In de jaren ’80 van de 19e eeuw legt de GOLS in de Achterhoek en Twente een uitgebreid net van lokaalspoorlijnen aan. In de loop van de jaren ’30 zijn de meeste lijnen voor het reizigersvervoer gesloten. Enkele trajecten blijven tot in de jaren ’70 open voor het goederenvervoer. Hoewel vlak na de oorlog de eerste plannen ontstaan om het fenomeen lokaalspoorweg ‘levend’ te blijven herinneren, duurt het nog tot februari 1967 tot de De stichting Museum Buurtspoorweg wordt opgericht. Nadat NS in 1972 het goederenvervoer tussen Haaksbergen en Enschede opheft, start de MBS met de eerste toeristische ritten op het baanvak. Twee jaar later moet een deel van het baanvak Boekelo – Enschede wijken voor de aanleg van Rijksweg 35. Sindsdien pendelt de MBS op het geïsoleerde traject tussen Haaksbergen en Boekelo.

Halverwege de jaren ’60 ontstaan bij liefhebbers de eerste plannen voor een museumtramlijn in Twente. Het plan is om met historisch materieel op het baanvak Enschede Zuid – Broekheurne Grens van de lokaallijn naar Ahaus te gaan rijden. Op die lijn rijdt dan slechts nog één goederentrein per week. Eind 1966 schaft het Comité Vrienden van het Tram Museum met dit doel twee Duitse motorwagens aangeschaft. In februari 1967 wordt de stichting Museum Buurtspoorweg officieel opgericht. Terwijl de zoektocht naar meer museummaterieel en historische voorwerpen doorgaat, rijden beide motorrijtuigen tijdens de eerste open dag in mei 1969 tussen Enschede Zuid en Broekheurne de eerste ritten met publiek.

Op 1 juli 1970 sluit NS de lijn naar Broekheurne. Een half jaar later is het baanvak al opgebroken om plaats te maken voor de uitbreidingsplannen van de gemeente Enschede. De MBS verhuist de activiteiten naar de voormalige GOLS-lijn tussen Enschede en Haaksbergen die dan nog beperkt in gebruik is voor het goederenvervoer. In mei 1972 staakt NS echter ook de exploitatie van deze verbinding. NS laat de spoorlijn echter niet opbreken zodat de MBS de museale activiteiten op de spoorlijn kan voortzetten.

De komst van Rijksweg 35 zorgt er enkele jaren later echter voor dat de lijn tussen Boekelo – Enschede onderbroken moet worden. In 1975 verdwijnt de aansluiting op de rest van het Nederlandse spoorwegnet. Vanaf dat jaar rijdt de MBS alleen nog op het zeven kilometer traject tussen de stations Boekelo en Haaksbergen. Beide stations krijgen in de loop der jaren een redelijk groot emplacement met verschillende voorzieningen en dienstgebouwen.

Op 23 juni 1989 krijgt de MBS voor de exploitatie van de spoorlijn Haaksbergen – Boekelo als eerste spoorwegmaatschappij naast NS een eigen vervoersconcessie. De organisatie is hierna enkele jaren de tweede spoorwegmaatschappij in Nederland.

Vanaf begin jaren ’90 heeft de MBS nog plannen om vanuit Boekelo richting Enschede of Hengelo te gaan rijden. Omdat de aanleg van de lijn door Enschede niet aansluit op de plannen van de gemeente, wordt in 1991 besloten de plannen op Hengelo te richten. Hierbij moet slechts een klein deel van de voormalige lokaallijn opnieuw worden aangelegd. Verder kan de MBS voor een groot deel gebruikmaken van de spoorlijn naar de AKZO. Deze stamlijn ligt voor een groot deel op het voormalige GOLS-tracé. Voor de kruising met de A35 heeft de MBS onder andere de bewaarde voormalige spoorbrug uit Eibergen op het oog. In afwachting van de plannen laat de MBS begin jaren ’90 voor bezoekers al historische bussen van Enschede en Hengelo naar Boekelo rijden.

In 2008 duiken de plannen voor het doortrekken van de museumlijn voor het laatst op in het zogenaamde masterplan van de MBS. In 2014 laat ProRail echter de aansluiting tussen de stamlijn naar de AKZO en het hoofdspoornet opbreken. Hiermee verdwijnen de plannen van de MBS in het archief. Het resterende deel van de stamlijn naar de AKZO is enkele jaren later in gebruik genomen als railfietsroute.

