Staatslijn A verbindt Arnhem en daarmee via de Rhijnspoorweg ook Amsterdam en Duitsland met Zwolle en Leeuwarden. Samen met staatslijnen B en C is hiermee een belangrijk deel van Noord-Nederland ontsloten. Het treinverkeer op de staatslijn wordt in 1890 na de overname van de NCS door de Staatsspoorwegen grotendeels opgesplitst. Treinen tussen steden als Amsterdam, Den Haag en Rotterdam enerzijds en Zwolle, Groningen en Leeuwarden anderzijds, rijden voortaan via de Centraalspoorweg. Over het resterende deel van de staatslijn, ook bekend als de IJssellijn, rijden treinen van Zwolle naar Arnhem, Nijmegen en de zuidelijke provincies. Later concentreert de doorgaande treindienst over de IJssellijn zich alleen nog op Roosendaal. In december 2012 verhuist een deel van de treindiensten tussen Noord-Nederland naar de Randstad van de Centraalspoorweg naar de Hanzelijn.

Op 22 oktober 1861 legt koning Willem III in Zutphen de eerste steen van één van de pijlers van de IJsselbrug. Hij geeft hiermee niet alleen het startsein voor de aanleg van Staatslijn A maar voor de gehele eerste fase van aanleg van spoorlijnen door de Nederlandse overheid. De 166 kilometer lange staatslijn wordt hierna in etappes geopend. In februari 1865 wordt het baanvak Arnhem – Zutphen in gebruik genomen, een half jaar later volgt het traject naar Deventer. In oktober 1866 is ook het traject Deventer – Zwolle gereed. Een jaar later nemen de Staatsspoorwegen het traject Zwolle- Meppel in gebruik. Vanwege de slechte bodemgesteldheid, loopt de lijn niet rechtstreeks via Hasselt en Zwartsluis maar maakt deze een ruime boog naar het oosten en komt zo via Staphorst aan de oostzijde van Meppel aan.

In januari 1868 volgt het baanvak naar Heerenveen en in september dat jaar wordt Leeuwarden bereikt. Net als de treinen op de verbinding Utrecht – Kampen, dienen de treinen tussen Arnhem en Leeuwarden in Zwolle kop te maken. Tussen beide verbindingen is in juni 1868 een verbindingsbaan in gebruik genomen. De treinen van de NCS maken voortaan gebruik van het Zwolse station van de Staatsspoorwegen. Het duurt echter nog vijf jaar voordat de eerste goederenwagens worden uitgewisseld. Doorgaande reizigers moeten nog jarenlang overstappen. Tot die tijd rijdt de SS via Arnhem rechtstreekse treinen van plaatsen als Amsterdam en Rotterdam naar Noord-Nederland. In 1890 nemen de Staatsspoorwegen de NCS over. Voortaan kan de SS gebruikmaken van de Centraalspoorweg. Dit betekent een aanzienlijke verbetering voor het vervoer tussen West- en Noord-Nederland.

Terwijl de Nederlandse Spoorwegen de baanvakken Arnhem – Zwolle en Zwolle – Groningen al in de vooroorlogse elektrificatieplannen opnemen, wordt het baanvak Meppel – Leeuwarden niet genoemd. Belangrijke reden is de geplande aanleg van een nieuwe spoorlijn over de Afsluitdijk. Wanneer na de Tweede Wereldoorlog duidelijk wordt dat deze verbinding er voorlopig niet komt, wordt alsnog de complete Staatslijn A begin jaren ’50 geëlektrificeerd. In 1952 is het baanvak Zwolle – Leeuwarden elektrisch berijdbaar. Een jaar later volgt de IJssellijn. De dienstregelingen op beide baanvakken zijn dan al grotendeels gescheiden. Het treinverkeer tussen Zwolle en Leeuwarden concentreert zich op de Randstad en de doorgaande treinen op de IJssellijn rijden vanuit Zwolle en Deventer naar Nijmegen en verschillende Brabantse steden.

