De Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij krijgt eind jaren ’60 van de negentiende eeuw de exploitatie van Staatlijn K naar Nieuwediep, het latere Den Helder, toegekend. Omdat de bouw van de Hembrug tussen Zaandam en Amsterdam nog op zich laat wachten, legt de HSM een eigen spoorlijn tussen Uitgeest en Haarlem aan. In 1883 krijgt de lijn een aansluitende zijtak tussen Velsen en de sluizen bij IJmuiden. Met de komst van de Velsertunnel is de lijn naar Uitgeest tussen Santpoort Zuid en Beverwijk over enkele kilometers verlegd. In 1983 staakt NS het reizigersvervoer op zogenaamde ‘Vislijn’ naar IJmuiden. Na het stoppen van het goederenvervoer en een mislukte poging om particuliere reizigerstreinen te laten rijden, is de verbinding in 1998 definitief gesloten.
In tegenstelling tot de overige lijnen uit de Eerste Staatsaanleg, gaat de exploitatie van Staatlijn K naar de HSM. Terwijl de verbinding tussen Nieuwediep, het latere Den Helder, en Zaandam in 1869 gereed is, duurt het nog negen jaar voordat Amsterdam bereikt wordt. Het wachten is op de aanleg van het Noordzeekanaal en de draaibrug bij de Hem. De HSM legt daarom zelf een spoorlijn van Uitgeest naar Haarlem aan. Zo is Nieuwediep al in mei 1867 rechtstreeks vanuit Amsterdam bereikbaar. In 1876 wordt bij Velsen een brug over het nieuwe Noordzeekanaal gebouwd. Zeven jaar later wordt bij het station Velsen, even ten zuiden van het kanaal, een aftakking naar de sluizen bij IJmuiden aangelegd. De spoorlijn naar de nieuwe plaats is slechts drie kilometer lang en is bedoeld voor het voor- en natransport van passagiersschepen. Wanneer blijkt dat rederijen doorgaans de voorkeur geven aan de Amsterdamse haven, wordt de spoorlijn in 1899 nog enkele kilometers doorgetrokken naar de vissershaven. Daar is dat jaar tevens het hoofdstation van IJmuiden geopend.
De lage Velserbrug is in 1905 vervangen door een hoger gelegen draaibrug. Diezelfde periode is het emplacement van splitsingsstation Velsen omhoog gebracht. Op straatniveau komt een nieuw ontvangstgebouw dat als toegang tot de tunnel naar het perron dient. Op het brede eilandperron komen drie kleine gebouwen die zijn verbonden met een ruime stationskap.
De spoorlijn tussen Haarlem en IJmuiden groeit na de Eerste Wereldoorlog uit tot een belangrijke forensenlijn en is daarom in 1926 van een tweede spoor voorzien en een jaar later al geëlektrificeerd. Tegelijkertijd krijgt de lijn drie nieuwe haltes en stoppen de treinen vrijwel elke kilometer. In 1931 volgt de elektrificatie van het traject Velsen – Uitgeest. Behalve voor het voorstadsverkeer is de spoorlijn ook voor het goederenvervoer een belangrijke verbinding. In eerste instantie vanwege de visafslag in IJmuiden en begin 20e eeuw komt hier het vervoer van en naar de Hoogovens aan de andere zijde van het Noordzeekanaal bij.
In 1957 wordt de Velsertunnel geopend. Hiervoor is tussen Santpoort Zuid en Beverwijk een geheel nieuwe spoorlijn aangelegd. Het oude traject tussen Santpoort en Velsen-IJmuiden Oost hoort voortaan bij de zijtak naar IJmuiden. In Santpoort Noord wordt een nieuw station geopend waar beide lijnen voortaan samenkomen. Ook Driehuis krijgt een nieuw station aan het nieuwe tracé. Het oude traject ten noorden van het Noordzeekanaal blijft in gebruik als aansluiting op het spoorwegnetwerk van de Hoogovens. Omdat hier geen reizigersvervoer plaatsvindt, is de halte Velsen Hoogovens na de opening van de tunnel gesloten.
In 1965 is 500 meter ten westen van het station van Beverwijk een nieuwe verbinding naar het centrale emplacement van de Hoogovens aangelegd. Ook het zuidelijke deel van het emplacement krijgt enkele jaren later via een verbindingsboog een aansluiting op het centrale emplacement. Het traject tussen beide verbindingsbogen is hierna gesloten en opgebroken. In 1987 is de verbinding tussen station Beverwijk en het centrale emplacement van de Hoogovens geëlektrificeerd. Hoewel er al sinds de jaren ’20 van de twintigste eeuw plannen zijn om bij Heemskerk vanaf Staatslijn K een verbindingsboog naar Beverwijk aan te leggen, moeten de treinen van en naar de Hoogovens nog altijd kopmaken in Beverwijk of Uitgeest.
