In 1896 opent de Nederlandsche Zuider-Spoorwegmaatschappij de lokaallijn tussen Sittard, Heerlen en Herzogenrath. Behalve Kerkrade Rolduc krijgen alle Nederlandse stations langs de lijn een standaard stationsgebouw. Het ontwerp is gelijk aan die van de grotere stationsgebouwen die de GOLS enkele jaren eerder in de Achterhoek en Twente neerzet. De hoge rechthoekige gebouwen zijn twee en een halve verdieping hoog en nagenoeg symmetrisch.
In 1915 krijgt het stationsgebouw van Nuth aan de linkerzijde een bouwdeel dat aan de straatzijde vrijwel gelijk is aan het oude middendeel maar verder naar voren staat. Naast de hoge uitbouw komt een lage zijvleugel met puntdak. Voor het oude gebouw komt, in aansluiting op het naar voren staande nieuwe deel, een lage vestibule met plat dak en stenen balustrade. Aan de rechterzijde van het gebouw komt een lange goederenloods met puntdak.
De meeste stationsgebouwen langs de lijn zijn begin jaren ’70 gesloopt. Ook het stationsgebouw van Nuth ontkomt in 1973 niet aan de slopershamer. In 1991 krijgt het dorp een nieuw eenvoudig haltegebouw. Het lage rechthoekige gebouwtje heeft alleen de noodzakelijke voorzieningen als een loket en enkele dienstruimten. Aan de straatzijde komt een ruime driehoekige luifel met aan weerszijden opvallende blauwe pilaren. Een jaar na de opening sluit het loket alweer en krijgt de ruimte diverse tijdelijke gebruikers. Later zijn de pilaren grijs geschilderd.
Op de foto boven dit artikel het stationsgebouwtje van Nuth op 9 juni 2012.