Al in april 2015 nemen ProRail en de provincies Gelderland, Noord-Brabant en Limburg het besluit de spoorwegverbinding tussen Nijmegen, Venlo en Roermond te elektrificeren en te moderniseren. Naast de elektrificatie van het gehele traject worden ook verschillende baanvakken van een tweede spoor voorzien en worden enkele bogen verruimd. Zeven jaar later is de aanbestedingsprocedure stopgezet omdat geen enkele partij de klus op zich wil nemen. Op 25 oktober 2023 wordt bekend dat Swietelsky de hervatte aanbesteding heeft gewonnen.
De spoorlijn die nu bekend staat als de Maaslijn bestaat uit de zogenaamde Heilige Lijn of Maaslijn tussen Nijmegen en Blerick uit 1883 en het baanvak Blerick – Roermond van Staatslijn E uit 1865. De enkelsporige verbinding is met name voor het kolenvervoer lange tijd een belangrijke schakel tussen Noord- en Zuid-Nederland. Ook rijden tot de Tweede Wereldoorlog doorgaande treinen uit Amsterdam via de verbinding naar Zuid-Limburg, België, Luxemburg en zelfs Zwitserland. En hoewel de breedte van het baanlichaam het vrijwel overal toelaat, blijft de verbinding ondanks het grote vervoersaanbod enkelsporig. Alleen het baanvak Nijmegen – Mook-Middelaar is in 1912 van een tweede spoor voorzien.
Plannen om ook het baanvak Venlo – Roermond te verdubbelen, gaan door de economische crisis in de jaren ’30 niet door. Ook de vooroorlogse plannen om de, vooral voor het goederenvervoer nog belangrijke lijn, in 1951 te elektrificeren verdwijnen in het archief. Eind jaren ’80 zijn er in het kader van het ambitieuze toekomstplan Rail 21 opnieuw plannen om de verbinding te elektrificeren en over de gehele lengte te verdubbelen. Net als de meeste plannen van Rail 21 zijn ook die voor de Maaslijn niet uitgevoerd. Halverwege de jaren ’90 is de verbinding Nijmegen – Roermond wel opgeknapt om een sneltreindienst en de inzet van het nieuwe Dieselmaterieel ’90 mogelijk te maken. Inmiddels is de Maaslijn één van de drukste enkelsporige spoorlijnen in Nederland. Vooral het noordelijke deel tussen Nijmegen en Boxmeer zit al enkele jaren aan de grenzen van de capaciteit.
Met het nieuwste project rondom de elektrificatie van de Maaslijn willen ProRail en betrokken provincies de verbinding aanzienlijk verbeteren. De inzet van elektrische treinstellen zorgt er niet alleen voor dat de dienstregeling versneld kan worden, maar is ook beter voor het milieu en goedkoper in exploitatie. Naast de elektrificatie van de spoorlijn wordt het spoor tussen de oprit van de Maasbrug bij Katwijk en het station van Cuijk, ten noorden van station Boxmeer, ten zuiden van station Venray en tussen Reuver en Swalmen verdubbeld. Ook wordt een aantal bruggen, viaducten en overwegen aangepast en wordt een drietal bogen verruimd om een hogere snelheid en frequentie mogelijk te maken. Het plan om Belfeld en Grubbenvorst voor het eerst sinds 1935 weer in de dienstregeling op te nemen, gaan vanwege de kosten niet door.
In juli 2021 wordt bekend dat de provincies Limburg, Gelderland en Noord–Brabant samen met het Rijk een bestuurlijk akkoord hebben bereikt over de modernisering van de Maaslijn. Dit akkoord is nodig nadat bekend wordt dat de kosten aanzienlijk hoger uitvallen dan in eerste instantie is berekend. De volgende stap de vaststelling van het Provinciaal Inpassingsplan door Noord-Brabant en Limburg in november 2021. Hierna kan ProRail starten met de werkzaamheden aan de spoorlijn. De voorbereidingen voor de elektrificatie en modernisering van de Maaslijn, als het bouwrijp maken van de grond en het verleggen van kabels en leidingen, beginnen volgens plan in het najaar van 2022. De werkzaamheden aan het spoor zelf starten een half jaar later. Bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling 2025 moet Arriva starten met de elektrische treindienst op de verbinding.
