Om Nijmegen als één van de laatste Nederlandse steden een eigen spoorwegaansluiting te geven, is in 1863 de Nijmeegse Spoorwegmaatschappij opgericht. De spoorwegmaatschappij neemt in 1865 een 27 kilometer lange spoorlijn naar Kleve in gebruik. In Kleve is een aansluiting op het Duitse spoorwegnet en via Elten ook met het Nederlandse spoorwegnet. In 1879 is Nijmegen ook op het Nederlandse spoorwegnet aangesloten. De daaropvolgende decennia groeit de lijn naar Kleve uit tot een belangrijke internationale verbinding. Na de Tweede Wereldoorlog neemt het belang van de lijn echter weer snel af. In 1991 rijden de laatste reizigerstreinen over de verbinding. Sindsdien zijn er regelmatig plannen om de voormalige NSM-lijn te reactiveren.
Wanneer blijkt dat Nijmegen ook na de eerste aanleg van staatsspoorwegen zonder aansluiting op het spoorwegnet blijft, start de plaatselijke burgerij een initiatief tot de aanleg van een spoorwegverbinding naar de stad. Het Nijmeegsch Spoorwegcomité richt in 1863 de Nijmeegse Spoorwegmaatschappij op. Twee jaar later neemt de NSM de 27 kilometer lange spoorlijn tussen Nijmegen en Kleve in gebruik. In Kleve sluit de lijn aan op de spoorlijn naar Keulen, geëxploiteerd door de Rheinische Eisenbahn-Gesellschaft. De NSM laat de REG ook de verbinding naar Nijmegen exploiteren. Daarnaast is vanuit Kleve ook het Nederlandse spoorwegnet te bereiken via de NRS-lijn naar Elten en Zevenaar. Naast de spoorlijn naar Kleve neemt de NSM in 1865 vanaf het Nijmeegse station ook een anderhalve kilometer lange spoorlijn naar de Nieuwe Haven aan de westzijde van de stad in gebruik.
Hoewel de NSM ook plannen heeft voor een verbinding met Arnhem zijn de kosten voor de overbrugging van de Waal en de Rijn te hoog voor de spoorwegmaatschappij. Zo duurt het nog tot 1879 voordat Nijmegen met de aanleg van de staatslijn naar Arnhem een echte verbinding met het Nederlandse spoorwegnet krijgt. Datzelfde jaar verlegt de NSM de laatste vier kilometer van de spoorlijn uit Kleve naar het Nijmeegse station van de Staatsspoorwegen. De eerste spoorlijn en de havenlijn zijn hierna opgebroken. Ook het eenvoudige houten NSM-station bij de Molenpoort, ter hoogte van het huidige Keizer Karelplein, is vrijwel direct na de sluiting gesloopt.
In 1886 gaat de exploitatie van de spoorlijn Nijmegen – Kleve over naar de HSM. De spoorwegmaatschappij krijgt in de daaropvolgende jaren ook de exploitatie van de Betuwelijn en de spoorlijn Amersfoort – Kesteren in handen. Hiermee ontstaat voor de HSM een eigen doorgaande verbinding vanuit Amsterdam en Rotterdam naar Keulen. Hierna groeit het aantal treinen over de NSM-lijn snel en in 1911 is de verbinding van een tweede spoor voorzien. Het emplacement en station van Kranenburg worden tegelijkertijd uitgebreid voor het toenemende aantal treinen en de bijbehorende douanehandelingen. De groei van het internationele treinverkeer stopt echter al snel door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Enkele jaren later gaan HSM en SS intensiever samenwerken en wordt het belang van de spoorlijn als doorgaande verbinding ook in Nederland al snel minder groot. Wanneer tijdens de Tweede Wereldoorlog de spoorbrug bij Rhenen wordt vernield, verdwijnt vrijwel het laatste doorgaande treinverkeer van de verbinding. In 1961 is het tweede spoor weer opgebroken. In 1978 is het goederenvervoer op de verbinding gestaakt en is het emplacement van Kranenburg weer vereenvoudigd. In 1991 is de verbinding ook voor het reizigersvervoer gesloten.
In de jaren na de sluiting zijn er diverse plannen om de spoorlijn, al dan niet als tramlijn, te reactiveren. Ondertussen is het baanvak tussen Nijmegen en Nijmegen Heyendaal opgebroken en in gebruik als busbaan.
Dienstregeling
De eerste decennia is de spoorlijn tussen Nijmegen en Kleve alleen van belang voor het lokale vervoer van reizigers en goederen. Dagelijks rijden zo’n vier treinen tussen beide plaatsen. Na de aansluiting op het Nederlandse spoorwegnet en de overname van de exploitatie door de HSM wordt het traject van groot belang voor het internationale reizigers- en goederenvervoer. Over de verbinding rijden vanaf 1889 diverse doorgaande treinen vanuit Amsterdam, Rotterdam en Hoek van Holland naar Keulen en andere Duitse steden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ligt het treinverkeer op de verbinding stil.
Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog rijden geen doorgaande treinen over de verbinding. Na de oorlog concentreert het doorgaande internationale reizigersvervoer naar het Ruhrgebied zich voornamelijk op de trajecten via Arnhem en Venlo. Het treinverkeer over de voormalige NSM-lijn is pas in 1949 hervat. In de jaren ’60 pendelt tussen Nijmegen en Kleve dagelijks nog een vijftal treinen. Drie rijden van en naar Keulen. In de loop der jaren groeit het aantal treinen tussen Nijmegen en Keulen uit tot zes, waarvan één van en naar Arnhem rijdt. In de jaren ’80 rijden tussen Nijmegen en Keulen naast zes reguliere treinen ook weer twee doorgaande internationale sneltreinen vanuit Amsterdam. Eén hiervan is de Austria Expres naar Wenen. In 1988 verdwijnt de doorgaande treindienst weer van het baanvak. Dagelijks rijden tussen Nijmegen en Kleve nog vijf treinen. In het Spoorboekje is de volgende mededeling te lezen: ‘De mogelijkheid bestaat, dat de treindienst tussen Nijmegen en Kleve v.v. ingaande een nader te bepalen tijdstip wordt beëindigd. Op de stations zal tijdig informatie worden verstrekt’. Bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling op 2 juni 1991 is de treindienst daadwerkelijk gestaakt.
Restanten van de spoorlijn Nijmegen – Kranenburg
Na de sluiting van de spoorlijn in 1991 blijven de rails liggen. De spoorlijn kan sinds 2008 tussen Groesbeek, Kranenburg en Kleve met een fietslorrie bereden worden. Tussen Kranenburg, Groesbeek en Malden ligt bovendien sinds 2015 een betonnen fietspad op de plek van het tweede spoor.Op deze pagina een impressie van de restanten van het baanvak Nijmegen – Kranenburg.