In 1988 neemt NS als eindpunt van de Flevolijn station Lelystad Centrum in gebruik. Het station is, net als de andere stations aan de spoorlijn, uitgevoerd als viaductstation. Het station krijgt over de breedte van 143 meter een glazen overkapping die over het viaduct lijkt gevouwen. De draagconstructie boven het eilandperron en de twee sporen bestaat uit een opvallend rood ruimtevakwerk dat steunt op vier kolommen in de vorm van een vlinderdas. Aan de voorzijde steunt de kap op een lange groene ligger die op rode stalen kolommen rust. Op enkele plekken raakt de glazen kap het straatniveau. Aan de achterzijde steunt de kap op het betondek van het middelste van de drie viaducten. Onder de viaducten komt de stationshal en een aantal voorzieningen als een stationsrestauratie. Boven de hoofdentree is de kap uitgevoerd als luifel.
Bij de bouw van het station en de kap is al rekening gehouden met de verdubbeling van de capaciteit. Van de drie viaducten zijn anderhalf viaduct in gebruik om de twee sporen, het eilandperron en de achterzijde van de overkapping te dragen. Het achterste viaduct is in de eerste jaren in gebruik als fietspad.
Voor de aanleg van de Hanzelijn worden ook de andere viaducten bij het station betrokken. In 2010 krijgt Lelystad twee extra sporen met daartussen een tweede eilandperron. De achterzijde van de kap maakt hierbij plaats voor een nieuw deel van de overkapping dat het spiegelbeeld is van de kap boven het oude perron.
Op de foto boven dit artikel de voorzijde van station Lelystad Centrum op 13 oktober 2024.