Op 21 april 2022 maken ProRail en de betrokken provincies bekend dat de aanbestedingsprocedure voor de modernisering van de Maaslijn is stopgezet. Er zijn geen partijen te vinden die, mede gezien de grote financiële risico’s en het beperkte tijdsbestek, de klus op zich willen nemen onder de gestelde voorwaarden. Belangrijke oorzaken zijn de tekorten aan bouwmaterialen als staal en koper en de hoge prijzen als gevolg van de oorlog in Oekraïne en de coronapandemie. ProRail is hierdoor genoodzaakt de aanbesteding voor de elektrificatie en gedeeltelijke verdubbeling van de Maaslijn in de huidige vorm in te trekken en opnieuw vorm te geven.
Alle betrokken partijen komen in juni 2022 weer bij elkaar om de ontstane situatie te evalueren en tot een oplossing te komen. In maart 2023 hervat ProRail de aanbestedingsprocedure. Op 25 oktober 2023 wordt bekend dat Swietelsky Rail Benelux de Europese aanbesteding heeft gewonnen. Het bedrijf heeft voor dit project een robuust plan ingeleverd. Waarbij niet alleen naar de kosten is gekeken, maar ook naar voldoende capaciteit om de indienststelling van het treinverkeer bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling 2028 in december 2027 mogelijk te maken. Ook geeft Swietelsky in haar voorstel aan rekening te houden met de omgeving door de hinder gedurende de bouw zo gering mogelijk te houden.
Bij de overname van de Limburgse stoptreindiensten van Veolia en NS neemt Arriva eind 2016 ook het materieel van Veolia over. Daarnaast bestelt de vervoerder een reeks nieuwe treinstellen van het type FLIRT3. Met het oog op de aanstaande elektrificatie van de Maaslijn die in eerste instantie in 2020 gereed zou moeten zijn, laat Arriva de oude GTW-treinstellen van Veolia op de verbinding rijden. In de loop van 2017 zijn de stellen aan de buitenzijde nog wel voorzien van de blauwe Limburgse kleurstelling maar het interieur blijft ongewijzigd. Daarnaast heeft de vervoerder het materieelpark voor de diesellijn uitgebreid met een aantal opgeknapte tweedehands LINT-treinstellen die inmiddels ook alweer 20 jaar in dienst zijn. Bij de bestelling van de eerste FLIRT-treinstellen voor de Zuid-Limburgse stoptreindiensten en de internationale treindienst naar Aachen en later Liège neemt Arriva een optie op nog eens dertien driedelige stellen voor de treindienst op de Maaslijn. Analoog aan de geplande modernisering van de spoorlijn, worden de treinstellen in de loop van 2024 geleverd. Vooralsnog rijdt Arriva echter nog jarenlang met dieselmaterieel tussen Nijmegen en Roermond. Met het oog op het steeds verder uitlopen van de elektrificatieplannen zijn de provincies met Arriva in gesprek over het langer in dienst houden van de dieseltreinstellen en de bijbehorende (financiële) consequenties.
Meer informatie in het persbericht van ProRail
Op de foto boven dit artikel passeert Arriva-treinstel 386 op 20 oktober 2018, onderweg van Nijmegen naar Roermond, het voormalige stationsgebouw van Belfeld. Eén van de stations aan de lijn Nijmegen – Roermond die al voor de Tweede Wereldoorlog is gesloten. Tijdens de ontwikkeling van de plannen rondom de modernisering is korte tijd sprake van heropening van het station.