De Nederlandsch-Westfaalsche Spoorweg-Maatschappij legt aan het eind van de jaren ’70 van de negentiende eeuw in aansluiting op de Oosterspoorweg Amsterdam – Zutphen een spoorlijn van Zutphen via Winterswijk en Borken naar Gelsenkirchen aan. Daarnaast legt de NWS legt in opdracht van het Koninkrijk Pruisen ook een zijtak van Winterswijk naar Bocholt aan. Terwijl de lijn naar Bocholt al voor de Tweede Wereldoorlog is gesloten en opgebroken, blijft de lijn naar Borken nog tot in de jaren ’60 van groot belang voor het kolenvervoer. Hierna neemt het vervoer via de lijn snel af en in 1979 wordt de verbinding gesloten. Na de sluiting blijven de rails grotendeels liggen en ontstaan een rijke flora en fauna die zorgen voor het behoudt van het tracé en een deel van de rails.

Op de voorgrond het grindbed van de vroegere spoorlijn naar Borken en op de achtergrond de Oude Bocholtsebaan met enkele informatieborden.In plaats van de lijn op te breken schenkt de 150-jarige NS het Nederlandse deel van het traject van Winterswijk naar Borken in 1989 aan Natuurmonumenten en Gelders Landschap. Hoewel het de bedoeling is om de Borkense baan als complete spoorlijn als natuurreservaat te behouden, verwijdert Natuurmonumenten in de loop der jaren de rails en bielzen. Gelders Landschap laat daarentegen hun anderhalve kilometer spoor liggen. Ook het ongebruikte Duitse deel van de Borkense baan is inmiddels opgebroken. Het Nederlandse deel van de lijn naar Bocholt is dan al decennialang in gebruik als zandweg met de toepasselijke naam Oude Bocholtsebaan.

Beide enkelsporige lijnen liggen ongeveer een kilometer lang naast elkaar. Even buiten Winterswijk lopen de lijnen uit elkaar. Terwijl het spoor naar Borken vrijwel kaarsrecht naar Duitsland leidt, maakt de lijn naar Bocholt na de splitsing in een zeer ruime boog een hoek van bijna 90 graden naar het zuidwesten.

De laatste sporen van de aansluiting op het emplacement van Winterswijk zijn in de loop van de jaren ’90 uitgewist door het opbreken van de lijn naar Borken. Het terrein waar eerder een klein goederenemplacement is en onder andere de locloodsen van de KED en HSM staan, is na de sloop van de gebouwen en het opbreken van de sporen, vlak na de Tweede Wereldoorlog, vrijwel onaangeroerd gebleven en grotendeels onbegaanbaar door de begroeiieng.

Na de kruising met de Wooldseweg is het tracé van de oude lijnen naar Duitsland te volgen over een fietspad dat naast het oude tracé van de lijn naar Borken ligt. De oude lijn naar Bocholt is hier onderdeel van een paardenweide. Bij de kruising met de Wamelinkweg ligt het fietspad op het oude baanlichaam van de lijn naar Bocholt. De lijn naar Borken vormt vooral ten westen van de rondweg een zwaar begroeide houtwal. Bij de kruising met de Rondweg Zuid is een fietstunnel gemaakt. Langs de vroegere spoorlijnen staat nog een groot aantal paaltjes waartussen zich vroeger hekwerk bevond. Ook is langs de oude lijn naar Borken nog een hectometerpaal te zien.

De aansluiting tussen het stationsemplacement van Winterswijk en beide lijnen naar Duitsland is inmiddels omgevormd tot paardenweide. Aan de rechterzijde is het zwaarbegroeide baanlichaam van de lijn naar Borken te zien. Bij de kruising tussen de Oude Bocholtsebaan met de Rondweg Zuid is een fietstunneltje gemaakt. Rechts het tracé naar Borken. Een oude hectometerpaal langs de lijn naar Borken. Links de Oude Bocholtsebaan en rechts de Borkense Baan.