Intussen neemt het aantal reizigers op de zijtak naar IJmuiden na de opening van de Velsertunnel geleidelijk af. NS voert langs de lijn diverse bezuinigingsmaatregelen in. Zo zijn eind jaren ’60 onder andere de loketten gesloten. Wanneer de Spoorwegen begin jaren ’80 moeten bezuinigen en bovendien de bovenleidingsportalen uit 1927 aan vervanging toe zijn, wordt besloten de spoorlijn te sluiten voor het reizigersvervoer. Op 24 september 1983 pendelt Materieel ’46 treinstel 676 voor het laatst tussen Haarlem en IJmuiden. Hierna zijn de bovenleidingsportalen verwijderd en is de lijn alleen nog enkelsporig berijdbaar voor het goederenvervoer. Het tweede spoor is in 1989 opgebroken. In 1994 rijdt de laatste goederentrein over de zogenaamde Vislijn.
In de zomer van 1996 blaast Lovers Rail als eerste commerciële reizigersvervoerder in Nederland de IJmondlijn nieuw leven in. Van augustus tot oktober dat jaar rijdt de vervoerder met twee gehuurde locs uit de serie 2200 van NS Cargo en enkele gekochte M2-rijtuigen de Kennemerstrand Expres. In de zomers van 1997 en 1998 rijdt de trein opnieuw en wordt de lijn opgeknapt en van enige vorm van beveiliging voorzien. Op 30 augustus 1998 staakt de Lovers echter het vervoer op de weinig succesvolle verbinding definitief. Hierna is de verbinding gesloten en verwijdert ProRail bij Santpoort de aansluiting op het Nederlandse spoorwegnet. Het duurt vervolgens nog tot 2014 tot het traject nieuwe bestemming krijgt. Het zuidelijke deel maakt plaats voor een busbaan en het resterende deel langs het Noordzeekanaal is omgebouwd tot wandelpad.
Na het staken van het reizigersvervoer blijft de spoorlijn opvallend onaangeroerd behouden. Alleen de halte Julianakade, één van de twee sporen en de bovenleidingmasten verdwijnen. In 2014 komt een einde aan het verval van het baanvak. Het zuidelijke deel tussen Santpoort Noord en het voormalige station Velsen-IJmuiden Oost wordt opgebroken om plaats te maken voor een busbaan. Het resterende deel is datzelfde jaar opgeschoond en omgebouwd tot wandelroute.
Klik hier voor een impressie van de restanten van de Vislijn in 2007 en 2015.
Dienstregeling
De spoorlijn Haarlem – Uitgeest wordt de eerste jaren bereden door de doorgaande treinen tussen Amsterdam en Nieuwediep. Wanneer het traject via de Hembrug gereed is, wordt de verbinding minder van belang. Tussen Haarlem en IJmuiden rijden doorgaans pendeltreinen. Wanneer de spoorlijnen zijn geëlektrificeerd, gaat een doorgaande stoptreindienst Amsterdam – Haarlem – Alkmaar via het traject rijden. Tussen Haarlem en IJmuiden rijden pendeltreinen. Deze treinen rijden in een uurdienst en in de spits rijden ze van en naar Amsterdam. In de loop van de jaren ’50 is de frequentie van beide treindiensten verdubbeld tot halfuursdienst. De pendeldienst naar IJmuiden is hierbij ingekort tot Velsen-IJmuiden Oost.
Na de opening van de Velsertunnel worden de treindiensten samengevoegd. De treindelen voor Alkmaar en IJmuiden worden bij het nieuwe station Santpoort Noord gecombineerd en gesplitst. De treinen van en naar IJmuiden blijven eenmaal per uur rijden. In de jaren ’60 is de frequentie verhoogd. Naast de gecombineerde stoptrein Amsterdam – Haarlem – Uitgeest/IJmuiden rijdt een pendeltrein tussen Haarlem en Uitgeest en een pendeltrein tussen Haarlem en IJmuiden.
Met de invoering van de nieuwe dienstregeling bij Spoorslag ’70 rijden beide treindiensten weer onafhankelijk van elkaar. Voortaan rijdt elk half uur een stoptrein Amsterdam – IJmuiden en elk half uur een stoptrein Haarlem – Alkmaar. Daarnaast keren de doorgaande treinen terug op het traject. Eenmaal per uur rijdt een intercity Den Helder – Amsterdam en eenmaal per uur een intercity Alkmaar – Amsterdam via Haarlem. Bovendien rijden tussen Amsterdam en IJmuiden een aantal spitssneltreinen. Wanneer de elektrificatie van het traject Heerhugowaard – Hoorn in 1974 gereed is, gaat de intercity die eerder in Alkmaar start vanaf Hoorn rijden. De stoptreinen naar IJmuiden en Uitgeest rijden na enkele jaren allemaal vanuit Haarlem. Ten noorden van het Noordzeekanaal rijden de stoptreinen niet verder dan Uitgeest. In september 1983 staakt NS de reizigersdienst tussen Santpoort Noord en IJmuiden.