In 1970 worden beide delen van de staatslijn opgenomen in het nieuwe intercitynet van de Nederlandse Spoorwegen. Terwijl de intercitydienst tussen Leeuwarden, Groningen en de Randstad één van de belangrijkste diensten in het langeafstandsvervoer is, komt de intercitystatus van de lijn Zwolle – Roosendaal, Vlissingen nooit echt tot z’n recht. Een voorbeeld is de inzet van het meest comfortabele materieel op eerstgenoemde verbinding en de officieuze bijnaam ‘schrootlijn’ voor de IJssel-Babantroute. Bovendien stoppen de treinen op laatstgenoemde route vooral de eerste jaren vrijwel op elk station.

Dienstregeling

Na de opening van de staatslijn laten de Staatsspoorwegen enkele rechtstreekse treinen over het gehele traject rijden. Bovendien rijden tussen Zwolle en Leeuwarden en tussen Zwolle en Arnhem enkele extra treinen. Wanneer de Staatsspoorwegen in 1883 de NZOS-lijn tussen Nijmegen en Tilburg overnemen, laat de spoorwegmaatschappij enkele doorgaande treinen tussen Breda en Leeuwarden rijden. Na de overname van de Rhijnspoorweg laat de SS enkele treinen uit Amsterdam, Den Haag en Rotterdam via Arnhem naar Leeuwarden rijden. Na de overname van de Centraalspoorweg wordt het spoorvervoer tussen West- en Noord-Nederland voornamelijk via Utrecht afgehandeld. Tussen Leeuwarden en Noord-Brabant blijft een enkele trein rijden. Vanuit Zwolle rijdt nog altijd een groot aantal treinen naar de Brabantse steden. Bovendien rijdt op de IJssellijn tussen Arnhem en Zutphen een aantal treinen naar Enschede en Duitsland. Na de overname van de Rhijnspoorweg komen hier ook enkele treinen tussen Amsterdam, Twente en Duitsland bij.

Dienstregeling Zwolle – Leeuwarden

Na de elektrificatie van de staatslijn begin jaren ’50 is de dienstregeling verder uitgebreid en vereenvoudigd. Elk uur rijdt vanuit Leeuwarden een stoptrein naar Zwolle. Hier wordt het treindeel gecombineerd met een treindeel uit Groningen waarna de trein het ene uur naar Amsterdam en het andere uur naar Roterdam rijdt. In 1960 versnelt NS de doorgaande treindienst aanzienlijk door de inzet van stroomlijnmaterieel in plaats van getrokken treinen. Hiermee wordt het koppelen, splitsen en eventuele kopmaken in Utrecht verkort. In de loop van de jaren ’60 laat NS tussen Leeuwarden en Zwolle in de spits elk uur een sneltrein rijden. Na Zwolle gaat deze trein al dan niet samen met een treindeel uit Groningen door naar Rotterdam en/of Den Haag. Voor het overzicht van de complexe verdeling van de doorgaande treinen en de verschillende bestemmingen is jarenlang een aparte tabel in het spoorboekje opgenomen.

Bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling bij Spoorslag ’70 vereenvoudigt NS de treindienst. Eenmaal per uur rijdt een intercity van Leeuwarden naar Amsterdam Centraal. Deze intercity stopt tot Zwolle op alle stations. In Zwolle wordt de trein gecombineerd met een treindeel uit Groningen. Ook rijdt eenmaal per uur een intercity van Leeuwarden naar Utrecht waarbij het ene uur naar Den Haag en het andere uur naar Rotterdam wordt gereden. Deze trein stopt tussen Leeuwarden en Zwolle alleen in Heerenveen en Steenwijk. Het Groningse deel rijdt mee tussen Zwolle en Utrecht en rijdt, wanneer het Leeuwarder deel naar Rotterdam gaat, naar Den Haag en andersom. De dienstregeling blijft hierna lange tijd ongewijzigd. Wel trekt NS de intercity naar Amsterdam na de opening van de Westelijke Tak van de Schiphollijn in 1986 door naar Hoofddorp.

