In de jaren ’60 van de negentiende eeuw zijn in België twee spoorwegmaatschappijen opgericht om het land met de zeehaven van Terneuzen te verbinden. De Société Anonyme du Chemin de Fer de Gand à Terneuzen neemt in 1869 de verbinding van Gent naar Terneuzen in gebruik. Twee jaar later opent de Société Anonyme du Chemin de Fer International de Malines à Terneuzen de spoorlijn Mechelen – Hulst – Terneuzen. Tussen Sluiskil en Terneuzen maken beide spoorwegmaatschappijen gebruik van hetzelfde spoor. Beide lijnen zijn vooral van belang van het vervoer van goederen tussen België, Luxemburg, Frankrijk en Zuid-Duitsland en de Nederlandse zeehaven. Ook vestigen zich langs de spoorlijnen en het nabijgelegen kanaal Gent-Terneuzen diverse grote industrieën. De lijn van de GT wordt in 1930 eigendom van de MT. In 1948 gaat het Belgische gedeelte van beide lijnen naar de NMBS en het Nederlandse deel naar NS. Het reizigersvervoer tussen Gent en Sluiskil is dan al bijna tien jaar opgeheven. Het reizigersvervoer van Terneuzen naar Hulst en België eindigt begin jaren ’50. In de jaren ’60 wordt het spoorwegnetwerk in Zeeuws-Vlaanderen gedeeltelijk omgelegd en verder uitgebreid ten behoeve van de industrie. Het baanvak tussen Axel, Hulst en België is in 1968 gesloten en uiteindelijk twintig jaar later opgebroken.

Hoewel Gent al via het kanaal Gent-Terneuzen met het open water van de Noordzee is verboden, is ook een spoorwegverbinding met Terneuzen van groot belang voor de industrie van de Belgische stad. Het kanaal is niet geschikt voor de grotere zeeschepen en bovendien varen op de haven van Terneuzen verschillende Engelse scheepvaartmaatschappijen. In 1865 is dan ook de Société Anonyme du Chemin de Fer de Gand à Terneuzen opgericht. De spoorlijn tussen beide steden is in 1869 gereed. Ondertussen is het jaar daarvoor de Société Anonyme du Chemin de Fer International de Malines à Terneuzen opgericht. Deze spoorwegmaatschappij legt een spoorlijn van Mechelen via Hulst naar Sluiskil aan. Hier sluit de lijn aan op de spoorlijn van de GT. Langs het kanaal en de spoorlijn vestigen zich de daaropvolgende jaren diverse industrieën. De spoorlijnen zijn vrijwel geheel volgens de Belgische richtlijnen uitgevoerd. Dit is te zien aan de stationsgebouwen, seinen en zelfs de kleding van het personeel. Via de spoorlijnen worden onder andere kolen uit de Belgische mijnen en ijzererts uit het Ruhrgebied aangevoerd. Ook zijn de lijnen in Zeeuws-Vlaanderen van groot belang voor het transport van suikerbieten naar de suikerfabrieken in Nederland en België. In 1912 opent in Sluiskil een grote cokesfabriek. De cokes worden vooral via spoorlijn van de MT aan staalbedrijven in Luxemburg en Frankrijk geleverd. Het reizigersvervoer op beide Zeeuwse lijnen is intussen veel minder van belang. Dagelijks rijden slechts enkele reizigerstreinen tussen de goederentreinen.

Intussen is het gezamenlijke traject tussen Sluiskil en Terneuzen in 1908 na onenigheid tussen beide spoorwegmaatschappijen van een tweede spoor voorzien en als twee enkelsporige baanvakken in gebruik. Nadat de exploitatie van de spoorlijn van de GT in de jaren ’70 van de negentiende eeuw al enige tijd in handen is van andere Belgische spoorwegmaatschappijen, neemt de MT het baanvak in 1930 over. In 1939 staakt de MT het reizigersvervoer tussen Zelzate en Sluiskil.

In 1948 gaan beide spoorlijnen naar de Belgische en Nederlandse overheid. Het Belgische deel wordt voortaan geëxploiteerd door de NMBS en het Nederlandse deel door NS. In oktober 1951 staakt NS het reizigersvervoer tussen Terneuzen en Hulst. De NMBS rijdt hierna nog ruim een half jaar tussen Sint Niklaas en Hulst. In de jaren ’60 vinden grote aanpassingen aan het Zeeuws-Vlaamse spoorwegnet plaats. In 1964 is vanuit Philippine een bijna tien kilometer lange spooraansluiting naar DOW Chemical in gebruik genomen. Drie jaar later is de spoorlijn in Terneuzen over een lengte van drie kilometer om de nieuwe Zevenaarhavens geleid. Tenslotte is in maart 1968 een nieuwe brug over het kanaal Gent-Terneuzen in gebruik genomen. De brug ligt zo’n twee kilometer noordelijker dan de oude brug bij Sluiskil. Een deel van de nieuwe route loopt voortaan via de DOW-lijn. In 1968 beëindigt NS bovendien het goederenvervoer tussen Axel, Hulst en het Vlaamse De Klinge.

Dienstregeling

Beide lijnen door Zeeuws-Vlaanderen zijn hoofdzakelijk voor het goederenvervoer aangelegd. Desondanks rijden ook enkele reizigerstreinen van en naar Terneuzen. Zowel op de lijn van de GT als de lijn van de MT rijden dagelijks zo’n vijf reizigerstreinen. Vanuit Terneuzen vertrekken tevens aansluitende veerponten naar Vlissingen. In 1939 rijdt de MT de laatste reizigerstrein tussen Sluiskil en Zelzate. Tussen Terneuzen, Hulst en België rijden nog tot in 1951 reizigerstreinen.

Materieelinzet

Zeeuws-Vlaanderen vormt door de ligging min of meer een eiland in het Nederlandse spoorwegnet. Sinds NS in 1948 verantwoordelijk is voor de exploitatie op het Zeeuws-Vlaamse spoorwegnet is steeds een klein materieelpark aanwezig dat eens in de zoveel jaar wordt uitgewisseld. Tot 1948 is de volledige treindienst op het Zeeuws-Vlaamse spoorwegnet uitgevoerd met het materieel van de Belgische spoorwegmaatschappijen. Wanneer NS dat jaar de exploitatie van het Nederlandse deel van de spoorlijnen overneemt, brengt de vervoerder drie locomotoren naar Zeeuw-Vlaanderen. De reizigerstreinen worden gereden met een Belgisch motorrijtuig. De doorgaande goederentreinen rijden met Belgische locomotieven. In 1959 brengt NS locomotieven uit de serie 600 naar Zeeuws-Vlaanderen. De locs vervangen niet alleen de locomotoren, maar rijden ook goederentreinen van en naar België. Doorgaans zijn vijf á zes locs aanwezig.

In 1992 vervangt NS zes aanwezige locs uit de serie 600 door vijf diesellocs uit de serie 2200. In 1996 zijn de vijf exemplaren ingeruild voor vijf soortgenoten. Ook komt weer een sik naar Zeeuws-Vlaanderen. Door het groeiende goederenvervoer versterkt NS het materieelpark de daaropvolgende jaren nog met twee extra locs uit de serie 2200 en een loc uit de serie 600. In 2003 vervangt Railion de locomotieven uit de jaren ’50 door Duitse rangeerlocomotieven uit de serie 204. Vanaf 2004 rijden Belgische locs uit de serie 77 de treinen naar DOW. De Duitse locs zijn in 2009 vervangen door vijf locomotieven uit de serie 6400.