DE BORKENSE BAAN

Eén van de vele bewaarde, maar onleesbare hectometerpaaltjes langs de Borkense Baan.Na het beëindigen van het goederenvervoer in 1979 blijven de rails liggen en neemt de natuur langzaam bezit van het tracé. De vier kilometer lange spoorlijn vormt even buiten Winterswijk al snel een ecologische verbindingszone tussen diverse kleine natuurgebiedjes. NS schenkt het tracé van Winterswijk naar de Duitse grens tijdens het 150-jarig bestaan van de spoorwegen dan ook aan Natuurmonumenten en het Gelders Landschap. Natuurmonumenten laat hun 2,4 kilometer lange gedeelte van de lijn halverwege de jaren ’90 opbreken. De 1,6 kilometer spoor van het Gelders Landschap tussen de Haverkamstegge en de Duitse grens is blijven liggen. Vrijwel de gehele Borkense Baan is ook voor wandelaars nog te volgen. Enkele delen zijn echter door begroeiing onbegaanbaar geworden. Langs de lijn staat nog een wachtpost en enkele spoorwegwoningen. Ook zijn diverse hectometerpalen terug te vinden. Van de spoorbrug over de Slinge zijn alleen de liggers verdwenen.

De voormalige lijn naar Borken vormt de eerste kilometers buiten Winterswijk een goed begaanbaar wandelpad. Op de achtergrond buigt de Oude Bocholtsebaan af. Ook de vroegere brug over de Slinge is grotendeels bewaard gebleven. Langs de vroegere spoorlijn staan diverse hectometerpalen. Na het verwijderen van de rails en bielzen is er nog meer ruimte ontstaan voor de begroeiing.
Natuurmonumenten heeft een groot deel van het balastbed latenliggen. Het grind vormt vooral voor hagedissen een ideale plek om te zonnen en zich snel te verstoppen. Langs het spoor is wachtpost 36 aan Brouwerlaan bij Brinkheurne bewaard gebleven. . Eén van de plekken waar zeer veel grind is blijven liggen. Bij de Deunkmolenweg ligt het baanlichaam zo laag dat het opgaat in de moerassige omgeving. De hectometerpaal staat echter nog boven water.

Het gedeelte van het Gelders Landschap loopt tot aan de Duitse grens. De spoorlijn passeert hierbij onder andere een natuurgebied dat is ontstaan rondom de volgelopen zand- en kiezelgroeven waar ooit het materiaal voor diezelfde spoorlijn is gedolven. De spoorlijn is goed toegankelijk voor wandelaars. De laatste tientallen meters voor de Duitse grens is de spoorlijn door de begroeiing onbegaanbaar. Voor wandelaars is echter een paar meter naast het spoor een pad aanwezig.

Het verschil tussen het tracé van Natuurmonumenten en Gelders Landschap wordt meteen duidelijk door de aanwezigheid van de rails, zoals hier ter hoogte van de Kuipersweg. De spoorlijn van het Gelders Landschap bij Kotten. Op enkele plekken is de spoorlijn onderbroken. Een bewaarde duiker bij Kotten.
Zijaanzicht van de spoorlijn. De spoorlijn bij één van de plassen die is ontstaan door het winnen van bouwmaterialen voor diezelfde spoorlijn. De laatste meters voor de Duitse grens is de spoorlijn onbegaanbaar. Op de grens zijn twee schrikhekken blijven bestaan. De planken zijn echter, op één na, verdwenen en de van de rood-witte beschildering is ook niets meer te zien.

DE BOCHOLTSE BAAN

Ondanks dat het Nederlandse deel van de spoorlijn van Winterswijk naar Bocholt al in 1936 is opgebroken, is bijna het complete tracé nog terug te vinden. Het baanvak vormt al decennialang een zandweg met de toepasselijke naam Oude Bocholtsebaan. Ter hoogte van de grens loopt het pad dood in een bosgebied. Het gedeelte tussen Winterswijk en de Slingeweg is hierbij alleen in gebruik als fietspad. Langs de vroegere spoorlijn zijn twee kleine wachterswoningen bewaard gebleven.

Even buiten Winterswijk buigt de Oude Bocholtsebaan af van de vroegere spoorlijn naar Borken. Ter hoogte van de kruising met de Slingeweg is de eerste voormalige baanwachterswoning te vinden. Het pad loopt even buiten Winterwijk een ruime boog door de bosrijke omgeving. De tweede bewaarde wachterswoning staat bij een kruising tussen twee wegen met de Oudebocholtse Baan.