Staatslijn F verbindt Roosendaal met Bergen op Zoom en de Zeeuwse steden Goes, Middelburg en Vlissingen. Door de aanleg van de spoorlijn krijgen de eilanden Walcheren en Zuid Beveland een vast verbinding met de rest van Nederland. De spoorlijn is tussen 1863 en 1873 in etappes in gebruik genomen. In de eerste decennia is het traject een belangrijke internationale schakel tussen Londen en de rest van Europa. Wanneer na de Tweede Wereldoorlog de laatste veerdiensten met Engeland naar Hoek van Holland uitwijken, verdwijnt het internationale belang van de verbinding. Desondanks is de lijn in 1957 geëlektrificeerd sinds Spoorslag ’70 onderdeel van het Nederlandse intercitynetwerk.

Om een snelle verbinding met Engeland en de rest van Europa mogelijk te maken, zijn er in 1839 al plannen voor een spoorlijn tussen Vlissingen en het Duitse Rijnland. Het geplande tracé loopt via Bergen op Zoom, Breda, Eindhoven naar Roermond. Hier splitst de verbinding in een lijn naar Pruisen en een lijn naar Maastricht. Uiteindelijk komt de spoorlijn er niet. Enkele jaren later zijn er opnieuw plannen voor een spoorlijn tussen Vlissingen en Duitsland. Ditmaal via Tilburg, ‘s-Hertogenbosch, Helmond en Venlo. Ook deze plannen zijn later ingetrokken. Het grootste obstakel wordt gevormd door de noodzakelijke dammen die het Sloe en de Oosterschelde zouden moeten afsluiten.

Als onderdeel van de eerste Staatsaanleg wordt alsnog een spoorlijn door Zeeland aangelegd. Bij de aanleg worden de Oosterschelde en het Sloe over respectievelijk 3,5 en één kilometer alsnog afgedamd. Het traject Roosendaal – Bergen op Zoom is op 23 december 1863 geopend. Ondertussen wordt de Kreekrakdam aangelegd. Wanneer deze in 1867 gereed is, wordt de spoorlijn verlengd tot Goes. In juli 1868 gaat het treinverkeer van start. Ter compensatie van de dam is het Kanaal door Zuid Beveland gegraven. De spoorlijn kruist de vaarweg bij Vlake via een spoorbrug. Tussen Zuid Beveland en Walcheren is in 1871 de Sloedam aangelegd. Wanneer deze gereed is, wordt Staatslijn F doorgetrokken naar Middelburg en Vlissingen. Op 1 september 1873 wordt het gehele traject in gebruik genomen. Even voor Vlissingen splitst de lijn in een tak naar station Vlissingen-Stad en een tak naar station Vlissingen-Haven. Het laatste station is in eerste instantie slechts bedoeld voor de mail- en boottreinen maar groeit al snel uit naar het belangrijkste station van de stad.

Ruim tien jaar na de ingebruikname van de enkelsporige verbinding wordt begonnen met de spoorverdubbeling. Tussen 1885 en 1888 wordt het traject Roosendaal – Middelburg verdubbeld. In 1894 volgt het traject Middelburg – Vlissingen. Datzelfde jaar wordt op de plek van station Vlissingen-Haven een geheel nieuw hoofdstation in gebruik genomen. Station Vlissingen-Stad en de zijtak naar het station zijn hierna gesloten.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is van bijna de gehele Zeeuwse Lijn één spoor opgebroken. Na het herstel van de schade na de oorlog is de Zeeuwse Lijn in juni 1945 weer geheel berijdbaar. Ook is dan het grootste deel van het tweede spoor herlegd. Bijna acht jaar later wordt de treindienst als gevolg van de Watersnoodramp opnieuw gestaakt. Op 3 februari 1953 wordt de treindienst tussen Vlissingen en Arnemuiden hervat. Twee weken later is de lijn tot Goes berijdbaar. Weer twee weken later is ook Kapelle-Biezelinge vanuit Vlissingen per spoor bereikbaar. Vanaf eind april rijden ook weer treinen tussen Roosendaal en Krabbendijke. Het traject tussen Kapelle-Biezelinge en Krabbendijke wordt pas in augustus 1953 weer in gebruik genomen. Door de ramp worden de plannen voor het herleggen van het tweede spoor tussen Kapelle Biezelinge en Krabbendijke en de elektrificatie van de gehele lijn uitgesteld. In 1954 wordt het traject Kapelle-Biezelinge – Krabbendijke alsnog dubbelsporig en drie jaar later is ook de elektrificatie van de Zeeuwse Lijn gereed.

Ruim een eeuw na de aanleg van de spoorlijn keert ter hoogte van het voormalige Kreekrak de oude vaarverbinding tussen Antwerpen en Rotterdam terug. De Kreekrakdam wordt halverwege de jaren ’70 van de twintigste eeuw doorsneden door het Schelde-Rijnkanaal. De spoorlijn kruist de nieuwe vaarweg met een hoge vaste brug.

