In 1913 neemt de Staat de spoorlijn Eindhoven – Weert in gebruik. De dertig kilometer lange spoorlijn sluit in Weert aan op de IJzeren Rijn en zorgt voor een kortere afstand tussen een groot deel van Nederland en Zuid-Limburg. De nieuwe geheel dubbelsporige verbinding neemt dan ook een belangrijk deel van het vervoer van de oude Staatslijn via Venlo over. In 1949 is de lijn als onderdeel van de belangrijkste verbinding tussen Noord- en Zuid-Nederland geëlektrificeerd. Vrijwel alle doorgaande treinen van en naar Zuid-Limburg maken sindsdien gebruik van de verbinding via Weert.
Na de 19e eeuwse periodes van staatsaanleg laat de overheid na de eeuwwisseling, voornamelijk ten gunste van het opkomende vervoer van steenkool in Limburg, nog enkele spoorlijnen aanleggen. Zo komt in 1913 na vier jaar bouwen de dertig kilometer lange spoorlijn tussen Eindhoven en Weert gereed. De spoorlijn is als eerste in Nederland als moderne hoofdspoorlijn aangelegd. De geheel dubbelsporige verbinding ligt in de grotere plaatsen op een hoge spoordijk zodat het overige verkeer ongelijkvloers gekruisd wordt. Aan spoorlijn worden drie stations geopend. De stations Geldrop, Heeze-Leende, Maarheeze en het bestaande station van Weert, krijgen geheel volgens de dan geldende moderne trend een breed eilandperron met daarop diverse gebouwen. Geldrop en Weert krijgen bovendien een groot stationsgebouw aan de straatzijde. Naast Weert krijgt ook Eindhoven deze periode een geheel nieuw stationscomplex, inclusief stationsgebouw.
Bij de aanleg is de bestaande draaibrug van de IJzeren Rijn over de Zuid-Willemsvaart bij Weert vervangen door vier hoge vaste bruggen. Twee voor de verbinding naar Budel en twee voor de nieuwe spoorlijn. Na de opening van de nieuwe spoorlijn ontstaat, samen met het Nederlandse gedeelte van de IJzeren Rijn, tussen Weert en Roermond een geheel dubbelsporige route tussen Eindhoven en Zuid-Limburg. De nieuwe verbinding is zo’n twintig kilometer korter dan de bestaande Staatslijn E. Het kolenvervoer dat tijdens de Eerste Wereldoorlog sterk groeit, gaat dan ook zo veel mogelijk via de nieuwe spoorlijn in plaats van de grotendeels enkelsporige verbinding via Venlo. Ook een belangrijk deel van het doorgaande reizigersvervoer verschuift naar het nieuwe baanvak. Hierbij wordt tevens gebruik gemaakt van het feit dat de IJzeren Rijn door de oorlog niet langer voor het internationale spoorvervoer wordt gebruikt.
In de Tweede Wereldoorlog zijn de vier bruggen over de Zuid-Willemsvaart vernield. Bij het herstel van de oorlogsschade zijn slechts twee exemplaren herbouwd. In 1949 is de spoorlijn samen met de trajecten Weert – Roermond – Maastricht en Sittard – Heerlen geëlektrificeerd. Vrijwel alle doorgaande treinen van en naar Zuid-Limburg maken sindsdien gebruik van de verbinding via Weert.
Intussen sluit NS het station van Maarheeze is al in 1938. Het eilandperron verdwijnt pas in de jaren ’90. De ligging van het oude emplacement is nog altijd duidelijk te herkennen. Station Heeze-Leende is in 1977 ruim een kilometer in noordelijke richting verplaatst. Ook hier is de plek van het eilandperron nog altijd zichtbaar tussen de sporen. In 2010 neemt NS ruim anderhalve kilometer ten zuiden van het vroegere station het nieuwe station van Maarheeze in gebruik.
Dienstregeling
Het traject kent in de beginjaren slechts enkele doorgaande sneltreinen tussen de grote steden in het westen van het land en Maastricht De dienstregeling wordt aangevuld met enkele stoptreinen tussen Eindhoven en de Limburgse hoofdstad. Na de Tweede Wereldoorlog is het traject geëlektrificeerd en verhoogt NS de frequentie van de treindienst aanzienlijk. Vrijwel alle treinen tussen de latere Randstad en Zuid-Limburg maken voortaan gebruik van verbinding Eindhoven – Weert. Op het traject wordt een regelmatige uurdienst gereden. Het ene uur rijdt doorgaans een sneltrein Amsterdam – Maastricht en het andere uur een sneltrein Den Haag/Rotterdam – Utrecht – Heerlen/Maastricht. Alle treinen stoppen tussen Eindhoven en Weert op de tussengelegen stations. In de jaren ’60 wordt de treindienst gewijzigd in een uurdienst tussen Zuid-Limburg en Zandvoort. De resterende tussenstops Geldrop en Heeze worden voortaan bediend met de stoptreindienst Eindhoven – Maastricht die eveneens eenmaal per uur rijdt.
