In 1907 wordt in Roosendaal een compleet nieuw stationscomplex in gebruik genomen. Het grensstation krijgt een uitgebreid emplacement met diverse bijbehorende gebouwen. Zo zijn er vijf seinhuizen voor de bediening van de 120 seinen en 160 wissels. Begin jaren ’70 is voor de centrale bediening van de seinen en wissels een nieuwe verkeersleidingspost in gebruik genomen. Eén seinhuis blijft echter langer in gebruik voor de klassieke bediening van het rangeerterrein. Uiteindelijk is ook Post B in 1994 overbodig en dreigt het gebouw gesloopt te worden. Door inspanning van de gemeente blijft het seinhuis voor Roosendaal bewaard en is het in 2013 verplaatst naar het terrein bij de monumentale locomotiefloods.

In 1854 neemt de de Société Anonyme des Chemins de Fer d’Anvers à Rotterdam het station van Roosendaal in gebruik. In de daaropvolgende jaren groeit Roosendaal uit tot een belangrijk spoorwegknooppunt en het belangrijkste grensstation voor de doorgaande treinen tussen Nederland, België en Frankrijk. Het oude stationsgebouw is dan ook regelmatig uitgebreid. Omdat verdere groeimogelijkheden binnen de bebouwde kom zeer beperkt zijn, wordt rond de eeuwwisseling besloten om zo’n halve kilometer ten noorden van het oude station een compleet nieuw station, met zeer uitgebreid emplacement aan te leggen. Behalve een opvallend groot stationsgebouw komen op en langs het bijna vijftig sporen tellende emplacement diverse andere bouwwerken. Zo telt terrein met een lengte van zo’n drie kilometer een douaneloods, een goederenloods, verschillende laad- en losplaatsen en maar liefst drie locomotiefloodsen. Voor de bediening van de ruim 120 seinen en 160 wissels zijn vijf seinhuizen gebouwd. Het nieuwe stationscomplex is in 1907 gereed.

In de decennia na de Tweede Wereldoorlog wordt in Nederland in rap tempo moderne beveiliging en wisselbediening doorgevoerd. Met de elektrificatie van de lijnen rond Roosendaal in de jaren ’50 is ook de beveiliging gemoderniseerd en de bediening in de seinhuizen aangepast. In 1971 begint de vernieuwing naar lichtseinbeveiliging en elektrische bediening van de wissels. Voor de bediening van de seinen en wissels wordt een nieuwe verkeersleidingpost gebouwd. In november 1972 wordt de nieuwe post in gebruik genomen en kunnen vier van de vijf oude seinhuizen worden gesloopt. Post B blijft in gebruik voor de klassieke bediening van het rangeerterrein. Het is de bedoeling de post te sluiten met de opening van de Kijfhoek in 1980 waarbij de goederentreinen van en naar België niet meer in Roosendaal aan de kant hoeven voor douanehandelingen.

Het duurt echter nog bijna 25 jaar tot de treinen rechtstreeks naar de Kijfhoek gaan rijden. Vanuit Post B worden de sporen zo nog jarenlang ouderwets met kettingen en trekdraden bediend. Als één van de laatste plekken in Nederland verdwijnt in 1994 ook hier de klassieke bediening. Na de introductie van de moderne beveiliging staat het gebouw in de weg voor een geplande wijziging aan het emplacement. Omdat sloop dreigt, plaatst de gemeente het gebouw op de monumentenlijst. In 2002 is het seinhuis, net als de andere gebouwen van het stationscomplex bovendien benoemd tot Rijksmonument. Omdat het vervallen bouwwerk nog altijd in de weg staat, zijn er plannen om het naar de ZLSM in Simpelveld te verplaatsen. Omdat de gemeente het gebouw wil behouden, is uiteindelijk besloten het seinhuis in Roosendaal te laten. In april 2013 is het complete gebouw naar het terrein bij de monumentale locomotiefloods overgebracht. Na de verplaatsing neemt BOEi het gebouw over en wordt het grondig gerestaureerd. Het gebouw wordt inmiddels, net als de locomotiefloods, gehuurd door Railpark Roosendaal.

Op de foto bovenaan dit artikel het bewaarde Roosendaalse seinhuis B op 12 september 2021.

Ook op de nieuwe locatie staat het seinhuis tussen de sporen. Zo staan op 11 mei 2019 een aantal afgedankte rangeerlocomotieven van Railion voor het gebouw. Tussen de locomotieven is het oude stationsnaambord te zien.