In 1884 wordt de Locaalspoorwegmaatschappij Hollands Noorderkwartier opgericht. In de daaropvolgende jaren legt de HN tussen Hoorn en Medemblik een twintig kilometer lange lokaalspoorweg aan. De spoorlijn is op 3 november 1887 in gebruik genomen. In 1929 opent NS in Hoorn een speciaal depot voor het onderhoud van de nieuwe Motorrijtuigen. Met de inzet van de rijtuigen kan de exploitatie op diverse baanvakken in de regio goedkoper worden uitgevoerd. Ondanks de goedkopere exploitatie staakt NS het reizigersvervoer tussen Hoorn en Medemblik per 31 december 1935. In de eerste maanden van de Tweede Wereldoorlog is de spoorlijn tijdelijk in gebruik voor het vervoer van reizigers. Hierna rijden alleen goederentreinen over de verbinding.
Terwijl het baanvak nog in gebruik is voor het goederenvervoer start de Tramweg Stichting in 1968 met toeristische ritten tussen Hoorn en Medemblik. De stichting ontstaat in 1965 als dochteronderneming van de NVBS. Voor de oprichting, starten liefhebbers al vanaf begin jaren ’60 al met het verzamelen van materieel dat bij het sluiten van de laatste klassieke tramlijnen overbodig is geraakt. Zo bestaat een groot deel van de collectie van de Tramweg Stichting uit smalspoormaterieel van de voormalige RTM. Naast het trammaterieel zijn ook enkele kleine normaalsporige locomotieven in de collectie opgenomen. De liefhebbers kunnen voor de stalling onder andere gebruikmaken van de vroegere remise van de vooroorlogse motorrijtuigen in Hoorn. Omdat er geen smalspoorlijnen beschikbaar zijn voor de museumtrams, start de TS vanuit Hoorn met de inzet van de locomotieven met enkele gehuurde Blokkendoosrijtuigen. Een jaar later beschikt de TS over twee eigen rijtuigen. Begin jaren ’70 is nog groot aantal passagiersrijtuigen aan de rijdende vloot toegevoegd. Het voormalige RTM-materieel gaat in 1976 over naar het dat jaar opgerichte Rijdend Tram Museum in Hellevoetsluis.
In juni 1973 is vanuit de TS de zelfstandige Stoomtram Hoorn-Medemblik opgericht. Naast de toeristische ritten van de TS neemt de SHM ook de exploitatie van de goederentreinen tussen Hoorn en Medemblik over van NS. In 1979 rijden de laatste ‘echte’ goederentreinen over het baanvak. De SHM blijft hierna met museumtrams over de lokaallijn rijden. Naast de eigen museumlijn rijdt de SHM vooral in de jaren ’70 met grote regelmaat museale ritten op andere voormalige tram- en lokaallijnen. Zo zijn locs en rijtuigen enkele jaren achter elkaar enkele dagen te zien tussen Groningen en Drachten en rijden ze van 1978 t/m 1980 een aantal dagen tussen Amsterdam en Uithoorn.
In tegenstelling tot de meeste museumspoorlijnen is het grootste deel van de historische stationsgebouwtjes nog altijd langs de lijn te vinden. Maar liefst zes van de acht exemplaren blijven bewaard. Ook één van de twee haltegebouwen is behouden. Daarnaast maakt de SHM in Hoorn al sinds het begin gebruik van het historische NS-depot voor motorrijtuigen. Ook de collectie van de SHM bestaat nagenoeg geheel uit authentiek Nederlands materieel dat voor een groot deel jarenlang actief is op de verschillende tram- en lokaallijnen verspreid over het land.
Hoorn
Al sinds de begindagen maakt de SHM in Hoorn grotendeels gebruik van de bestaande sporen van het goederenemplacement aan de noordzijde van het station. Hierbij is het voormalige depot voor motorrijtuigen al sinds het begin in gebruik als werkplaats. Voor de opslag van het rollend materieel zijn in de loop der jaren enkele eenvoudige opslagloodsen neergezet. In 1985 is het voormalige seinhuis van Kesteren aan het stationsemplacement toegevoegd.
Tot eind jaren ’80 maakt de SHM, net als voorheen de HN, gebruik van de faciliteiten van het bestaande NS-station. Hierna komt er een eenvoudig ontvangstgebouw aan de noordzijde van het emplacement. In april 2016 neemt de SHM een compleet nieuw stationsgebouw in gebruik. Het ontwerp is grotendeels gebaseerd het bewaarde tramstation van de DSM in Coevorden. In het gebouw zijn onder andere loketten, een restauratie en een expositieruimte te vinden. In de expositieruimte is de tentoonstelling De Tijdlijn over de geschiedenis van de stoomtram in Nederland te zien.