In de loop der jaren groeit het reizigersaanbod zodanig dat de gecombineerde treinen tussen Zwolle en Amersfoort/Utrecht vooral tijdens de spits hun maximale lengte hebben bereikt. Diverse treinen rijden dan ook niet langer gecombineerd. Ter compensatie introduceert NS in 1990 de zogenaamde IC’90 treinen. De treinen rijden doordeweeks in de brede spits, op zaterdagochtend en zondagavond tussen Zwolle en Eindhoven. Een aantal treinen heeft Leeuwarden als begin- en eindpunt en rijden hierbij voornamelijk in plaats van de reguliere treinen van en naar de Randstad. Alleen op zondagavond rijden de treinen als extra intercity. In 1996 verdwijnen de IC’90 treinen. Ondertussen wijzigt NS 1995 de reguliere intercitydienst tussen Groningen, Leeuwarden en Hoofddorp. Vanaf mei dat jaar rijdt alleen het Leeuwarder deel via Amsterdam Centraal en wordt het Groninger deel in Amersfoort afgekoppeld om via Duivendrecht naar Schiphol te rijden. Enkele jaren later rijden beide treindelen gecombineerd via Duivendrecht naar Schiphol.

In december 2012 komt na ruim 40 jaar een eind aan de opzet van de intercitydiensten tussen Groningen, Leeuwarden en de Randstad. Dat jaar wordt de Hanzelijn geopend. Hiermee komt een eind aan het koppelen en splitsen in Zwolle. Voortaan rijdt eenmaal per uur een stoppende intercity van Leeuwarden via Zwolle, Almere en Schiphol naar Den Haag Centraal. Een half uur later rijdt een intercity van Leeuwarden via Zwolle en Utrecht naar Rotterdam Centraal.

In de ochtendspits rijdt jarenlang een extra trein van Heerenveen naar Leeuwarden. In de middagspits rijdt een trein in tegengestelde richting. In de drukste richting stopt bovendien een enkele keer een intercity in Meppel of Wolvega. In december 2007 introduceert NS tijdens de brede spits een vaste extra uurdienst tussen Leeuwarden en Wolvega. In april 2013 trekt NS de treindienst door naar Meppel. In december dat jaar gaan de treinen ook tussen beide spitsen rijden. Vanaf december 2017 rijden sprinters doordeweeks elk half uur en in het weekend eenmaal per uur. Tegelijkertijd slaat de stoppende intercity voortaan Wolvega, Akkrum en Grou-Jirnsum over. De sprinterdienst rijdt vanaf september 2021 op doordeweekse dagen overdag van en naar Zwolle.

Dienstregeling IJssellijn

Na de elektrificatie van de IJssellijn rijdt elk uur een stoptrein van Groningen naar Nijmegen. Bovendien rijdt elk uur een stoptrein tussen Deventer en Arnhem. Deze trein rijdt eenmaal per twee uur door naar Ede-Wageningen en Amersfoort. Ook rijdt tot 1957 elke twee uur tussen Zutphen en Nijmegen een sneltrein Enschede – Roermond. In 1962 wordt de stoptreindienst Groningen – Nijmegen in Zwolle opgeknipt. Vanuit Zwolle rijdt voortaan eenmaal per twee uur een semi-sneltrein naar Roosendaal en het andere uur een trein naar Eindhoven. Elk halfuur rijdt een stoptrein Zutphen – Nijmegen. Eenmaal per uur rijdt deze trein van en naar Deventer. In 1969 wordt de frequentie op de IJssellijn verdubbeld. Naast de treinen van Zwolle naar Roosendaal en Eindhoven rijdt voortaan elk uur een trein tussen Zwolle en Vlissingen.

Bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling bij Spoorslag ’70 rijdt voortaan rijdt elk halfuur een intercity van Zwolle naar Roosendaal. Eenmaal per uur rijdt de trein door als stoptrein naar Vlissingen. Ook rijdt elk uur een stoptrein tussen Dieren-Doesburg en Amsterdam en een stoptrein Zutphen – Arnhem. In de loop van de jaren ’70 wijzigt NS de stoptreindiensten in een halfuursdienst Zutphen – Den Haag. Tussen Arnhem en Gouda rijdt een stoptreindeel van en naar Rotterdam mee.

In 1988 knipt NS het grootste deel van de treindiensten naar Vlissingen in Roosendaal op. In 1994 rijdt de laatste trein tussen Zwolle en Vlissingen via de IJssellijn. Ondertussen heeft de vervoerder in 1990 ook de stoptreindienst tussen Zutphen en Den Haag in Utrecht opgeknipt. In 1998 zijn de bestemmingen van de stoptreindienst op de IJssellijn opnieuw gewijzigd. Voortaan rijdt eenmaal per uur een stoptrein Zutphen – Ede-Wageningen en een stoptrein Zutphen – Nijmegen. Drie jaar later wordt de stoptreindienst een halfuursdienst Zutphen – Nijmegen.

In december 2006 maakt NS een opvallende knip in de intercitydienst op de IJssel-Brabantroute. De doorgaande treindienst wordt gewijzigd in een halfuursdienst Zwolle – Nijmegen en een halfuursdienst Arnhem – Roosendaal. Drie jaar later herstelt de vervoerder de rechtstreekse verbinding tussen Zwolle en Roosendaal.

Materieelinzet

De materieelinzet op beide delen van Staatslijn A is lange tijd duidelijk verdeeld. Tussen de grote steden in het westen van het land en Groningen en Leeuwarden rijdt doorgaans het meest comfortabele sneltrein- en intercitymaterieel. Op de IJssellijn slijten juist diverse materieelsoorten hun laatste dienstjaren.

Zwolle – Leeuwarden

Nadat de Dieseldrieën uit 1934 in 1938 niet langer nodig zijn voor het geëlektrificeerde Middennet zet NS de moderne treinstellen in de langeafstandsverbindingen tussen Amsterdam, Rotterdam en Den Haag naar het noorden en oosten van Nederland in. Ook na de Tweede Wereldoorlog blijven de treinstellen op de verbinding rijden. Vanaf 1950 rijden ook de Dieselvijven in de doorgaande sneltreindienst. De treinstellen zijn eind jaren ’30 onder andere voor deze sneltreinverbindingen ontwikkeld, maar komen door de oorlog pas vanaf 1946 op de baan. In 1952 maakt het dieselmaterieel plaats voor getrokken treinen met de nieuwe elektrische locomotieven uit de series 1100, 1200 en 1300 en Plan D-rijtuigen. Drie jaar later schuiven de Plan D-rijtuigen door naar het internationale treinverkeer en zijn ze vervangen door Plan E-rijtuigen. Vanaf 1960 zet NS elektrisch stroomlijnmaterieel in de doorgaande treindiensten in. Hoewel voornamelijk het moderne Materieel ’54 wordt ingezet, verschijnen regelmatig oudere soorten stroomlijnmaterieel op de verbinding. Na Spoorslag ’70 krijgt het Materieel ’54 officieel alleenheerschappij in de intercitydienst.

