In 1914 nemen de Nederlandse Spoorwegen de acht kilometer lange vebinding tussen Schin op Geul en Heerlen in gebruik. De spoorlijn zorgt voor een korte verbinding tussen Maastricht en Heerlen. In maart 1915 gaan naast goederentreinen ook reizigerstreinen op de verbinding rijden. Aan de spoorlijn komen twee stations. Zowel Klimmen-Ransdaal als Voerendaal krijgen een stationsgebouw in de vorm van een chalet-achtige villa. Het stationsgebouw van Voerendaal is min of meer een vergrote versie van het stationsgebouw van Klimmen-Ransdaal. Het gebouw heeft een hoog en breed middendeel met zowel aan de straatzijde als aan de perronzijde twee puntgevels. Aan beide zijden bevindt zich een korte lage vleugel. In de linkervleugel komt de goederenafdeling. Het bouwdeel krijgt hiervoor grote houten schuifdeuren. Aan de perronzijde komt een vijfhoekige erker met daar bovenop een terras voor de op de verdieping gelegen woning. Alleen aan de benedenverdieping is het metselwerk te zien. De eerste verdieping is gepleisterd en de puntgevels zijn, als verwijzing naar de Limburgse bouwtradities, uitgevoerd in vakwerk. Opvallend zijn de vier hoge schoorstenen.
Na het verdwijnen van de laatste stationsvoorzieningen is het gebouw voornamelijk in gebruik als kantoor. De bovenverdieping is in gebruik als woonruimte. Het gebouw is sinds 1997 een Rijksmonument.
Op de foto boven dit artikel het stationsgebouw van Voerendaal op 6 augustus 2016. Aan de linkerzijde is duidelijk de plek van de, begin jaren ’70 verwijderde schuifdeuren van de goederenafdeling te zien.