In 2022-2023 is het emplacement vernieuwd. Hierbij is onder andere het perron verbreed. Naast het oude depot is in december 2022 een nieuw werkplaatsgebouw in gebruik genomen.
Begin jaren ’70 heeft de Tramweg Stichting plannen om het baanvak tussen Hoorn en Wognum te elektrificeren om hier met elektrische museumtrams te gaan rijden. De stichting verwerft hiervoor een aantal betonnen bovenleidingsportalen. Wanneer in 1975 in Amsterdam de elektrische museumtrams gaan rijden, ziet de SHM definitief van de plannen af. De bovenleidingsportalen liggen hierna nog decennialang bij Wognum.
Langs de spoorlijn Hoorn – Medemblik blijven maar liefst acht van de tien stations- en haltegebouwen bewaard. Hiermee is de museumlijn van de SHM de meest compleet bewaarde lokaalspoorlijn van Nederland. De stationsgebouwen van Wognum-Nibbixwoud, Twisk, Opperdoes en Medemblik zijn eigendom van de SHM en zijn samen met de bijbehorende emplacementen rond de eeuwwisseling zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat teruggebracht. Vanuit Hoorn buigt de lokaallijn na een kilometer af van de hoofdlijn naar Enkhuizen. Sinds de jaren ’70 is Hoorn zodanig gegroeid dat de voormalige halte Westerblokker en station Zwaag inmiddels binnen de nieuwbouwwijken liggen. De voormalige halte Zwaagdijk ligt op een steenworp afstand van de komgrens. Het haltegebouw van Westerblokker is in 1969 gesloopt. De beide andere stationsgebouwen zijn in gebruik als particulier woonhuis.
Wognum-Nibbixwoud
De HN laat bij de aanleg van de lokaallijn tussen Hoorn en Medemblik acht identieke stationsgebouwen neerzetten. Het lage rechthoekige gebouwtje bestaat uit een dienstwoning en een kantoor met wachtruimte voor de reizigers. Naast de gebouwen komt een retirade. Wognum-Nibbixwoud is sinds 1898 overstapstation voor de stoomtramlijn naar Schagen die net als de HN-lijn tot de sluiting in 1930 door de HSM wordt geëxploiteerd. Het stationsgebouw is in 1924, net als de andere stationsgebouwen van de HN vergroot met een uitbouw met keuken en een houten goederenloods. Na de sluiting van de spoorlijn voor het reizigersvervoer blijft het station in gebruik als woonhuis. Rond de eeuwwisseling is het gebouw weer zoveel mogelijk in de historische staat hersteld. Zo is het goederenspoor weer in een zandbed gelegd en is het goederenperron weer voorzien van een hijskraantje. Het gebouw is sinds de zomer van 2001 weer in gebruik als functionerend stationsgebouw met woning.
Tussen Wognum en Twisk passeren de museumtrams als eerste het bewaarde stationsgebouw Benningbroek-Sijbecarspel. Het stationsgebouw is nog in redelijk originele staat in gebruik als particulier woonhuis. Sinds 2021 prijkt de stationsnaam weer aan de gevel. Anderhalve kilometer noordelijker staat het voormalige stationsgebouw van Abbekerk-Lambertschaag. Na het beëindigen van het reizigersvervoer blijft het gebouw bewoond. Het is hierbij aanzienlijk verbouwd. In 2020 is het verwaarloosde gebouw opgenomen in de collectie van de SHM. Het plan is om het station weer zoveel mogelijk in originele staat te herstellen. Het drie kilometer verderop gelegen stationsgebouw Midwoud-Oostwoud is in 1970 gesloopt. Het zijspoor blijft liggen, maar is in de loop der jaren parallel aan de museumlijn gelegd.
Twisk
Het stationsgebouw en emplacement in Twisk zijn in de jaren ’90 zoveel mogelijk in oorspronkelijke staat hersteld. Zo komt er weer een het zijspoor langs de losweg en is het interieur van het stationsgebouw weer teruggebracht in de toestand van 1926. Op het perron is een originele Rijksbrievenbus geplaatst. Deze wordt, net als in Wognum, Opperdoes en Medemblik door de meereizende postconducteurs op de rijdagen van de SHM geleegd. Het gebouw functioneert sinds 1996 weer als stationsgebouw.
Tussen de stations Twisk en Opperdoes ligt bovendien de zogenaamde Authentieke Mijl. Hier is de museumlijn tot in detail ingericht in de situatie van zo’n honderd jaar geleden. Beide stations zijn voor de onderlinge communicatie zelfs verbonden via een werkende telegraafverbinding. Net als in de tijd van de HN worden de wissels bij station Twist hierbij bediend door de stationschef van Opperdoes.