Internationale verbindingen

In aansluiting op de nieuwe spoorwegverbinding begint de Stoomvaart Maatschappij Zeeland een veerdienst met Engeland. In de zomer van 1875 gaan de eerste internationale treinen op de Zeeuwse Lijn rijden. In aansluiting op de nachtboot uit Sheerness rijdt een rechtstreekse trein tussen Vlissingen en Keulen. Zes jaar later wordt de trein in Boxtel gesplitst in een deel dat via Venlo naar Keulen en Frankfurt rijdt en een deel dat via Gennep naar Hamburg en Berlijn rijdt. Vanwege de grote belangstelling gaan enkele jaren later twee aparte treinen vanuit Vlissingen rijden. Staatslijn F is inmiddels een belangrijke schakel tussen Berlijn en Londen. Diverse vorsten en diplomaten maken gebruik van de speciale boottreinen. Het Vlissingse station kent bovendien een Koninklijke wachtkamer. De Zeeuwse Lijn is deze periode ook van groot belang voor het internationale postvervoer. In aansluiting op de boten uit Amerika en Engeland rijden zogenaamde mailtreinen naar Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Scandinavië en zelfs Rusland. In 1887 gaat de SMZ ook overdag bootdiensten uitvoeren en neemt het aantal treindiensten nog verder toe.

Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog worden de internationale trein- en veerdiensten gestaakt. In 1919 worden beide weer opgestart. De verbinding wordt dan echter voornamelijk door toeristen gebruikt. Enkele jaren later worden de nachtboten verplaatst naar Hoek van Holland. Vanuit Vlissingen varen tot de Tweede Wereldoorlog alleen nog dagboten en rijden aansluitende treinen. Hoewel de veerdiensten na de Tweede Wereldoorlog definitief naar Hoek van Holland zijn verplaatst, rijden na de elektrificatie van in 1957 opnieuw internationale passagierstreinen op de Zeeuwse Lijn. Op zaterdagen in de zomermaanden rijdt tot eind jaren ’80 een doorgaande trein tussen Vlissingen en het Ruhrgebied.

Dienstregeling

Naast het internationale treinverkeer is de Zeeuwse Lijn ook van belang voor het regionale vervoer. De meeste treinen rijden van en naar Roosendaal en Breda. In 1893 laat de SS de eerste sneltreinen tussen Vlissingen en Amsterdam rijden. De treinen rijden dan nog niet via de Oude Lijn van de HSM, maar over de SS-lijnen via Breda, ‘s-Hertogenbosch en Utrecht. Wanneer de SS en HSM in de jaren ’20 intensiever gaan samenwerken, rijden de sneltreinen naar Amsterdam voortaan via Rotterdam. Bovendien rijdt dagelijks een enkele trein naar ‘s-Hertogenbosch en Arnhem.

Vanaf mei 1949 laat NS zogenaamde exprestreinen tussen Vlissingen en Rotterdam DP rijden. De treinen stoppen alleen in Middelburg, Goes, Kruiningen-Yerseke, Bergen op Zoom, Roosendaal en Dordrecht. Wanneer de verbinding Roosendaal – Rotterdam een jaar later is geëlektrificeerd, laat NS sneltreinen tussen Vlissingen en Nijmegen rijden. Eenmaal per twee uur stoppen de treinen ook op de tussengelegen stations. In juni 1957 is ook de Zeeuwse Lijn elektrisch berijdbaar en keert de rechtstreekse verbinding tussen Vlissingen en Amsterdam terug als een starre uurdienst. De rechtstreekse treinen tussen Zeeland en Nijmegen worden ingekort tot de verbinding Roosendaal – Nijmegen. De treinen tussen Amsterdam en Vlissingen stoppen, behalve in Arnemuiden, elk uur op elk station aan de Zeeuwse Lijn. In de spits rijden tussen Vlissingen en Rotterdam enkele extra sneltreinen. Deze treinen rijden tussen Amsterdam en Rotterdam gecombineerd met het stoptreindeel.

In 1969 keert de rechtstreekse treinverbinding met Brabant terug. Vanaf dat jaar gaan rechtstreekse treinen tussen Vlissingen en Zwolle rijden. Tussen Vlissingen en Roosendaal stoppen deze treinen op alle stations. De treinen naar Amsterdam rijden voortaan als sneltrein over de Zeeuwse Lijn. In mei 1988 worden de meeste treinen tussen Vlissingen en Zwolle ingekort tot het traject Roosendaal – Zwolle. Tussen Vlissingen en Roosendaal gaat een aparte stoptreindienst rijden. In 1994 rijdt de laatste rechtstreekse trein tussen Vlissingen en Zwolle.