Halverwege de jaren ’80 gaan de treinen vanuit Hoorn elk half uur via Haarlem naar Den Haag Centraal. De treinen uit Den Helder rijden voortaan via Zaandam. De stoptreinen Uitgeest – Haarlem rijden weer door naar Amsterdam. NS kort de intercityverbinding Den Haag – Hoorn in december 2011 in tot Haarlem – Hoorn. De treinen rijden alleen overdag. In de avonduren rijden de sprinters Amsterdam – Haarlem – Uitgeest door naar Alkmaar en Hoorn. Eind 2015 heft NS de intercitydienst op en trekt de sprinterdienst door naar Hoorn. In de spits rijden tussen Alkmaar en Haarlem enkele sneltreinen in de drukste richting. In december 2022 heft NS de spitsdienst op.
Materieelinzet
Speciaal voor de elektrische dienst tussen Haarlem en IJmuiden laat NS aparte rijtuigen van het type Materieel ’24 bouwen. De beperkte reisduur op het traject zorgt ervoor dat er weinig behoefte is aan zitplaatsen in de eerste en tweede klasse. De treinen krijgen dan ook extra zitplaatsen derde klasse. De rijtuigen worden geformeerd tot tweewagentreinen. NS laat voor de treindienst op de Noordhollandse lijnen Amsterdam – Uitgeest – Alkmaar, zowel via Haarlem als via Zaandam, een laatste serie Blokkendoosrijtuigen bouwen. Bij deze serie zijn verschillende constructiewijzigingen ten opzichte van hun voorgangers doorgevoerd. De treinstammen op beide lijnen bevatten doorgaans vier rijtuigen.
Ook na de Tweede Wereldoorlog wordt de treindienst op de verbinding uitgevoerd met Blokkendoosmaterieel. Zowel van Haarlem naar Uitgeest als naar IJmuiden wordt meestal gebruik gemaakt van stammen met drie rijtuigen. In 1947 nemen de vijfwagenstellen Materieel ’40 de meeste treindiensten tussen Amsterdam en Alkmaar, zowel via Haarlem als Zaandam, over. Het Materieel ’24 verdwijnt pas in 1952 van de verbinding Haarlem – IJmuiden. De treindienst wordt hier overgenomen door het Materieel ’36. Na de opening van de Velsertunnel rijden het treinstel Materieel ’36 en het treinstel Materieel ’40 tussen Amsterdam en Santpoort Noord gecombineerd. In 1967 maakt het oude stroomlijnmaterieel plaats voor de nieuwe treinstellen Materieel ’64. Enkele jaren later gaan treinstellen Materieel ’40 voor korte tijd de nieuwe spitstreinen tussen Amsterdam en IJmuiden rijden. Deze treinen worden al snel overgenomen door het Materieel ’46.
Op 24 september 1983 pendelt Materieel ’46-treinstel 676 tussen Haarlem en IJmuiden. Die dag wordt afscheid genomen van zowel de reizigersdienst tussen Santpoort Noord en IJmuiden als van het roemruchte Materieel ’46. In de loop van de jaren ’80 wordt de stoptreindienst tussen Amsterdam en Uitgeest overgenomen door het Stadsgewestlijk Materieel. De verbinding is ook de eerste treindienst waar in 2003 de gemoderniseerde Sprinters komen te rijden. De treindienst is de eerste Nederlandse verbinding die als Sprinter wordt vermeld op de treinaanwijzers. Met de komst van het DD-AR materieel op de verbinding wordt het enkele jaren later weer een gewone stoptreindienst. Naast de sprinterdiensten nemen de dubbeldeksrijtuigen ook de intercity’s tussen Den Haag en Hoorn over van het Materieel ’64. Later zijn de gele dubbeldeksstammen vervangen door DDZ-treinstammen.
Bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling 2016 rijden de sprinters op het traject weer met SGM. De spitstreinen tussen Haarlem en Alkmaar rijden in eerste instantie met DD-IRM en DDZ. Van september 2016 tot december 2019 rijden alle spitstreinen officieel met de eerste generatie Dubbeldeksmaterieel.
Op de foto boven dit artikel rijdt Plan V 876 van het Spoorwegmuseum op 16 oktober 2021 tijdens een rit met vrijwilligers van het museum via Uitgeest naar Leiden door Santpoort Noord.