In 1856 is de zogenaamde Rhijnspoorweg tussen de Nederlandse havens en het Pruisische achterland gereed. Door geschillen tussen de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij en Cöln-Mindener Eisenbahn-Gesellschaft die respectievelijk het Nederlandse en het Pruisische deel van de verbinding exploiteren, besluit de NRS al na enkele jaren vanaf Zevenaar een nieuwe verbinding met Pruisen aan te leggen. De nieuwe verbinding ligt tussen Zevenaar en Elten parallel aan de bestaande spoorlijn naar Emmerich en buigt hierna af naar Kleve. Bij Welle komt een veerpont over de Rijn. In 1865 rijden de eerste treinen over de nieuwe verbinding. Zo’n twintig jaar later is de spoorlijn door de nationalisatie van de Duitse spoorlijnen overbodig. Desondanks is het baanvak Elten – Welle en de bijbehorende veerdienst pas in augustus 1926 opgeheven.

De spoorlijn tussen Elten en de noordelijke Rijnoever bij Welle is in 1930 opgebroken. De hoge spoordijk blijft echter liggen. Ook de zeven doorlaatbruggen over het riviertje Die Wild zijn verwijderd. Beide landhoofden en de zes pijlers blijven staan.

Om materiaal naar het front te vervoeren, legt het Britse leger in het voorjaar van 1945 tussen het inmiddels geannexeerde Goch en Emmerich een tijdelijke spoorlijn aan. De militaire spoorlijn maakt grotendeels gebruik van bestaande spoorlijnen. Tussen Kleve en de Rijn maakt het leger gebruik van de voormalige spoorlijn naar Zevenaar. De nieuwe verbinding maakt gebruik van de ongeschonden bruggen over de Altrhein bij Griethausen. Voor de oversteek van de Rijn bouwt het leger een ruim 700 meter lange noodbrug. Met deze zogenaamde Victory Bridge krijgt de spoorlijn Elten – Kleve jaren na de sluiting alsnog een vaste oeververbinding over de Rijn. Op de andere oever van de Rijn wordt de 15 jaar eerder opgebroken spoorlijn tot een paar honderd meter voor de bruggen over Die Wild teruggelegd. Even voor Elten komt een nieuwe scherpe verbindingsboog richting Emmerich. De nieuw aangelegde delen van de militaire spoorlijn en de brug over de Rijn zijn een jaar na de bevrijding weer opgebroken.

Wanneer Elten en omgeving in de periode 1949 – 1963 aan Nederland zijn toegewezen, vormt de oostzijde van voormalige spoordijk ten noorden van de Rijn, samen met de zogenaamde ‘Engelse Boog’ richting Emmerich een deel van de nieuwe grens met Duitsland. De complete spoorlijn zou hiermee in Nederland komen te liggen.

Op de kaarten hierboven de situatie tussen Elten en de Rijn rond 1920 wanneer de originele spoorlijn en spoorpont nog aanwezig zijn en rond 1960 wanneer de spoordijk een aantal jaar de grens tussen Nederland en Duitsland vormt.

Hoewel het laatste deel van de zogenaamde Trajektlinie in 1946 is opgebroken, blijven de spoordijken in het landschap liggen. In de loop der jaren raken deze steeds verder begroeid. Het ensemble van twee bogen vanaf de Rhijnspoorweg, waarvan die vanuit Elten geschikt is voor dubbelspoor, vormen, net als de rechte dijk naar de Rijn die eveneens is aangelegd voor twee sporen, dankzij de zware begroeiing een opvallende lijn in het grotendeels vlakke agrarische landschap tussen de Eltenberg en de Rijn. Door de dichte begroeiing en het particuliere eigendom van een deel van de grond is de spoordijk zelf vrijwel niet meer begaanbaar.

Van de zeven overspanningen ter hoogte van het riviertje Die Wild blijven de brede landhoofden en de zes pijlers bewaard. Deze zijn sinds 1930 steeds verder opgegaan in de natuur. Eén pijler en het zuidelijke landhoofd zijn bereikbaar via een landweggetje. Ook de vroegere spoorwegovergang Am Moddeich is nog duidelijk te herkennen. De weg en het naastgelegen akkerland maken hier een opvallende klim naar het punt waar de spoordijken van de vroegere spoorlijn uit Elten en de Engelse Boog samenkomen. Aan de zuidzijde van de weg staat nog een voormalige dienstwoning.

Ter hoogte van het vroegere station Welle is eveneens nog altijd een voormalige dienstwoning aanwezig. Het kleine stationsemplacement is te herkennen aan de breedte van de spoordijk. Langs de openbare weg staat een informatiebord. Tussen Welle en de Rijn is de aanlegplaats van de spoorpont nog wel duidelijk zichtbaar, maar zijn geen restanten van de voormalige spoorlijn en de veerpont terug te vinden.

De zwaar begroeide vroegere spoordijken tussen de Rhijnspoorweg en de Rijn vormt een opvallende houtwal in het agrarische land ten zuiden van de Eltenberg. Op de foto boven dit artikel de boog vanuit Elten ter hoogte van Am Moddeich gezien vanuit het zuiden. De weg en een klein deel van het akkerland maken hier een flinke klim om het hoogteverschil met de dijk te overbruggen. Tussen de bomen door is de torenspits van de Sint-Vituskerk van Hoog-Elten te zien. Elten, 30 september 2023.