Museum Buurtspoorweg
Website: museumbuurtspoorweg.nl
Social media: Facebook, Instagram
Zie voor de actuele materieelcollectie de Nederlandse Museummaterieel Database

De Museum Buurtspoorweg geeft een beeld van de lokaal- of buurtspoorlijnen die vanaf 1878 ontstaan door de aanname van de wet ‘Regeling van de dienst en het gebruik der Lokaalspoorwegen’. De wet maakt een goedkope aanleg van spoorwegen met een lichte constructie, eenvoudige beveiliging en een beperkte maximale snelheid mogelijk . De GOLS legt in Twente en de Achterhoek een omvangrijk net van deze lokaalspoorwegen aan. Het samenvoegen van de verschillende spoorwegmaatschappijen en de opkomst van de autobus en vrachtwagen zorgen ervoor dat in de loop van de jaren ’30 de meeste lokaallijnen, in ieder geval voor het reizigersvervoer, zijn gesloten. Verschillende trajecten blijven open voor het goederenvervoer. Begin jaren ’70 zijn ook deze lijnen vrijwel allemaal gesloten en opgebroken. Het baanvak Haaksbergen – Boekelo is onderdeel van spoorlijn Ruurlo – Hengelo die de GOLS in 1884 in gebruik neemt. Over de lokaallijn rijden doorgaande treinen van Doetinchem naar Hengelo. Vanaf 1890 rijden de treinen voornamelijk via Enschede naar Oldenzaal. De spoorlijn is echter vooral van belang voor de aanvoer van steenkool naar de lokale industrieën. In 1937 heft NS het reizigersvervoer op het baanvak op. Bovendien staakt de vervoerder het goederenvervoer ten westen van Haaksbergen. Vijf jaar later stopt ook het goederenvervoer tussen Boekelo en Hengelo en resteert alleen nog de goederenlijn tussen Haaksbergen, Boekelo en Enschede. NS staakt het goederenvervoer op dit baanvak pas in 1972. Datzelfde jaar begint de MBS met toeristische ritten op de spoorlijn.

HAAKSBERGEN

Het stationsgebouw van Haaksbergen is het grootste standaardtype van de GOLS. De spoorwegmaatschappij laat maar liefst dertien gebouwen van het type in de grotere plaatsen langs de lokaallijnen neerzetten. Vier exemplaren blijven bewaard. Het stationsgebouw uit 1884 is in 1899 uitgebreid met een wachtkamer derde klasse. In 1915 is boven de nieuwe wachtkamer een extra wachtkamer gebouwd zodat het linkerdeel van het gebouw twee keer zo groot is als het rechterdeel. Na deze verbouwing blijft het stationsgebouw grotendeels in de originele vorm bewaard.

De MBS neemt het gebouw in 1985 over van NS. Sindsdien is het gebouw het officiële ontvangstgebouw van de Museum Buurtspoorweg. Na de eeuwwisseling is het stationsgebouw zoveel mogelijk in de historische staat  teruggebracht. Naast een loket krijgt het gebouw ook weer een historisch ingerichte wachtkamer. De aangebouwde goederenloods is onder andere in gebruik als horecagelegenheid. Het emplacement is in de loop der jaren uitgebreid met verschillende dienstgebouwen. Zo is hier onder andere een werkplaats en een locomotiefloods te vinden. Ook zijn in de loop der jaren verschillende historische elementen als een replica van een watertoren en een draaischijf aan het emplacement toegevoegd. De draaischijf is oorspronkelijk afkomstig uit Deventer. Van 1961 tot 1980 doet deze dienst om een aantal bedrijfsaansluitingen in Goor te ontsluiten.

In 2013 is een groot deel van de oude voetgangersbrug van station Geldermalsen op het stationsemplacement geplaatst. Met de komst van de gerenoveerde brug uit 1891 is een rondwandeling over het emplacement mogelijk.

Even ten oosten van Haaksbergen legt de MBS in 2001 bij het gelijknamige buurtschap de aansluiting Stepelo met goederenspoor aan. Hiermee ontstaat een beeld van de vele eenvoudige aansluitingen vooral in de decennia na de eeuwwisseling langs de lokaalspoorwegen te vinden zijn. Vanaf 2017 wordt de museumlijn ter hoogte van Stepelo doorkruist door de nieuwe Twenteroute. De spoorlijn kruist de verdiept gelegen N18 met een betonnen viaduct. Aan beide zijden van het spoor ligt ook een weg op het viaduct. Voor het historische plaatje is de fictieve spoorbrug echter voorzien van een opvallende rode vakwerkconstructie.