De opening van de HSL-Zuid zorgt voor grote wijzigingen in de treindienst op de Oude Lijn. Ook de treindienst tussen Zeeland en Amsterdam wordt aangepast. Vanaf december 2011 laat NS de treinen tussen Vlissingen en Amsterdam net als voor de opening van de Schiphollijn via Haarlem rijden. De treinen stoppen voortaan ook bij voorstadshaltes als Rotterdam Blaak en Den Haag Laan van NOI. Een jaar later start NS met een halfuursdienst tussen Vlissingen en Amsterdam. De treinen rijden opnieuw via Schiphol. Na Amsterdam rijden ze door naar Almere in Lelystad. Enkele vroege en late treinen rijden vervolgens nog naar Zwolle, Groningen of Leeuwarden. Alle treinen stoppen tussen Vlissingen en Roosendaal op alle tussengelegen stations. De aparte sprinterdienst tussen Roosendaal en Vlissingen vervalt tegelijkertijd. Bij het ingaan van de dienstregeling 2018 rijden tijdens de spits enkele Intercity’s tussen Vlissingen en Roosendaal. Tussen Roosendaal en Amsterdam rijden de treinstellen gecombineerd met het andere (stoppende) treindeel.

Materieelinzet

Na de Tweede Wereldoorlog gaan de eerste dieseltreinstellen op de Zeeuwse Lijn rijden. De DE 3 en DE 5 treinstellen verzorgen vanaf 1949 de sneltreinen tussen Vlissingen en Rotterdam DP. Een jaar later wijzigt de dienst in Vlissingen – Nijmegen. Buiten de spits hebben de Dieselvijven alleenheerschappij. Tijdens de spits worden enkele treinen versterkt met de oude Dieseldrieën.

In juni 1957 is de Zeeuwse Lijn geëlektrificeerd en neemt het Materieel ’54 de treindienst over. Twaalf jaar later komt ook het Materieel ’46 op de verbinding te rijden. NS zet de stellen samen met het Materieel ’54 in de nieuwe treindienst tussen Vlissingen en Zwolle in. Vanaf begin jaren ’80 rijden ook getrokken treinen met Plan E rijtuigen tussen beide steden. In 1983 rijden vrijwel alleen nog getrokken treinen op de Zeeuwse Lijn. Dat jaar gaan de laatste treinstellen Materieel ’46 terzijde en wordt de treindienst tussen Vlissingen en Amsterdam met de nieuwe Intercityrijtuigen gereden. Enkele jaren later keert het Materieel ’54 terug in de meeste intercitydiensten. Met het opsplitsen van de treindienst naar Zwolle neemt het Stadsgewestelijk Materieel de meeste stoptreinen tussen Vlissingen en Roosendaal over.

Begin jaren ’90 rijdt NS een aantal treinen tussen Vlissingen en Amsterdam met het Intercitymaterieel. In 1995 neemt het nieuwe Interregiomaterieel vrijwel alle intercitydiensten op de Zeeuwse Lijn over. In de stoptreindiensten laat NS deze periode het Materieel ’64 rijden. Later verschijnt ook voor enkele jaren het DD-AR materieel op de verbinding. Met het staken van de sprinterdienst in december 2012 verdwijnen beide materieelsoorten van de Zeeuwse Lijn.

Door de verbinding met de rest van Nederland is de Zeeuwse lijn van groot belang voor de regio. In aansluiting op de spoorlijn worden op Walcheren en Zuid-Beveland verschillende tramlijnen en lokaalspoorwegen aangelegd. Tussen Middelburg en Vlissingen rijdt de elektrische tram van de TVFM, later overgenomen door de VM. Domburg is vanaf 1906 zowel vanuit Middelburg als vanuit Vlissingen per tram te bereiken met de N.V. Stoomtram Walcheren. Spoorweg-Maatschappij Zuid Beveland legt vanuit Goes drie tramlijnen aan. Een lijn naar Wolphaartsdijkse Veer, een lijn naar Wemeldinge en de ringlijn door Zuid Beveland.

Vooral de opkomst van de autobus zorgt begin jaren ’30 voor het einde van de regionale spoorwegverbindingen. Als laatste baanvakken blijven de tramlijn Vlissingen – Middelburg en het traject Goes – Hoedekenskerke tot respectievelijk 1944 en 1947 in gebruik. Ondertussen worden de ongebruikte tramlijnen tijdens de Tweede Wereldoorlog door de bezetter opgebroken. Delen van de ringlijn door Zuid Beveland blijven na de oorlog in gebruik voor goederenvervoer. In 1966 wordt bij Nieuwdorp een aansluiting naar de Sloehaven aangelegd. Nog geen tien jaar later wordt de aansluiting verlengd. In de loop van de jaren ’70 worden de lijnen in het havengebied verder uitgebreid. In 2008 wordt een geheel nieuwe geëlektrificeerde verbinding tussen de Zeeuwse Lijn en de Sloehaven geopend. De Stoomtrein Goes-Borsele exploiteert ondertussen vanaf 1972 de lijn naar Hoedekenskerke als museumlijn.

Klik hier voor meer informatie over de geschiedenis van de Spoorweg-Maatschappij Zuid-Beveland.

Op de foto boven dit artikel rijdt VIRM-treinstel 9404 op 29 augustus 2015, onderweg van Amsterdam naar Vlissingen, langs de karakteristieke bomenrijen die tussen Middelburg en Souburg langs het Kanaal door Walcheren staan.