In 1896 wordt de Utrechtse Lokaalspoorweg Maatschappij opgericht. In juni 1898 opent de spoorwegmaatschappij in aansluiting op de Centraalspoorweg de verbinding Den Dolder – Baarn. Het enkelsporige traject is elf kilometer lang en heeft in Soest drie stations. Alleen het station Soest krijgt een klein emplacement en een kruisingsmogelijkheid. In Baarn bouwt de ULS een eigen stationsgebouw tegenover het bestaande station van de HSM aan de Oosterspoorweg. De NCS exploiteert de treindienst op het zogenaamde Stichtse Lijntje. In 1948 is de lokaallijn elektrisch berijdbaar en verruilen de reizigerstreinen het Baarnse Buurtstation voor het station aan de Oosterspoorweg. Begin jaren ’70 verdwijnt het goederenvervoer van de lijn en zijn de bijbehorende emplacementen in Baarn en Soest opgebroken. Hierna verandert nog weinig aan de spoorlijn en straalt het Stichtse Lijntje nog altijd de sfeer van een lokaallijn uit. Zo zijn de monumentale stationsgebouwen bewaard gebleven en rijden de treinen tussen de Soester stations nog altijd slechts 40 kilometer per uur.

Na de opening van de Centraalspoorweg tussen Utrecht en Kampen, richt de Nederlandsche Centraal Spoorweg-Maatschappij zich voornamelijk op het vervoer van forensen rond de stad Utrecht. Verschillende dochterondernemingen leggen buurtspoorwegen en tramlijnen tussen de stad en de omliggende dorpen aan. De verbindingen worden vervolgens door de NCS geëxploiteerd. In Utrecht neemt de NCS in 1904 speciaal voor de lokaallijnen het kopstation Utrecht Buurtstation in gebruik. Eén van de buurtspoorwegen is de verbinding tussen Baarn en de Centraalspoorweg bij Den Dolder. Voor de aanleg van de spoorlijn is de Utrechtse Lokaalspoorweg Maatschappij opgericht. In juni 1898 opent de ULS de elf kilometer lange spoorlijn. De spoorwegmaatschappij bouwt in Baarn tegenover het bestaande stationsgebouw van de HSM een opvallend groot stationsgebouw. Soest krijgt maar liefst drie stopplaatsen. De stations Soest en Soestdijk krijgen direct een stationsgebouw. Soestdijk zelfs met Koninklijke Loge. Soest Zuid krijgt pas in 1950 een eenvoudig haltegebouw.

Het duurt nog tot 1939 totdat de voormalige ULS-lijn en de Oosterspoorweg in Baarn door middel van een verbindingsbaan op elkaar zijn aangesloten. De treinen uit Utrecht rijden echter nog tot 1948 naar het Baarnse Buurtstation. Dat jaar is de voormalige ULS-lijn geëlektrificeerd en sluit NS het buurtstation voor het reizigersvervoer. De vervoerder gebruikt het station nog tot mei 1972 voor goederenvervoer. Dat jaar staakt NS ook het goederenvervoer naar Soest en breekt in beide plaatsen de overbodig geraakte sporen op. Intussen is de halte Soest Zuid in 1963 zo’n tweehonderd meter naar het zuiden verplaatst en voorzien van een nieuw haltegebouw.

Na de sluiting van het Buurstation vertrekken de pendeltreinen naar Utrecht in Baarn vanaf het perronspoor langs het stationsgebouw. Hierdoor kruisen de treinen zowel bij aankomst als vertrek de Oosterspoorweg. Door het toenemende treinverkeer op laatstgenoemde verbinding, wordt het emplacement van Baarn een steeds groter knelpunt. In 2007 begint de aanleg van een nieuw perron langs het ongebruikte vierde spoor van het station. Het perron wordt eind 2008 in gebruik genomen. Spoor 4 is aan de Hilversumse zijde omgebouwd tot kopspoor en aan de andere zijde rechtstreeks met de voormalige buurtspoorweg verbonden. Hiermee komt een eind aan de kruisende treinbewegingen op het emplacement. Spoor 1 is in 2010 omgebouwd tot kopspoor en alleen bereikbaar vanuit de richting Hilversum.