Opperdoes
Het station van Opperdoes, aan de andere zijde van de Autentieke Mijl, is sinds 2000 weer in gebruik als functionerend stationsgebouw. Bij de reconstructie is ook het zijspoor langs de vaart teruggelegd. Het spoor is in de HN-tijd bestemd voor het vervoer van tuinbouwproducten, die in de tegenovergelegen veiling worden verhandeld.
Op zo’n 700 meter vanaf station Opperdoes ligt de halte Pannenkoekenstation/De Bijenstal waar bij speciale gelegenheden gestopt wordt. Weer 250 meter verder is de stopplaats Opperdoes Oosteinde opnieuw aangelegd. De stopplaats is alleen in 1887 en 1888 enkele maanden in gebruik. De SHM heeft op de plek een eenvoudig perron een hekwerk geplaatst. De stopplaats is niet in de dienstregeling van de museumstoomtram opgenomen.
Medemblik
Na Opperdoes Oosteinde slingert de museumlijn naar het eindpunt Medemblik. Ook in deze West-Friese stad is het stationsgebouw bewaard gebleven. Het gebouw is groter dan de andere stationsgebouwen langs de spoorlijn en is vrijwel gelijk aan het standaardontwerp van de grotere stationsgebouwen van de GOLS. De benedenverdieping is bestemd voor de stationsdiensten en heeft onder andere twee wachtkamers en een grote goederenloods. In de bovenverdieping komt een dienstwoning. De SHM is sinds 2000 eigenaar van het gebouw en laat het enkele jaren later volledig restaureren. Het emplacement is eind 2018 en in 2019 geheel vernieuwd en zodanig aangepast dat er een tweede omloopspoor ontstaat.
Vanaf Medemblik bestaat de mogelijkheid om met het museumschip MS Friesland naar Enkhuizen te varen en vervolgens met NS naar Hoorn terug te reizen. De zogenaamde ‘historische driehoek’ wordt sinds 1976 als dagtocht aangeboden en is ook in tegengestelde richting te bereizen.
Materieelcollectie
In eerste instantie voert de SHM de toeristische ritten op de museumlijn uit met materieel dat in de jaren ’60 en ’70 beschikbaar is. Later is de collectie zoveel mogelijk Nederlands gemaakt. Zo krijgt de SHM in 1978 van de gemeente Bergen één van de meest bekende stoomlocomotieven van Nederland. ‘Bello’ 7742 rijdt vanaf 1914 ruim veertig jaar voor de HSM, later NS op de Nederlandse lokaal- en tramlijnen en eindigt in 1960 als herinnering aan de tramlijn Alkmaar – Bergen als statisch monument in het dorp. Na de overname is de locomotief weer geheel in historische staat hersteld en in 1985 weer rijvaardig in gebruik genomen. De naamplaat ‘Bello’, die de loc vanwege de grote bekendheid heeft gekregen, is uit historisch perspectief in 2014 weer verwijderd. Naast de 7742 heeft de SHM nog vijf stoomlocomotieven en één dieselloc van Nederlandse trambedrijven. De vier andere stoomlocs hebben bij Nederlandse en Duitse industrieën gereden. Ook beschikt de SHM over een drietal locomotoren van NS. Sinds 1969 is de SHM eigenaar van motorrijtuig 40 dat van 1923 tot 1939 dienst doet bij de Westlandse Stoomtramweg Maatschappij. Het motorrijtuig gaat in 1975 buiten dienst. Vanaf 2021 wordt gewerkt aan het rijvaardig herstel van het museumstuk.
In de loop der jaren verzamelt de SHM een grote collectie historische rijtuigen die afkomstig zijn van Nederlandse tramwegmaatschappijen. Voor het drukke vervoer heeft de vereniging bovendien elf Oostenrijkse lokaalspoorrijtuigen beschikbaar. Tenslotte heeft de SHM zo’n veertig goederenwagens. Een deel is afkomstig van vroegere tramwegmaatschappijen en een deel is van NS. Vanwege de verweving van de verschillende lijnen, is een groot deel van de goederenwagens geschikt voor zowel tramlijnen als het normale spoorwegnet.
Op de foto boven dit artikel rijdt loc 26 ‘Ir P. H. Bosboom’ van de Limburgsche Tramweg-Maatschappij, begeleid door een bijpassende auto, 5 mei 2016 met een lange sleep lokaalspoorrijtuigen tussen Abbekerk en Oostwoud.