Tussen Stepelo en de halte Boekelo Zoutindustrie rijden de museumtreinen weer twee kilometer lang door het rustige Twentse landschap. De halte Boekelo Zoudindustrie is als eenvoudige overweghalte zonder verdere voorzieningen vanaf 1918 in gebruik voor de werknemers van de Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie. In de jaren ’30 verhuist de huidige AKZO naar een nieuwe locatie aan het Twentekanaal in Hengelo. Bij het voormalige fabrieksterrein komt een hotel met een met zout gezuiverd natuurzwembad. In 1935 wijzigt de naam van de halte dan ook in Bad Boekelo. De MBS geeft de enige halte aan de museumlijn in eerste instantie de naam Boekelo Hotel, maar wijzigt deze al snel in Zoutindustrie. De halte is de enige kruisingsmogelijkheid in de MBS-lijn.

Tussen de halte Zoutindustrie en eindpunt Boekelo staan klassieke telegraafpalen langs de museumlijn.

BOEKELO

Het stationsgebouw van Boekelo is net als dat van Haaksbergen bewaard gebleven. Het gebouw is van het kleinste type dat de GOLS laat bouwen. Aanvankelijk is het een eenvoudig laag gebouw met een woning en enkele lokalen voor de stationsdienst. In 1916 krijgt het stationsgebouw een extra verdieping. Hierna is het stationsgebouw, net als dat van Haaksbergen, nagenoeg in dezelfde vorm bewaard. Het gebouw is in gebruik als woonhuis en geen eigendom van de MBS. Voor de bezoekers aan de museumlijn heeft de MBS bij de monumentale zouttoren aan de zuidzijde van het emplacement een eenvoudig loketgebouwtje neergezet.

In 1986 heeft de MBS het eenvoudige emplacement uitgebreid met een eenvoudige rijtuigenloods. Voor de loods komt een draaischijf, afkomstig uit Arnhem. De loods is in 2002 vervangen door een groter exemplaar. De loods wordt voornamelijk gebruikt voor het renoveren van het museummaterieel. Daarnaast biedt het gebouw ruimte voor evenementen en exposities.

MATERIEELCOLLECTIE

De collectie van de Museum Buurtspoorweg sluit aan de op het relatief eenvoudige materieel dat decennialang op de lokaalspoorwegen te zien is. Ook bezit de MBS diverse industrielocomotieven, die weer aansluiten op de industriële geschiedenis van Twente. Voordat de MBS officieel is opgericht ligt de focus vooral op een rijdend trammuseum. Het eerste voertuig is dan ook het karkas een motorwagen van de TET. In 1966 schaffen de Twentse spoorliefhebbers nog twee motorwagens aan. Met de oprichting van de MBS verschuiven de activiteiten van tram naar trein. De eerste jaren verschijnen naast de twee motorwagens ook de eerste stoomlocomotieven op de rijdagen van de vereniging.

Omdat in de jaren ’50 en ’60 veel historisch Nederlands materieel is gesloopt, schaft de MBS vooral Belgisch en Duits materieel aan. Voor het vervoer van reizigers koopt de MBS in 1972 een aantal Belgische coupé-rijtuigen. Later volgen nog een aantal Duitse rijtuigen en enkele historische Nederlandse rijtuigen. Een opvallende verschijning tussen de buitenlandse locomotieven is de voormalige SS 657 uit 1901. De loc doet later als 8107 dienst bij NS en is in 1952 verkocht aan de Verenigde Coöperatieve Suikerfabrieken in Roosendaal. De loc is al sinds 1968 eigendom van de MBS en in 1987 na restauratie als SS 657 in dienst gesteld. In 2018 is de locomotief opnieuw gerestaureerd en in NS-kleuren als NS 8107 weer in dienst gesteld.

In 1972 schaft de MBS onder andere DE-loc 451, als enig bewaarde exemplaar van de kleine NS-serie 450 aan. Later is de collectie diesellocomotieven uitgebreid met een aantal oersikken en sikken. Sinds 2007 bezit de MBS ook DE-loc 660. De locomotieven uit de serie 600 zijn in de laatste jaren van het goederenvervoer op de Twentse lokaallijnen veelvuldig op de huidige museumlijn te zien.

Railbus ’25’ is al sinds 1968 eigendom van de MBS. Na een grondige renovatie van 2002 tot 2015 is het motorrijtuig weer regelmatig op de museumlijn te zien. Op de foto hierboven is de railbus op 30 oktober 2022 met een klein gezelschap onderweg van Haaksbergen naar Boekelo. De foto boven dit artikel is gemaakt op dezelfde locatie, even ten zuiden van Boekelo, maar dan op 16 oktober 2016. Op die dag is MBS-loc 6 een korte lokaaltrein onderweg naar Haaksbergen. Ook de andere foto’s op deze pagina zijn gemaakt op 16 oktober 2016, tenzij anders vermeld.