Als onderdeel van het scheidingsverdrag tussen Nederland en België uit 1839 krijgt België het recht om via Nederland een verbinding tussen Antwerpse en het Pruisische achterland aan te leggen. Dertig jaar later start de Belgische NB met de aanleg van de zogenaamde IJzeren Rijn tussen Antwerpen en het Duitse Gladbach, later bekend als Mönchengladbach. Tussen Budel en Vlodrop loopt de zogenaamde spoorlijn 44 kilometer over Nederlands grondgebied. Het Nederlandse deel tussen Roermond en Pruissen is in februari 1879 in gebruik genomen. Enkele maanden later volgt ook het baanvak tussen Roermond en België. Het belang van de lijn loopt na de Eerste Wereldoorlog al sterk terug. Desondanks rijdt de laatste doorgaande trein pas in 1991 en sluit NS het baanvak Herkenbosch – Dalheim. Vier jaar later volgt het traject Roermond – Herkenbosch. In 1997 gaat het baanvak Roermond – Dalheim officieel buiten dienst.
Hoewel het baanlichaam geschikt is voor twee sporen is de spoorlijn enkelsporig aangelegd. Alleen het baanvak Vlodrop – Dalheim is dubbelsporig. Vanaf 1908 is ook het baanvak tussen Roermond en Vlodrop van een tweede spoor voorzien. De Eerste Wereldoorlog zorgt enkele jaren later alweer voor het eind van het internationale belang van de IJzeren Rijn. Terwijl er tijdens de oorlog geen grensoverschrijdend goederenvervoer plaatsvindt, krijgt België na de oorlog de beschikking over de Montzen-lijn. Hierdoor kan het vervoer tussen Antwerpen en het Duitse achterland plaatsvinden over een hoogwaardige verbinding zonder gebruik te maken van Nederlands grondgebied. Omdat ook het lokale vervoer afneemt, breekt NS in 1937 het tweede spoor tussen Roermond en Vlodrop op.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelt de spoorlijn een belangrijke rol in het Duitse treinverkeer en is de verbinding weer verdubbeld. Tijdens de oorlog is de spoorlijn zwaar beschadigd. De geallieerde troepen herstellen de verbinding eind 1944 provisorisch en geheel dubbelsporig. Na de oorlog breekt NS het tweede spoor weer op. Hoewel in de decennia na de oorlog verschillende plannen zijn om de verbinding nieuw leven in te blazen, is het baanvak Herkenbosch – Dalheim in mei 1991 op verzoek van de Deutsche Bundesbahn gesloten. In 1995 rijdt de laatste goederentrein naar Herkenbosch. Twee jaar later is de IJzeren Rijn tussen Roermond en Duitsland formeel gesloten. Omdat de Belgische regering met het oog op de historische verdragen uit 1839 en 1873 er veel aan doet om de lijn weer in gebruik te nemen, blijft de spoorlijn onaangeroerd in het Limburgse landschap liggen. Inmiddels is de spoorlijn tussen Roermond en Dalheim voor een groot deel onderdeel van het Nationaal Park De Meinweg.
De foto’s op deze pagina zijn gemaakt op 2 april 2017, tenzij anders vermeld.
ROERMOND – HERKENBOSCH
De IJzeren Rijn is in 1997 van het stationsemplacement in Roermond afgesloten door een kruis van dwarsliggers. Later zet ProRail tussen het stationsemplacement en de spoorlijn een standaard hekwerk neer. Ondanks de afsluiting van het spoorwegnet, blijft de spoorlijn redelijk ongeschonden liggen. Zo blijven, daar waar de spoorlijn door de bebouwde kom van Roermond loopt, diverse delen van overweginstallaties, andreaskruisen en relaiskasten staan. Ook voorziet ProRail een deel van het traject dat door de Limburgse stad loopt van moderne hekwerken. Op het tunneldak van de nieuwe A73 komt enkele jaren na de eeuwwisseling een compleet nieuwe betonnen constructie waar de sporen op rusten. Enkele jaren na de A73 is aan de oostzijde van Roermond de nieuwe provinciale weg N293 aangelegd. De weg kruist de IJzeren Rijn vanaf 2007 via een nieuwe onbewaakte overweg, compleet met andreaskruisen. In 2019 zijn de rails hier verwijderd.
De IJzeren Rijn is van Roermond tot het voormalige station Herkenbosch goed te volgen. Het baanlichaam is berekend op dubbelspoor en grotendeels ontdaan van begroeiing. Tussen de in 2007 geopende N293 en het voormalige station van Herkenbosch ligt ten zuiden van de hoofdbaan nog een spoor. Dit uithaalspoor van het emplacement van Herkenbosch, dat bovendien enkele industrie-aansluitingen heeft gekend, is ruim twee kilometer lang en grotendeels begroeid. De laatste kilometer voor station Herkenbosch maken beide sporen deel uit van Nationaal Park De Meinweg en is de begroeiing ook ter hoogte van de hoofdbaan en het vroegere tweede spoor ten noorden hiervan onaangeroerd gelaten. Ten noorden van de spoordijk ligt echter een wandelpad.