In 1984 introduceert NS de eerste treinstellen van het Intercitymaterieel tussen Amsterdam en Groningen/Leeuwarden. Eind jaren ’80 verschijnen de treinstellen ook in de verbinding Den Haag/Rotterdam – Groningen/Leeuwarden. Halverwege 1990 verdwijnt het laatste Materieel ’54 uit de intercitydienst tussen genoemde plaatsen. De treinstellen rijden echter nog wel enkele jaren de meeste IC’90-treinen van en naar Leeuwarden. Diezelfde IC’90-treinen zorgen ervoor dat er nog ander materieel tussen Zwolle en Leeuwarden te zien is. Zo rijden enkele treinen met Materieel ’64 en later ook met het nieuwe Dubbeldeks Interregiomaterieel. Laatstgenoemde treinstellen rijden in 1995 en 1996 ook enkele treinen tussen Rotterdam/Den Haag en Leeuwarden. Vanaf de zomer van 1996 heeft het Intercitymaterieel weer alleenheerschappij op de verbinding.

In december 2007 gaat het Dieselmaterieel ’90 de nieuwe spitstreinen tussen Leeuwarden en Wolvega rijden. In de zomer van 2009 vervangt NS de dieseltreinstellen door Intercitymaterieel. In de winters 2009/2010 en 2010/2011 keert het DM ’90 weer voor enkele maanden terug in de spitsdienst. De stellen maken zo ICM vrij voor andere diensten. Vanaf eind februari 2011 rijdt NS de sprinters tussen Leeuwarden en Wolvega, later Meppel, weer met Intercitymaterieel. Na de opening van de Hanzelijn in december 2012 laat NS de treinen tussen Den Haag en Leeuwarden met DD-IRM rijden. De treinen tussen Rotterdam en de Friese hoofdstad rijden grotendeels met Intercitymaterieel. In december 2017 vervangen de DDZ-treinstammen het DD-IRM in de treinen van en naar Leeuwarden. Negen maanden later rijdt NS de treinen naar de Friese hoofdstad weer hoofdzakelijk met het ICM. In het voorjaar van 2019 neemt het SNG-materieel de sprinterdiensten over van het ICM.

Arnhem – Zwolle

Op de IJssellijn wordt tot de elektrificatie in 1953 vrijwel alleen stoomtractie ingezet. Na de elektrificatie komen de diverse soorten stroomlijnmaterieel op de verbinding te rijden. Wanneer de doorgaande treindienst tussen Zwolle en Vlissingen van start gaat, rijden voornamelijk getrokken treinen met Plan E- en Plan W-rijtuigen. De overige treinen rijden vooral met het Materieel ’46. Vanaf begin jaren ’70 rijdt het Materieel ’54 de treindienst Zwolle – Vlissingen en het Materieel ’46 de treinen tussen Zwolle en Roosendaal. De stoptreindienst wordt met Plan V-treinstellen gereden.

Begin jaren ’80 verschuift een groot deel van de materieelinzet op het Nederlandse spoorwegnet. In januari 1982 vervangen getrokken treinen met Plan E-rijtuigen de treinstellen op de IJssellijn. Ook verschijnen Plan N- en K-rijtuigen op de verbinding. Door de instroom van de nieuwe Intercityrijtuigen zijn de rijtuigen in diverse intercitydiensten overbodig geraakt. Door de komst van het nieuwe Intercitymaterieel komt vanaf 1985 weer Materieel ’54 vrij om de getrokken treinen op de IJssellijn te vervangen. In mei 1988 verdwijnen de laatste Plan E-rijtuigen van de verbinding. Enkele maanden later introduceert NS opnieuw getrokken treinen tussen Zwolle en Roosendaal. De treinen bestaan uit gehuurde M2-rijtuigen van de Belgische Spoorwegen. Vanaf 1990 bestaan vrijwel alle treinen op de verbinding uit de rode rijtuigen. In 1993 keren de meeste rijtuigen terug naar België. NS zet vervolgens naast het Materieel ’54 ook het Materieel ’64, Intercitymaterieel en DD-AR in op de IJssellijn. Vanaf 1994 worden bijna alle treinen tussen Zwolle en Roosendaal met Plan T-treinstellen gereden. In 1995 keert het Materieel ’54 enkele maanden terug op de verbinding.

