar de restauratie voortgezet wordt. Net als de vorige eigenaren heeft ook de Stichting TEE het plan een treinstel in rijvaardige staat te herstellen.
Op de foto boven dit artikel het opgeknapte stuurstandrijtuig als blikvanger voor het Nederlands Transport Museum in Nieuw-Vennep op 5 februari 2023. Een maand later moet het museum de deuren sluiten om ruimte te maken voor nieuwbouwplannen op het terrein.