In 1906 wordt aan de Oude Lijn tussen Leiden en Den Haag de halte De Vink in gebruik genomen. De halte is genoemd naar de gelijknamige nabijgelegen uitspanning. Buiten de bestaande wachterswoning zijn er geen verdere voorzieningen en in 1928 verdwijnt De Vink alweer uit het Spoorboekje.
In de jaren ’80 zijn zowel Leiden als Voorschoten zodanig gegroeid dat NS in 1985 op vrijwel dezelfde plek de voorstadshalte De Vink in gebruik neemt. De spoorlijn vormt ter hoogte van de halte de gemeentegrens tussen beide plaatsen en deze krijgt daarom geen officiële plaatsnaam. Met het oog op de spoorverdubbeling tussen Leiden en Den Haag heeft de halte houten perrons, enkele eenvoudige wachtruimten en een eenvoudige luchtbrug over beide sporen.
In 1991 is de tunnel onder de sporen gereed en kan de tijdelijke brug gesloopt worden. In 1995 zijn de spoorverdubbeling en de nieuwbouw van de halte gereed. De Vink heeft twee eilandperrons die vanuit de onderdoorgang met trappen en liften te bereiken zijn. Beide perrons hebben 40 meter lange overkappingen. Op het plein aan de Leidse zijde staat een eenvoudig haltegebouw met een min of meer driehoekige plattegrond. Aan de spoorzijde heeft het gebouw een kleine ronde toren.
Op de foto boven dit artikel de spoorzijde van het stationsgebouw De Vink op 11 oktober 2015.