Tijdens de eerste aanleg van spoorlijnen door de Staat wordt gebruik gemaakt van standaardstations in vijf verschillende klassen. Gedurende de aanleg van de spoorlijnen zijn diverse nieuwe uitvoeringen ontworpen. Zo komen er in 1865 twee nieuwe ontwerpen voor het type derde klasse. Terwijl één uitvoering in een tiental plaatsen verschijnt, komt het andere, aanzienlijk grotere ontwerp alleen in Hengelo, Enschede en Meppel te staan.
Het stationsgebouw van Meppel aan de Staatslijnen naar Leeuwarden en Groningen is in oktober 1867 in gebruik genomen. Het symmetrische gebouw heeft een hoog middendeel en aan beide zijden een lage zijvleugel. Naast de zijvleugels staan vrijstaande gebouwtjes. De ene is in gebruik als berging, in de andere bevinden zich de toiletten. Beide gebouwtjes zijn met een muur aan het stationsgebouw verbonden. Opvallende verschillen met de stationsgebouwen van het eerste type derde klasse zijn de classicistische uitwerking van de deuren en daklijsten, de hoge daken van de zijvleugels en de afwezigheid van de rondbogenstijl in de ramen. In 1899 krijgt het station een gedeeltelijk overdekt middenperron.
Het stationsgebouw van Meppel blijft als enige van het drietal bewaard en is in de loop der jaren nooit grondig verbouwd. Begin jaren ’80 is het gebouw wel vanbinnen gemoderniseerd en verdwijnen de twee vrijstaande gebouwtjes. In de zomer van 2016 is het witgrijze gebouw weer in de oorspronkelijke geelbruine kleurstelling geschilderd.
Op de foto boven dit artikel het stationsgebouw van Meppel op 18 april 2022.