In 1853 neemt de Aken-Maastrichtse Spoorweg-Maatschappij de spoorlijn tussen beide steden in gebruik. In veel Limburgse dorpen langs de lijn komt in eerste instantie een eenvoudige halte zonder verdere voorzieningen. Zo ook in Schin op Geul.
Tegelijkertijd met de uitbreiding mijnbouwactiviteiten is begin twintigste eeuw het Zuid-Limburgse spoorwegnet sterk uitgebreid. Vanuit Schin op Geul wordt in 1914 een geheel dubbelsporige goederenspoorlijn naar Heerlen geopend. Een jaar later gaat ook het reizigersvervoer van start. In Schin op Geul ontstaat een zogenaamd vorkstation. Het stationsgebouw, dat tegelijkertijd met de verbinding naar Heerlen in gebruik is genomen, komt tussen de oude en de nieuwe spoorlijn te staan. Het asymmetrische gebouw heeft veel weg van een villa. De toegang komt niet aan het stationspleintje maar aan beide perronzijdes. Het gebouw kent enkele opvallend hoge schoorstenen. Naast alle gebruikelijke voorzieningen krijgt het gebouw een aparte wachtkamer voor mijnwerkers.
Het stationsgebouw is grotendeels in de originele staat bewaard. Wel is in de jaren ’60 aan de straatzijde de entree naar de voormalige goederenafdeling dichtgemetseld. Inmiddels is het gebouw particulier bezit en bevindt zich op de benedenverdieping een horecagelegenheid. In en om het gebouw zijn verschillende spoorse attributen te vinden. Op de lijn naar Simpelveld rijden al sinds de jaren ’90 de museumtreinen van de ZLSM.
Op de foto boven dit artikel het stationsgebouw van Schin op Geul aan de zijde van de lijn naar Simpelveld op 3 mei 2014.