Buiten de vereenvoudiging van het Baarnse emplacement is het Stichtse Lijntje sinds de jaren ’70 vrijwel niet veranderd. Doordat Soest vooral op enige afstand van de spoorlijn is uitgebreid, heeft de verbinding veel van het oorspronkelijke karakter behouden. Zo is de de maximale baanvakssnelheid waar de lokaallijn door het dorp slingert nog altijd 40 kilometer per uur. Bovendien zijn de stationsgebouwen van Baarn, Soestdijk en Soest en de bewaarde goederenloods van laatstgenoemd station inmiddels benoemd tot Rijksmonument.

Dienstregeling

De NCS start direct na de opening van de buurtspoorweg een relatief intensieve pendeldienst tussen Utrecht en Baarn. De eerste decennia rijden dagelijks ongeveer vijftien treinen per richting. De spoorlijn is dan ook aangelegd als stimulans voor het forensenverkeer. Nog voor de Tweede Wereldoorlog rijden de treinen op het traject in een starre uurdienst. Wanneer NS in 1948 het Baarnse Buurtstation verruilt voor het station aan de Oosterspoorweg, rijden in de spits enkele treindiensten door naar Hilversum en Amsterdam Centraal. Begin jaren ’60 rijden vrijwel alle treinen van Baarn door naar Hilversum. Eind jaren ’60 is Baarn opnieuw begin- en eindpunt van de meeste treinen op de voormalige ULS-lijn. Met het invoeren van de nieuwe dienstregeling bij Spoorslag ’70 verhoogt NS de frequentie naar een halfuursdienst. Tegelijkertijd komt een eind aan de laatste doorgaande treinen op de verbinding.

Materieelinzet

De verbinding Utrecht – Baarn kent tot de elektrificatie in 1948 alleen stoomtractie. Van 1948 tot 1950 voert NS de treindienst voornamelijk uit met het Materieel ’24. In 1950 neemt het Materieel ’36 de treinen op de voormalige ULS-lijn over. De stellen rijden hier tot hun buitendienststelling eind jaren ’60. Hierna nemen de nieuwe treinstellen van het Materieel ’64 de treindienst over. Vanaf de jaren ’90 rijdt NS de treindienst verschillende periodes afwisselend met het Stadsgewestelijk Materieel en het Materieel ’64. Van mei 2010 tot december 2012 vervangt het nieuwe SLT-materieel de Plan V treinstellen op het baanvak. De treindienst wordt echter regelmatig met SGM gereden. Bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling 2013 keren de oude Plan V-treinstellen terug tussen Utrecht en Baarn. In september 2013 neemt het Stadsgewestelijk Materieel de treindienst op het baanvak weer over.

Bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling 2016 gaat een groot deel van de materieelplanning van NS op de schop om in te spelen op het materieeltekort. Eén van de meest opvallende gevolgen is dat op het rustige Stichtse Lijntje DDZ-materieel komt te rijden. In de loop van het jaar laat NS weer regulier sprintermaterieel op de verbinding rijden. Tot april 2021 rijden voornamelijk SLT-treinstellen tussen Utrecht en Baarn. Die maand worden ze opgevolgd door SNG-treinstellen.

Op de foto boven dit artikel: Bij bijzondere ritten en stremmingen verschijnt af en toe exotisch materieel op het Stichtse Lijntje. Zo rijden de treinen in een aantal weekenden in de zomer van 2014 slechts van en naar Utrecht Overvecht waar ze keren op de sprinters naar Zwolle. Zo rijdt op 23 augustus 2014 DDZ-treinstam 7510 als sprinter van Utrecht Overvecht naar Baarn tussen Soest en Soestdijk. Bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling 2016 zet NS de dubbeldeksstammen enige tijd planmatig op de verbinding in.