Met het invoeren van de nieuwe dienstregeling bij Spoorslag ’70 wordt de doorgaande treindienst op de verbinding verdubbeld. Voortaan rijdt elk uur een intercity Zandvoort – Maastricht en een half uur later een intercity Zandvoort – Heerlen. Tussen Eindhoven en Weert rijdt eenmaal per uur een stoptrein. Later is de frequentie van de stoptreindienst doordeweeks verhoogd naar een halfuursdienst.
De dienstregeling op het baanvak hierna nagenoeg onveranderd. Wel is de stoptreindienst in de periode 1994-2002 buiten de spits eenmaal per uur ingekort tot Eindhoven – Heeze. Een andere wijziging is dat de intercity’s naar Heerlen vanaf 1995 vanuit Den Haag rijden. Bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling in december 2006 laat NS alle intercity’s naar Zuid-Limburg vanuit Alkmaar rijden. De treinen rijden elk halfuur tussen Alkmaar en Sittard waar ze worden opgesplitst in een treindeel naar Maastricht en een deel naar Heerlen. Zes jaar later wijzigt de treindienst in een halfuursdienst Alkmaar – Maastricht. Tegelijkertijd laat NS de treinen Schiphol – Eindhoven doorrijden naar Heerlen. Diezelfde periode is de stoptreindienst op de verbinding gekoppeld aan de sprinters Tilburg Universiteit – Eindhoven.
Materieelinzet
De treinen tussen de grote steden in het westen en Zuid-Limburg rijden ook na de elektrificatie van de verbinding voornamelijk met getrokken materieel. De stoptreindiensten worden voornamelijk met het oudste stroomlijnmaterieel uitgevoerd. Vanaf 1966 rijdt NS een deel van de treinen tussen Zandvoort en Zuid-Limburg met treinstellen van het Materieel ’46 en het Materieel ’54. Bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling bij Spoorslag ’70 rijden alle treinen tussen Zandvoort en Zuid-Limburg met locomotieven uit de serie 1200 en Plan E-rijtuigen. Het Materieel ’46 blijft de stoptreinen rijden. In de loop van 1981 en 1982 voert NS geleidelijk de nieuwe locomotieven uit de serie 1600 samen met de Intercityrijtuigen in de treindienst tussen Zandvoort en Zuid-Limburg in.
Terwijl de inzet in de Intercitydiensten decennialang ongewijzigd blijft, zijn in de stoptreindienst tussen Eindhoven en Weert een groot aantal verschillende treinstellen te zien. Nadat in de laatste treinstellen van het Materieel ’46 terzijde gaan, neemt het Materieel ’64 de stoptreindiensten over. In 1990 vervangt NS de stellen door het Materieel ’54. In 1994 keren de Plan V-treinstellen weer terug. De treinstellen worden van december 2002 tot december 2003 vervangen door opgeknapte Plan U-treinstellen. Hierna keert het Materieel ’64 terug op de verbinding. In 2011 nemen SGM-treinstellen de sprinterdienst over. de periode 2012-2015 rijden de meeste treinen met SLT-treinstellen. Hierna keert het Materieel ’64 nog eenmaal kortstondig terug. Bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling 2016 rijdt het SGM weer in de sprinterdienst. Vanaf juni 2017 zet NS de FLIRT3-treinstellen in de sprinterdienst tussen Tilburg Universiteit en Weert in.
Bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling in december 2006 wijzigt NS de opzet van de intercitydienst en neemt het DD-IRM de complete doorgaande treindienst over.
Op de foto boven dit artikel passeert Plan V-treinstel 925 op 7 mei 2011 onderweg van Tilburg Universiteit naar Weert de locatie waar tot 1938 het station van Maarheeze in gebruik was. Bij de aanleg van de spoorlijn krijgen zowel Geldrop, Heeze als Maarheeze soortgelijke stations met een breed eilandperron en meerdere sporen. De drie oorspronkelijke emplacementen zijn nog altijd herkenbaar. Alleen het station van Geldrop ligt nog op dezelfde plek.