In januari 1996 introduceert NS het DD-IRM tussen Zwolle en Roosendaal en rijdt er voor het eerst alleen modern intercitymaterieel op de zogenaamde schrootlijn. De treinstellen worden in 2000 echter weer vervangen door het Materieel ’64 en enkele treinstammen met Intercityrijtuigen met aan weerszijden locomotieven uit de serie 1700. In de loop van 2002 keert het DD-IRM door de bouw van nieuwe treinstellen en de verlenging van de oudere stellen terug op de verbinding. Ook blijft een aantal treinen met Intercityrijtuigen rijden. Vanaf begin 2005 heeft het DD-IRM weer alleenheerschappij. Met het splitsen van de treindienst op de IJssel-Brabantroute rijdt NS alle treinen tussen Zwolle en Nijmegen met het Materieel ’64. Geleidelijk komt het DD-IRM weer op de verbinding te rijden. In december 2008 wordt de knip ongedaan gemaakt en eindigt tevens de planmatige inzet van Materieel ’64 van de IJssellijn. De doorgaande treinen rijden met DD-IRM en Intercityrijtuigen. De stoptreinen rijden voortaan met het Stadsgewestelijk Materieel. Vanaf 2010 rijdt ook het Intercitymaterieel op de verbinding en verdwijnt het DD-IRM grotendeels van de IJssellijn. Vanaf de zomer van 2014 nemen de DDZ-stammen geleidelijk de treindiensten tussen Zwolle en Roosendaal over. Een jaar later hebben de gemoderniseerde dubbeldeksstammen planmatig zelfs alleenheerschappij op de verbinding.

Intussen rijdt NS van september tot december 2013 de meeste sprinters weer met Plan V-treinstellen. Hierna worden de sprinters weer planmatig met het SGM gereden. De Plan V-treinstellen zijn echter nog tot het voorjaar van 2016 als vaste vervanger van defect materieel tussen Zutphen en Nijmegen te zien. Vanaf december 2015 zet NS planmatig opgeknapt DD-AR materieel tussen Zutphen en Nijmegen in. Ook rijden regelmatig DDZ-treinstammen in de sprinterdienst. Vanaf december 2016 rijden alle treinen weer met het SGM. Vanaf februari 2017 rijden de FLIRT-treinstellen dagelijks een deel van de sprinters tussen Zutphen en Wijchen. Het SGM wordt in december 2020 vervangen door SNG-treinstellen.

Vanaf december 2017 rijdt het ICM alle treinen tussen Zwolle en Roosendaal. In september 2018 keren de DDZ-stammen terug in de meeste intercitydiensten.

Tijdens de elektrificatie worden ook ter hoogte van de enkelsporige trajecten Deventer – Olst en Steenwijk – Wolvega al bovenleidingsportalen voor dubbelspoor neergezet. NS heeft in die tijd plannen beide trajecten binnen afzienbare tijd van dubbelspoor te voorzien. Bovendien blijft het baanvak tussen Deventer en Olst, in afwachting van de spoorverdubbeling, nog klassiek beveiligd, terwijl de beveiliging tussen Deventer en Zwolle begin jaren ’50 van lichtseinen is voorzien. Tussen Steenwijk en Wolvega is het tweede spoor, dat tijdens de bezetting is verwijderd, uiteindelijk in 1974 weer teruggelegd. Het baanvak Deventer – Olst is nog altijd enkelsporig.

Staatslijn A kent tussen Zwolle en Leeuwarden diverse beweegbare bruggen waar de bovenleiding onderbroken is. De meest zuidelijke brug is die over de Drentsche Hoofdvaart. Op 3 juli 2022 rijden ICM-treinstellen 4082 en 4052 onderweg van Leeuwarden naar Rotterdam Centraal over de brug even ten noorden van Meppel. Het intercitymaterieel is bijna vier decennia lang beeldbepalend in de intercityverbindingen tussen de Randstad en Noord- en Oost-Nederland.