Voorburg

In 1870 neemt de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij de spoorlijn Gouda – Den Haag in gebruik. Naast het nieuwe station in Den Haag opent de NRS drie stations langs de lijn. Voorburg krijgt een klein laag gebouw dat grotendeels als woning in gebruik is. Het stationsgedeelte bevindt zich in één van de eindgevels en is in tegenstelling tot het woongedeelte van enkele versieringen voorzien.

Parallel aan de spoorlijn ligt de Utrechtse Baan, het begin van de eerste autosnelweg Rijksweg 12. Beide steeds drukker wordende verbinindingen splijten Voorburg steeds meer in twee delen. In 1979 wordt dan ook besloten zowel de spoorlijn als de snelweg omhoog te brengen. Na jarenlange studies is een 300 meter lang viaduct van 70 meter breed ontworpen. Rondom en onder het viaduct is de oorspronkelijke wegen- en parkstructuur van de nabijgelegen buitenplaats Hofwijck zoveel mogelijk teruggebracht en versterkt met waterpartijen en bomenrijen. Het viaduct rust op karakteristieke witte paddenstoelkolommen. Onder het viaduct zijn onder andere parkeerplaatsen, fietsenstallingen en een plaatskaartenkantoor ondergebracht. Het eilandperron krijgt een grote kap die als een tribuneoverkapping tot het voorplein reikt. Aan de zijde van de A12 is de kap gesloten. Terwijl het oude stationsgebouw in 1985 plaatsmaakt voor de nieuwbouw, neemt NS het nieuwe complex in 1988 in gebruik.